Gijs Sars is installateur van beroep en dit jaar ook prins van de Donderböl. Hoe hij een eigen bedrijf runt en daarnaast een goede prins is, vertelt hij met enthousiasme.
Hoe vind je het om prins te zijn?
“Ik loop af en toe op wolkjes. Het is zó gaaf. Het begon al nadat ik uitgeroepen ben als prins. We hebben meteen een leuk feestje gebouwd. We zijn bij de Kitsuule geweest. Dat was gigantisch leuk. De dag erna bij café De Schuit op de Schuitenberg. Dat is nu ons ‘sjtadshoes van de Donderböl’. Het was ouderwets gezellig. Na sluitingstijd nog met een man of veertig naar ons huis. Alle meubels aan de kant, worst aangesneden...en wel tien potten koffie getapt. Iedereen wilde koffie. Dit gebeurde allemaal ongepland. De laatste ging om half zes ’s morgens weg! Ook afgelopen zaterdag,, ik heb de hele tijd op de tafel gestaan. Nog geen tijd om naar de wc te gaan. Ik voel ook geen moeheid. Ik drink niet, tenminste geen bier, alleen fris. Daarom kan ik me ook alles herinneren, ik kan de film helemaal terugdraaien. Gemeenschapshuis De Donderieis een toplokatie. ik had receptie en een stuk verder op in de zogenaamde ‘kerkzaal’ waren de mensen aan het walsen.”
Wilde je altijd al prins worden?
“Ik ben een Brabander en kom uit Oeteldonk (Den Bosch), maar ik woon al 25 jaar in Roermond. Mijn dochters wilden op een goede dag bij de dansgarde van de Donderböl. Toen moesten die meiden steeds gebracht en gehaald worden. Dus kwam ik meer in contact met de vereniging. Ik kreeg steeds vaker te horen, als je toch steeds er bij bent, kun je net zo goed die muts opzetten. Toen ben ik bij de Raad van Elf gegaan. Van het een kwam het ander.”
Wat vind je familie er van?
“Toen ik gevraagd werd om prins te worden moest ik dat geheim houden. Ik heb twee dochters van 10 en 13 jaar, Rachelle en Anouk en een zoon, Ralph van 16 jaar. De vriendin van mijn zoon, Rebecca, danst bij de damesgarde en leert de kleintjes dansen. Mijn zoon is een van mijn adjudanten. Mijn vrouw is de vrouw van de prins en gaat overal mee naar toe. De hele familie is betrokken en ze vinden het prachtig.”
Hoe combineer je het prinsschap met je beroep?
“Ik heb een eigen bedrijf samen met mijn vrouw. Loodgieterswerk, sanitair, verwarming, ventilatie, airco’s, elektriciteit, telefooncentrales, alarmen. We hebben het bedrijf nu zes jaar met tien man personeel. We werken voor negentig procent bij particulieren. We doen groot maar ook klein werk. Dus ik kan mijn werktijden een beetje zelf indelen. Daarbij is plannen mijn beroep. In mijn werk moet ik veel vooruit plannen. Ik merk wel dat ik altijd veel ’s avonds gewerkt heb. Dat schiet er nu wat bij in. Dat breekt me een beetje op. Het is gelukkig een kort seizoen, dat komt goed uit. Daarna kunnen we weer gewoon in het oude ritme. Mijn vrouw heeft het er ook druk mee. Maar we willen dit graag, dus je hebt er wat voor over.
Vertel eens over de onderscheiding die je als prins geeft?
“ Het is een bijzondere onderscheiding. We hebben het in Taiwan laten maken. Het is eigenlijk een soort kussentje dat als je er op drukt warm wordt. Dit om koude handen of een koude nek tijdens de optocht te voorkomen. Het blijft ongeveer een uur warm. Daarna kun je het wel 1000 keer even koken en weer gebruiken.”