Beste Fiena,
Ik kom soms heel warrige mensen tegen. Ik ben altijd vol bewondering voor hun vermogen om de moed niet op te geven. Ze leven moeilijk in mijn ogen. Maar alleen in mijn ogen, zelf staan ze heel ontspannen en vrolijk in het dagelijkse leven. Iedere dag gaan er dingen de mist in en moeten ze iets opnieuw doen of rechtzetten of herstellen.
Ik stel me in gedachten voor dat hun hoofd vol losse eindjes wollige draadjes zit. Ze wapperen vrolijk op een zacht briesje en raken elkaar net niet of soms net wel maar niet heel lang. Als ze contact maken is dat intens en er worden weer nieuwe draadjes geboren die ook weer een geheel eigen weg vervolgen. Er zijn in die hoofden ook veel vergeten draadjes. Als deze per ongeluk aangeraakt worden, schieten meteen weer nieuwe bloesems tevoorschijn die wanhopig zoeken naar ‘anschluss’. Soms wapperen de losse eindjes allemaal één kant uit in opperste verbazing of concentratie. Dan ontstaan leuke ideeën en goede voornemens om een en ander te ondernemen.
Als een hoofd op die manier functioneert zijn de gevolgen groot. Deze mensen vergeten kop en staart. Ze weten niet of het vandaag is of al morgen. Ze laten constant hun spullen ergens liggen en weten niet meer waar. Ze maken diverse afspraken op hetzelfde uur op dezelfde dag. Ze rennen van hot naar her en weer terug omdat ze iets vergeten hebben te doen of te zeggen of ze vergeten kop en kont.
Ze zijn ook niet goed in zoeken naar spullen die in het ongerede geraakt zijn. Ze kijken op plekken waar ze nooit geweest zijn. Ze staan wezenloos te kijken in de kast vol glaswerk om een van hun tientallen leesbrillen te zoeken. Of hun trouwring die ze per ongeluk en ongemerkt af hebben gedaan en ‘ergens’ neer hebben gelegd.
Ze verontschuldigen zich dagelijks vele malen. Maar dat zal wel wennen. Deze blijken van spijt worden altijd vergevingsgezind aangenomen door de gedupeerde. Je kunt niet kwaad op deze mensen worden, ze doen het niet met opzet. Altijd loopt alles in het honderd maar het brengt hun niet echt van hun stuk. Vol vertrouwen en geduldig zoeken zij hun weg in een onbetrouwbare wereld waar spullen zomaar verdwijnen en ook weer opduiken. Alleen niet op het juiste moment.
In hun hoofd worden losse eindjes niet vanzelf aan elkaar geknoopt door logisch nadenken. Ze denken nooit via de gewone snelweg maar slaan bijna onzichtbare bospaadjes in die meestal doodlopen maar soms met wat geluk leiden tot nieuwe perspectieven. Het vreemde is dat ondanks alle verwikkelingen, altijd alles weer goed komt.
Beste G,
Bent u soms een beetje jaloers?