Beste Fiena,
Na 21 jaar stond ze opeens voor mijn neus. Ken je me nog? Nou nee, ik kende haar niet. Koortsachtig nadenken wilde niet helpen. Ik ben Fleur, zei ze, een vriendin van je dochter. Toen wist ik het weer. Het meisje dat haar hart bij mij uitstortte over haar verboden verliefdheid. Ze mocht niet omgaan met haar vriendje van 16 jaar. Haar ouders verboden het haar. Ze hadden hun redenen. Ze was te jong, het vriendje te oud. Daarbij kwam het vriendje uit een familie die niet zou deugen. Zelf hadden ze alleen maar Fleurtje. Ze zat op de MAVO en kreeg alles wat haar hartje begeerde.
Alleen niet dat vriendje.
Fleur wist precies wat ze wilde, Jasper, Jasper en nog eens Jasper. Ze was er niet vanaf te brengen. Geen cadeau’s geen droomvakantie geen straffen of dreigementen. Ze hield van hem! En hij van haar. De zaak escaleerde.
Fleur ging het huis uit. Ze kwam terecht in een internaat. Maar Jasper kon men haar nietuit het hoofd en het hart praten. Ze vonden hun wegen om elkaar te ontmoeten. Hoe dan ook. Fleur ging weer naar huis maar haar ouders wilden en konden Jasper niet accepteren. Fleur ging terug naar het internaat.
Toen ze achttien was, gingen Jasper en zij samenwonen in een klein flatje. Jasper had een baan en Fleur had ook werk. Op een gegeven moment zijn ze getrouwd en toen Fleur 23 jaar was kwam de eerste dochter op de wereld. Daarna volgden er nog twee.
Toen ik het stel terug zag na 21 jaar, waren ze nog steeds getrouwd, Jasper heeft nog steeds zijn eerste baan en Fleur verdient wat bij. Ze wonen in een leuk huurhuis. De kinderen zijn lieverds en wat ik er van meemaakte was dat de ouders de baas zijn. Maar er werd wel naar de kinderen geluisterd.
Toen ik hun verhaal hoorde vond ik het heel bijzonder en ook ontroerend. Deze mensen hebben alle tegenwerking getrotseerd en zijn elkaar trouw gebleven. Ze hadden veel moeilijkheden te overwinnen, ook een zeker cultuurverschil. Ze hebben het gered en soms ging niet alles van een leien dakje.
Jasper vertelde die middag dat hij al een tijdje van plan was om een tattoo te laten zetten. In zijn nek. Voor iedereen zichtbaar. De naam ‘Fleur’. Hij voegde die dag de daad bij het woord en ging naar de tattoo-shop. Na een half uurtje kwam hij glunderend terug mét tattoo. Fleur regeerde stoïcijns: ‘Het had voor mij niet gehoeven, maar hij heeft er echt goed over nagedacht. Wie ben ik dan om het hem te verbieden?’
Beste V,
Dit zou wel eens een geval van ware liefde kunnen zijn...