Tiny en Arie de Haan stellen hun huis en hart al meer dan tien jaar open als gastgezin voor kinderen uit Wit-Rusland in de omgeving van Tsjernobyl. Vaak zijn het twee, drie of zelfs zes kinderen die logeren bij dit echtpaar. Ze gaan de kinderen en hun familie ook regelmatig bezoeken.
Wat doet een gastgezin?
Tiny: “Mijn man en ik nemen vrij. Wij gaan altijd met ze naar Kaatsheuvel, het sprookjesbos ken ik van binnen en buiten. We hebben wel eens zes kinderen in een jaar. Per periode hebben we drie kinderen en de twee periodes overlappen elkaar wel eens. Wij wonen tegenwoordig in een appartement maar ze zijn het gewend om op één kamer te slapen. We gaan naar het zwembad, we gaan samen fietsen., we gaan een keer naar zee. Verder de gewone dingen, de kinderen hebben veel aan elkaar.”
Waarom zijn jullie gastgezin geworden?
Arie: “We lazen een artikel in een krant en onze kinderen waren al de deur uit en we dachten ‘waarom niet?’. Het was een Belgische organisatie en wij meldden ons aan.”
Tiny: “Toen kregen we ons eerste kind in huis. Een schattig meisje van 11 jaar, Olga.”
Hoe is het voor jullie?
Tiny: “Het eerste kind woonde in besmet gebied met moeder en zusje op één kamertje. Wij hadden toen nog een eengezinswoning. Het kind was totaal overdonderd. Wij gaan nu al tien jaar op bezoek bij de ouders van de kinderen. Dat is ook prettig voor de ouders, meestal alleen een moeder, om te weten waar haar kind terecht komt. Zij zetten hun kind op de bus naar verre oorden en ze weten verder niets. Wij gaan ook altijd met de bus, een reis van 36 uur. “
Hoe praten jullie met elkaar?
Arie: “Wij spreken een beetje Russisch en verder maken we ons verstaanbaar met handen en voeten. Wij hebben ons een beetje in het Russisch verdiept.”
Het was voor herhaling vatbaar?
Tiny: “Als je ziet hoe de kinderen aankomen, zo wit en gewoon niet gezond. Als ze weggaan na vier weken zijn ze kilo’s aangekomen, de haren glanzen ze zien er goed uit. Dat is heerlijk om te zien.”
Bij welke organisatie zijn jullie aangesloten?
Arie:” Een Belgische organisatie maar niet dezelfde als ik het begin. Bij de organisatie waar we nu sinds drie jaar aangesloten zijn. EVONS, is een en ander beter geregeld. Ze nodigen elk jaar in augustus zo’n vijftig kinderen voor een gezondheidsvakantie van vier weken uit. EVONS staat voor Even Van Ons. Wij zouden wel mee willen denken maar dan zouden we in het bestuur opgenomen moeten worden. Dat willen we niet. De kinderen komen vier weken. In de vorige organisatie was dat drie weken of zes weken.”
Hebben jullie ook negatieve ervaringen gehad?
Tiny:” Inderdaad. Dat was nog bij de vorige organisatie dat er kinderen meekwamen die helemaal niet in het besmette gebied woonden en ook niet in moeilijke omstandigheden leefden.
Arie: “Toen hebben we de voorwaarden gesteld dat het kind in een een ouder gezin moest leven met weinig inkomen en in het gebied rond Tsjernobyl.”
Hoe gaat het meestal in z’n werk?
Arie: “Het eerste jaar dat ze komen weten ze niet wat hun overkomt. Het tweede jaar zien ze dat het geen droom is maar echt. Ze weten nog waar alles ligt. In het tweede jaar komt meestal een kind mee dat voor het eerst komt. Dan kunnen de andere twee de nieuweling alles leren. Dat schept een band.”
Arie: “Wij vinden twee keer dezelfde kinderen precies goed. Bij een derde keer zijn er kinderen die denken dat ze al eisen kunnen stellen. Wij verwennen de kinderen maar er is toch een cultuurverschil.”