Ieder zijn vak

Gemeentearchivaris
Door
Mar-Li Wingens
22 juli, 2008

Hans van de Mortel heeft in de ogen van veel mensen een ‘stoffig’ beroep. Dit beeld spreekt hij vol overtuiging tegen. Volgens hem heeft hij juist een heel uitdagend en interessant beroep.

Waarom heb je voor dit beroep gekozen?

“Ik ben opgeleid tot leraar geschiedenis. Maar tijdens mijn opleiding had ik al in de gaten dat ik dat nooit zou worden. Ik heb wel de opleiding afgemaakt. Daarna ben ik naar de Archiefschool in Den Haag gegaan en heb later nog mijn doctoraal en doctoraat in de Geschiedenis gehaald. Ik wilde op een gegeven moment graag gemeentearchivaris worden in een kleine gemeente met veel historie. Roermond zocht een archivaris en ik heb daarop gesolliciteerd. Dat was zeven jaar geleden.”

Op welke manier heeft het beroep een verandering ondergaan?

“De laatste tien, twintig jaar klopt het beeld van de stoffige archivaris niet meer. Vroeger wel. Toen zat een archivaris als een kloek op de kuikens en beschermde hij alle belangrijke stukken die hij onder zijn vleugels had. Tegenwoordig treedt de archivaris graag naar buiten met datgene wat hij beheert. Daar willen we wat mee! ‘Wij’ dat zijn natuurlijk het bestuur van de gemeente en de archivaris.”

Wat doe je met al dat materiaal?

“We proberen ons publieksbereik te vergroten door burgers te wijzen op al het mooie materiaal dat we beheren en door het stimuleren van initiatieven van burgers. Daarnaast maken we het vele materiaal dat we beheren toegankelijk. Men moet bedenken dat in de dertiende eeuw het gehele Roermondse archief nog in één kist paste. Deze werd lange tijd in verband met brandveiligheid, in de Munsterkerk bewaard omdat dat het enige gebouw in de stad van steen was, alle andere gebouwen waren van hout. In de loop van acht eeuwen is de inhoud van die kist uitgegroeid tot een dikke drie kilometer (3000 strekkende meter!) archief. Daarnaast foto’s, kaarten, prenten, tekeningen, teksten, boeken noem maar op.”

Wat is er nog meer veranderd in de loop der jaren?

“Vroeger bestond alle materiaal uit papier, tegenwoordig stroomt het eerste digitale materiaal binnen. Tot een aantal jaren geleden hadden we een hoeveelheid documentatie in de studiezaal staan. Daar zaten ook officiële archiefbescheiden tussen. Het is in het verleden wel voorgekomen dat stukken ‘verdwenen’ die moeilijk vervangbaar zijn. Alle originele stukken zijn inmiddels verhuisd naar het depot. Een gedeelte wordt gedigitaliseerd.”

Kunnen burgers alle stukken inzien?

“Ja, zeker. Op elke collectie die wij beheren is toegang, een catalogus of inventaris, hoe je het noemen wilt. Aan de hand daarvan kun je aan de ambtenaar in de studiezaal vragen om deze stukken op te zoeken en te tonen. Tegenwoordig kun je zelfs vanaf je eigen huis digitaal veel opzoeken. Dit is een manier om het publieksbereik groter te maken. We hebben nu niet alleen de studiezaal in het archief maar we zijn ook bezig met een virtuele studiezaal te maken. Deze trekt nu al veel meer bezoekers dan de gewone studiezaal.”

Waar komt al het materiaal vandaan?

“Wij beheren niet alleen overheidsarchieven maar ook particuliere archieven. Dus van verenigingen, sportverenigingen, huizen, families en parochies. En daarbij meer dan veertien duizend boeken van de 15e eeuw tot heden.”

Deel dit artikel

Lees volgende Ieder zijn vak
Personal trainer
Lees volgende artikel
Genoeg