Lieve Fiena,
Ik schrijf je nu eens niet omdat ik iets te klagen heb maar juist omdat ik niets te klagen heb. Het lijkt me prettig voor jou om ook eens een positieve brief te krijgen.
Ik woon alleen, mijn man is vijf jaar geleden overleden. Onze twee kinderen hebben allebei een partner en mijn dochter heeft twee kinderen en mijn zoon ook. Ze wonen nogal ver weg, de een in Amsterdam en de ander in Utrecht. Dat is wel jammer. Maar ze komen geregeld met het hele gezin. Ze hebben nog veel vrienden hier. Op zo’n weekend is het een hele invasie in mijn huis. Gelukkig is het huis groot genoeg. Ik moet alle slaapplaatsen in orde maken. Soms komen er ook nog vriendjes van de kleinkinderen mee. Dat is leuk voor die kinderen. Maar brengt wel (nog) meer werk mee. Dan moet ik de boodschappen doen. Ik heb zo’n tas op wieltjes. Soms moet ik wel drie keer op en neer naar de super, Dan nog naar de bakker en de slager. De kinderen zijn fijnproevers. Dus ik moet goed opletten wat ik koop. Het is ook steeds weer een klus om iets te koken wat iedereen lekker vindt. Als de kinderen geweest zijn laat ik mijn hulp een keer extra komen. Het is wel duur maar ik kan de rommel niet in mijn eentje opruimen. Mijn kleinkinderen spelen in de tuin en rennen ieder moment met modderschoenen naar binnen. Ze eten ook vaak koekjes en boterhammen op de vuist. Dat mag van hun ouders. Ik heb zelf speelgoed voor de kleinkinderen en ze brengen ook nog altijd kisten vol mee. Opruimen vinden de ouders niet nodig, ze spelen er de volgende dag toch weer mee. Het is wel altijd gezellig. De vrienden van mijn kinderen vinden dat ook en komen ook op bezoek met hun partner en de kinderen. Op zo’n zaterdag en zondag is het dan een dolle boel. In alle vakanties komen de kinderen ook en dan blijven ze wat langer. Ik hou wel rekening met mijn eigen vriendinnen. Zij komen dan niet op bezoek. Ze zijn zo’n drukte niet gewend. Het komt dan wel voor dat ik twee weken mijn vriendinnen niet kan zien. Ik ga dan ook niet naar onze bridgeclub en ook de wandelingen met een goede vriendin gaan niet door. ‘s Avonds mogen de kinderen wat langer opblijven en als ze dan in bed liggen gaan mijn kinderen graag nog de stad in. Ik ben toch thuis, dus hoeven ze zich niet druk te maken om een baby-sit. Ook ’s morgens ben ik al vroeg op met de kleinkinderen. Gezellig ontbijten, dan kunnen de volwassenen lekker uitslapen. Ik merk wel dat mijn kleinkinderen heel mondig zijn en niet alles doen wat ik zou willen. Ze zijn vaak zo wild dat ik bang ben dat er ongelukken gebeuren. Ze vechten veel en er is al menig serviesgoed gesneuveld. Ik merk wel dat ik na zo’n weekend erg moe ben. Ik heb dan twee dagen nodig om weer in mijn ouwe doen te komen. Maar ik mag niet klagen, Ik ben er trots op dat mijn kinderen en kleinkinderen zo graag naar oma komen. Toch denk ik wel eens dat ik graag kleiner zou willen wonen. Zo’n groot huis en tuin vergt veel onderhoud en daar heb ik eigenlijk geen zin meer in. Maar ja, hoe moet het dan met de kinderen en kleinkinderen?
Beste B,
Verhuizen! En wel zo snel mogelijk. Naar een huis met één slaapkamer. U spreekt dan af dat u de kinderen gaat bezoeken en u neemt uw vriendinnen ook gezellig mee.
Veel plezier, Fiena