Albert Rongen (63) straalt rust uit. Hij heeft geleerd om te luisteren en hij steunt al bijna tien jaar mensen na een gebeurtenis die er in hakte. Hij weet de weg naar instanties en hulpverleners die mensen die iets naars is overkomen, kunnen bijstaan. Albert doet dit Hij werkt gemiddeld 20 uur per week voor Slachtofferhulp en hij is er nog lang niet klaar mee.
Waarom bent u dit vrijwilligerswerk gaan doen?
Albert: “De reden is niet plezierig, dat was omdat ik op 52 jarige leeftijd mijn baan bij Solvay kwijtraakte. Gezien de aard van mijn werkzaamheden zat het er niet in dat weer snel aan het werk zou kunnen. Ik was wachtchef en het was werk in ploegendienst. Ik wilde mijn tijd wel goed benutten. Dat vond ik belangrijk. Ik ben om te beginnen zweefvlieglessen gaan volgen en in die tijd werden ook vrijwilligers voor Slachtofferhulp gevraagd. Ik heb me toen aangemeld. Op een gegeven moment ben ik met de basisopleiding daarvoor begonnen. Deze duurde ongeveer drie maanden. “
Begon toen het echte werk?
“Ja, toen werd ik het veld ingestuurd. In het begin met wat ‘eenvoudige zaken’ zoals inbraak. Je kunt eigenlijk niet zeggen dat deze zaken eenvoudig zijn want in iedere zaak zijn de omstandigheden anders. Ik ben steeds meer cursussen gaan volgen. Bijvoorbeeld rouwverwerking bij verkeersongevallen of zelfdoding. Je kunt altijd zelf aangeven wat je wel en niet wilt doen. Ook onze begeleiders kijken naar hoe wij ons werk doen. Zij adviseren ons om bepaalde cursussen te volgen. Bijvoorbeeld een cursus die alles wat met verkeersongevallen te maken heeft behandeld.”
Wat doet Slachtofferhulp voornamelijk?
“Slachtofferhulp is bij de meeste mensen bekend als de arm om de schouder bij calamiteiten. Maar dat is een klein deel van ons werk. Wij geven voornamelijk praktische hulp. Zoals mensen bijstaan bij aangifte doen bij de politie. Ze hebben veel vragen zoals wat gaat de politie nu doen of ‘ik heb schade en hoe gaat dat verder’. We zijn in de meeste gevallen vanaf het begin bij de mensen betrokken. In het geval dat iemand mishandeld is en niet weet wat te doen behalve aangifte te doen bij de politie. Wij raden aan om naar de huisarts te gaan zodat het letsel is vastgelegd. Waar het slachtoffer een claim kan neerleggen voor reiskosten, telefoonkosten, kapotte kleding. Zeker bij ernstig letsel raden wij aan om met een letselschade advocaat te gaan overleggen. Als een slachtoffer arbeidsongeschikt raakt komt er meestal een civiele zaak na de strafzaak.”
Welke reactie van slachtoffers komt veel voor?
“Ook bij eenvoudige gevallen zijn mensen erg uit hun doen. Ze weten niet waar ze allemaal aan moeten denken. De gebeurtenis wordt vele malen opnieuw doorgemaakt in hun gedachten. Ook bijvoorbeeld hun angsten, ze vragen zich af of dit wel ‘normaal’ is. Dit zijn steeds terugkomende reacties van mensen en wij kunnen ze in veel opzichten geruststellen. Bepaalde angsten horen bij de gebeurtenis die iemand is overkomen! Het heeft tijd nodig om daarmee om te leren gaan. Soms is er psychologische hulp nodig en dan kunnen wij verwijzen.”
Waar moeten slachtoffers vooral ook aan denken?
“De verzekering! Is die al ingelicht. Heeft het slachtoffer rechtsbijstandsverzekering? Wij helpen ze daarbij zolang als nodig is. Eerst hebben we een persoonlijk gesprek, meestal bij de mensen thuis. Maar dat kan, naar wens, ook op het politiebureau of bij ons op kantoor. Daarna is er vaak telefonisch contact om bij te houden hoe de zaken er voor staan. Wij geven zo snel mogelijk ‘de zaak terug’ aan de mensen. Dat ze zelf doen wat nodig is. Wij wijzen de weg en ze regelen het verder zelf. Als het nodig is begeleiden we de mensen naar de instanties en bevoegde personen. Mensen hebben bijvoorbeeld nog nooit contact gehad met een advocaat en voelen zich daar onzeker over.”
Waar halen jullie zelf advies over bepaalde zaken?
“De vrijwilligers handelen nooit zelfstandig maar altijd in overleg met de teamleider. Heel speciaal is onder andere als kinderen betrokken zijn. Vooral als er een heftige gebeurtenis is geweest zijn ouders en familie geneigd om de kinderen te sparen en geen informatie te geven. Maar kinderen zijn slim en hebben veel fantasie, ze maken hun eigen verhaal dat nog veel heftiger kan zijn dan de echte gebeurtenis. Daarin begeleiden wij de ouders en familie.”