Ieder zijn vak

kraamhulp
Door
Mar-Li Wingens
19 augustus, 2004

Francie Godschalk (44) is al ruim 20 jaar kraamhulp. Zij oefent dit vak met veel enthousiasme uit en raakt niet uitgepraat over moeders, baby’s en vaders, vroeger en nu. Zelf is ze moeder van een tweeling van 20 jaar. Ze kan dus uit eigen ervaring meepraten over bevallen.

Komt een kraamhulp nog steeds van 8.00 tot 19.00 uur gedurende10 dagen in een gezin?

Francie: “Nee, wij we werken volgens de arborichtlijnen en dat houdt in 8 uur op een dag werken. Wij zijn wel het enige vak waarbij we 8 dagen aan één stuk mogen werken. Ik vind dat heel prettig. Anders zou je bijvoorbeeld 4 dagen in een gezin zijn en dan moet je al weer weg. Dit gebeurt tegenwoordig toch wel omdat we nu op roosters werken. Daar is niets aan te doen. Ik moet zeggen dat ik eindelijk een privéleven heb. Ik kan nu mijn leven gewoon plannen. Tegenwoordig kunnen de ouders kiezen voor drie uur, vijf uur of acht uur kraamzorg, gedurende 8 dagen. Deze zorg is dan gegarandeerd. Dat is in andere plaatsen wel eens anders. Daar is vaak een tekort aan kraamhulpen.”

Wat doet een kraamhulp precies?

“Ik word opgeroepen als de bevalling aan de gang is. Dat kan dus ook s’nachts zijn. Daarna hangt het er vanaf welke zorg de ouders gekozen hebben. Bij drie uur per dag komt ik twee keer per dag moeder en kind verzorgen. Bij vijf uur per dag hetzelfde plus de was en het sanitair bijhouden, maar niet koken bijvoorbeeld. Of men kiest voor 8 uur per dag. Soms krijgen de jonge ouders spijt als zij bijvoorbeeld voor 5 uur hulp gekozen hebben. Dan willen ze toch heel graag acht uur. Gelukkig kan dat meestal bij ons. Thuiszorg Midden-Limburg is de enige kraamcentrum in Nederland dat genoeg hulpen heeft.”

Wat vind jij leuk aan je vak?

“ Ik geniet elke dag van mijn vak. Het is zó leuk. Je gaat steeds naar een ander gezin. Ik maak (bijna) altijd vreugde mee. Mensen zijn altijd blij als ze een kind krijgen. Zeker tegenwoordig. De meeste kinderen zijn gepland.”

Welke zijn de verschillen met vroeger?

“De mensen zijn nog altijd even blij met de kinderen, dat wel. Maar de ouders zijn veel mondiger, veel beter voorbereid op de bevalling. Ze lezen daar meer over. Qua huishouden...nu hebben we een wasmachine, een droger, een vaatwasmachine en een magnetron. Wij noemen dat DAMP-gezinnen (droger-afwas-en wasmachine-magnetron en pampers). Maar je hebt ook RAMP-gezinnen. In sommige buitenlandse gezinnen komt het wel eens voor dat er geen wasmachine is. Die vrouwen wassen in de badkuip alles op de hand uit. Daar hoef je geen beddegoed te verschonen, het wassen is veel te veel werk.”

Vertel eens een leuke anekdote?

“Vroeger waren de mensen niet zo goed voorgelicht. In 1978, ik was toen nog leerling, zei een jonge moeder tegen mij: ‘Zuster, wanneer prik je nou gaatjes in mijn tepels. Dan kan ik borstvoeding geven?’ Zoiets komt echt niet meer voor. Er komen wel eens communicatiestoornissen voor met buitenlandse vrouwen die geen Nederlands spreken. Maar met handen en voeten komen we er wel uit. Ik vind dat heel erg leuk om te werken in een buitenlands gezin. Daar is bevallen echt een vrouwenaangelegenheid. De mannen zijn er bijna nooit bij, ze komen ook niet op kraamvisite.”

Ben jij altijd bij de bevalling?

“Bij de bevalling thuis, ben ik er bij. In het ziekenhuis dus niet. Voor een bevalling mogen ze mij s’nachts altijd wakker maken. Nog steeds na al die jaren.”

Deel dit artikel

Lees volgende Ieder zijn vak
vakantiehulp
Lees volgende artikel
Doorgeslagen