Ieder zijn vak

Dierfysiotherapeute
Door
Mar-Li Wingens
5 maart, 2007

Chantal Vanderwall (34) heeft de opleiding voor fysiotherapeute gedaan. Daar staat vier jaar voor. Daarna heeft zo zich ook nog gespecialiseerd in dierfysiotherapie, deze opleiding duurde twee jaar. Ze heeft ze een Labrador en twee katten.

Heb je altijd dierfysiotherapeute willen worden?

“Eigenlijk niet. Als kind wilde ik dierenarts worden. Ik was wel altijd gek met dieren. Later heb ik gekozen voor fysiotherapeute, gewoon voor mensen. Op een gegeven moment hoorde ik van de opleiding voor dierfysiotherapeute en ik dacht: ‘dat is het helemaal voor mij. Dieren helpen om een beter leven te hebben.’ Ik combineer nu fysiotherapie in een verpleegtehuis met mijn eigen praktijk voor dieren.”

Welke dieren behandel jij?

“Dat zijn vooral honden en een enkele kat en paarden. Het betreft dan bijvoorbeeld aangeboren afwijkingen zoals heupafwijkingen of rugklachten of knieklachten. Dieren met blessures en littekens. Eigenlijk dezelfde klachten als bij mensen.”

Hoe ga je te werk?

“Het onderzoek is vrij uitgebreid. Ik ga eigenlijk uit van wat de eigenaar vertelt. Daarna kijk ik hoe het dier loopt en daar kan ik al veel uithalen. Ook hoe de hond reageert, of hij pijn heeft. Dieren kunnen niet aangeven waar ze pijn hebben, dat blijkt uit hun reactie en uit de manier hoe het dier loopt en beweegt.”

Hoe kom je aan je cliënten?

“Soms worden dieren doorgestuurd door de dierenarts en soms komen mensen zelf met hun huisdier naar mij. Ik neem altijd contact op met de dierenarts voor informatie en na de afgesloten behandeling rapporteer ik weer terug naar de dierenarts.”

Hoe staan dierenartsen tegenover jou?

“Sommige dierenartsen vinden het een vreemd fenomeen. Andere staan er achter, vooral als er goede resultaten bereikt zijn. Trouwens het is mogelijk om je voor dierfysiotherapie verzekeren, het zit nu in het pakket.”

Zijn de behandelingen duur?

“Ik probeer de kosten zo laag mogelijk te houden. Ik geef de eigenaren tips en adviezen hoe ze het beste met het dier kunnen omgaan. Daarbij reageren dieren heel snel op fysiotherapie. Heel vaak zie je al na twee of drie behandelingen dat de hond veel beter beweegt. Dat verbaast mij zelf nog steeds heel erg. Kijk, een hond denkt niet, hij reageert meteen op minder pijn. Wij, mensen, gaan eerst denken of het wel echt waar is wat we voelen.”

Vertel eens iets over de behandelingen?

“Ik werk veel met aquatraining. Daarvan zijn er nog maar enkele in Nederland. Het is een hydrobad met loopband. In water trainen is veel minder belastend voor het bewegingsapparaat, met name de gewrichten. Verder kan een behandeling bestaan uit bewegingstherapie om stijfheid te verminderen en spierkracht te verbeteren. Massage, waarbij het doel kan zijn om de circulatie te verbeteren en zwellingen te verminderen. Ik kan een gewricht niet jonger maken maar wel dat de spieren soepel blijven en dieren, ook als ze oud zijn, een fijn leven te geven.”

Hoe kwam je op het idee van aquatraining.

“Ik zag op tv in een Amerikaans programma een therapeute daarmee bezig. Ik heb een brief geschreven of ik stage mocht komen lopen. Ik kreeg een brief terug dat ik welkom was. Dat had ik nooit gedacht! Het was een kans die ik moest grijpen. Ik ben naar Amerika gegaan en heb veertien dagen mee mogen lopen met diverse fysiotherapeuten. Heel internsief maar ook heel veel geleerd. Ik had nooit van mezelf gedacht dat ik dat zou durven, helemaal alleen.”

Deel dit artikel

Lees volgende Ieder zijn vak
Uroloog
Lees volgende artikel
Een halve eeuw