Frits Strijbos (50) is geluidstechnicus en zou geen ander beroep willen uitoefenen. Hij heeft lang geleden ruim zes jaar in de gehandicaptenzorg gewerkt. Zijn ouders vonden dat hij eerst een écht beroep moest kiezen.
Wat doet een geluidstechnicus eigenlijk?
Frits: “Ik verzorg het geluid voor bands en muziekgezelschappen. Ik heb een eigen bedrijf en bands huren mij in om het geluid te verzorgen bij optredens. Daarbij heb ik een passie voor muziek.”
Hoe ben je in dit beroep gerold?
“Ik speelde in een eigen band, Used to be genaamd, en die hield er mee op. Ik speelde toen drums. We hadden wat eigen apparatuur en dat heb ik overgenomen. Dat was in 1979. Op een gegeven moment vroeg een bandje of ze de apparatuur mochten lenen. Zo ben ik erin gerold. Ik werk nu voor diverse bands.”
Hoe zijn jouw werktijden?
“Altijd in de weekenden. Dan ben ik altijd ’s nachts en een groot deel van de dag in touw. ‘s Middags begint het al met de apparatuur opbouwen en als iedereen voldaan naar huis gaat, sta ik nog ettelijke uren af te bouwen. Ik vind dat helemaal geen bezwaar. Als andere mensen moeten werken, heb ik vrij. Heerlijk rustig! Omdat ik een eigen bedrijf heb, ben ik toch constant bezig. Als ik niet moet optreden, moet ik mijn apparatuur onderhouden, repareren en poetsen.”
Wat vind jij zo leuk aan je beroep?
“Ik zit midden in de muziek. Waar ik ben is het feest. Vooral in de zomer is het vaak te doen op braderieën, in feesttenten. In de winter spelen de bands in kroegen. Ik verzorg het geluid hoofdzakelijk bij popgroepen.”
Wat moet een goede geluidstechnicus hebben?
“Gevoel voor geluid. Als ik achter de knoppen zit, hoor ik elk instrument. Ik weet hoe de gitaar of de drums horen te klinken. Ik meng het geluid zoals het moet klinken. Wat iemand bij de opname van een cd doet, doe ik live. De ene keer is het een jazzband, dan een top veertig band. Ik moet gewoon weten hoe het dient te klinken.”
Ga je wel eens op tournee?
“Nu niet meer, behalve een keer per jaar een week. Dan gaan we met een stuk of vijf bands en straattheater van waddeneiland naar waddeneiland. Dat doe ik al vijftien jaar en dat is erg leuk. Het is hard werken. Ik heb twintig jaar lang Europa afgereisd. Duitsland, Joegoe-Slavië, Frankrijk, België, Spanje...Maar de romantiek is daar van af. Als je met min tien graden in een Volkswagenbus, zonder verwarming, door Duitsland tuft en onder drie dekens zitten te verkleumen en dan vijfhonderd km moet rijden. Nu maak ik alleen nog een ‘rondje rond de kerk’. De bands komen nu naar mij toe!”
Werk je ook in een studio?
“Nee, dat vind ik verschrikkelijk werken. Zo’n hele dag in zo’n hok. Daar heb ik geen zin in. Ik wil tussen de mensen zijn.“
Kom je wel eens echte talenten tegen?
“Gelukkig wel. Soms in zo’n jeugdband. Na enkele jaren haken alle bandleden af, behalve één. Soms gaat zo iemand naar het conservatorium of naar de Rock-academie. Vaak ook niet. Meestal blijft zo iemand hangen in de muziek. Zo is het bij mij ook gegaan.”