Goed doel

Werkgroep Humanistische Uitvaartbegeleiding Limburg
Door
Mar-Li Wingens
18 juni, 2009

Gerty Bemelmans (57) ziet haar vrijwilligerstaak als spreekster bij uitvaarten van de Werkgroep als een soort roeping. Zij heeft de studie aan de universiteit voor Humanistiek afgerond.

Vertel iets over de Werkgroep?

“ De eerste Humanistische Werkgroep in Limburg werd in 1987 opgericht door mensen die toen geen vrede hadden met de manier waarop toen uitvaarten werden geregeld. Het was een heel klein clubje met doorgaans mensen met een humanistische achtergrond. Er zou meer variëteit moeten komen en een meer persoonlijk afscheid. Ik ben er bij sinds 1998. In Midden- en Noord Limburg zijn we niet zo bekend. In Zuid-Limburg veel meer. Als mensen een uitvaart door onze werkgroep meemaken, willen ze dat vaak ook zo voor zichzelf of voor hun ouders. Onze bekendheid danken wij vooral aan mond tot mondreclame.”

Wat is humanisme?

“Humanisme is een levensfilosofie van mensen die zelf verantwoordelijk willen zijn en die niet pretenderen te weten wat er voor of na ons is. We moeten het hier doen en met elkaar, dat is de essentie. Het is een levensovertuiging die je leert leven met onbeantwoorde vragen. Dat je heel veel niet weet. We weten niet waar we vandaan komen of waar we naar toe gaan. We weten alleen dat we hier zijn en dat we een onderdeel zijn van de mensheid. We zijn een deel van de levende natuur en we moeten de aarde respectvol behandelen. Als je de grootheid ziet van het universum ontkom je niet aan een gepaste vorm van nederigheid. Wij vinden wetenschap (de ratio) heel belangrijk maar wij weten ook dat het verstand zonder het hart er bij te betrekken, gevaarlijk kan zijn. Wij zoeken een evenwicht naar ieders eigen aard. Humanisten zijn allemaal individualisten, zij binden zich niet graag. Maar de gedachten die we delen zijn een soort netwerk. Mensen die een religieuze levensovertuiging aanhangen (God is het onbenoembare) kunnen tegelijkertijd een humanistische sympathisant zijn. Mensen die zichzelf verantwoordelijk voelen voor hun leven en niet denken dat hun leven voorbestemd is, delen humanistische waarden. Zelfstandigheid in saamhorigheid is belangrijk in het humanisme.”

Wat is anders dan bij kerkelijke uitvaarten?

“Het grote verschil is dat het alleen om de mensen gaat. Om de overledene en de familie en de samenhang waarin de overledene geleefd heeft. De betekenis die hij gehad heeft voor de omgeving. In een kerkelijke uitvaart zijn vooral de traditionele rituelen zijn belangrijk. Troostrijk voor mensen die dit aanspreekt. Maar er zijn ook mensen die zeggen dat in de hele dienst maar vijf minuten over de overleden ging. Terwijl diegene misschien wel 85 jaar is geworden en dat er toch wel meer over te vertellen viel. Aan die behoefte proberen wij invulling te geven. Wij denken dat het voor de rouwverwerking het beste is als de familie zoveel mogelijk zelf doet.

Maar als je dat niet kunt of wilt, of geen tijd hebt, dan zijn wij er. “

Hoe gaat een en ander in zijn werk?

“Meestal krijgen we een uitvaart aangeboden door een uitvaartondernemer of door de familie zelf. Wij gaan naar de familie toe en zitten daar en luisteren en schrijven en kijken en horen dingen tussen de regels, voelen de sfeer. Op die manier proberen we een totaalbeeld te krijgen van de overleden persoon. Wij hebben geen standaarduitvaart. Alles wordt op die personen ingesteld. We voeren ook regelmatig een of meer gesprekken met mensen die hun uitvaart van tevoren willen regelen. Zij willen er zeker van zijn dat gezegd wordt wat zij willen. Met deze mensen hebben we een of meer gesprekken. Zodra deze persoon is overleden, wordt het verhaal compleet. Dan proberen we met de familie een beeld te schetsen met de familie dat iedereen recht doet. We verklaren niemand heilig! Iedereen heeft fouten. Maar er is ook geen zwart schaap of er zit een wit vlekje aan! Dat zoeken we zodat er evenwicht komt. Het kan niet zo zijn dat iemand alleen maar goed of alleen maar slecht is. Dat vult iedere spreker op zijn eigen wijze in. Ik probeer altijd een aansprekend beeld te vinden. In een van mijn eerste uitvaarten was de hoogbejaarde overleden dame iemand waar de familie weinig over te vertellen wist. Behalve dat ze zo graag streekromans las. Ik heb als spreker in de trant van een boek over haar gesproken. Toen, in die periode, was een romantisch hoofdstuk en daarna een hoofdstuk dat maar liever ongelezen moet blijven. Er wordt vaak tegen de kleinkinderen van opa gezegd dat hij nu een sterretje is. Daarop ga ik dan bijvoorbeeld door. Tegenwoordig maak ik van iedere toespraak een boekje zodat de uitvaart helemaal geïndividualiseerd is.

Uiteraard werken we altijd met de familie samen. Voor onze Werkgroep heeft de uitvaart niets met God te maken, wij hebben geen lijntje met God of Godsdienst. Onze stelregel is: we bidden niet maar sluiten het niet uit. Als iemand zegt veel troost te hebben aan het Wees gegroet of Het Onze Vader, dan vragen we iemand van de familie deze gebeden te doen. Dan geven wij daar uiteraard ruimte voor want het gaat niet om ons. Naarmate de familie méér doet, doen wij minder.”

Wanneer worden jullie vaak gevraagd?

“Wat mij opvalt is dat wij vaak ‘moeilijke’ gevallen krijgen. Bijvoorbeeld zelfdoding, mensen met criminele achtergrond. In reguliere uitvaarten wordt dit aspect van een persoon vaak onderbelicht. Iemand die zelfmoord pleegt, doet dat niet zomaar, een persoon die crimineel was, heeft ook andere (positieve) kanten in zijn karakter. Het verzwijgen van bepaalde eigenschappen doet geen recht aan de overleden persoon. Wij willen geen vragen oproepen zoals: zijn leven kende pieken en dalen. Maar proberen vragen te beantwoorden, wélke pieken en dalen het waren. Het is altijd een zoeken en afwegen door de spreker van wat wel en niet kan.”

Deel dit artikel

Lees volgende Goed doel
KWF Kankerbestrijding
Lees volgende artikel
Verzamelaar