Ieder zijn vak

Manager van een boerderij met een beetje meer
Door
Mar-Li Wingens
11 juni, 2010

Manager van een Boerderij met een beetje meer

Hilde Mesman (40) heeft een groot hart. Ze wijst niemand de deur die

hulp nodig heeft. Ze zegt zelf dat ze een echte ‘mama’ is, niet

alleen van haar eigen kinderen Joep en Lineke maar van alle kinderen

en jong-volwassenen die zij onder haar hoede heeft.

Wat doe je precies?

Hilde: “Het is geen ‘zorgboerderij’ maar een boerderij met een beetje

meer. Ik doe het op mijn eigen manier. Ik luister om te beginnen heel

goed naar de kinderen en jongeren. Ze hebben allemaal speciale zorg

nodig. Die zorg is voor iedereen verschillend.”

Hoe is een en ander begonnen?

“Mijn hart ging altijd al speciaal uit naar pubers. Moeilijk?

Misschien, maar mij heeft het altijd aangetrokken. Om zelfstandig te

kunnen werken heb je opleidingen nodig. Ik had alleen huishoudschool

en middelbare opleiding. Daarna heb ik 14 jaar in gespecialiseerde thuiszorg gewerkt,

gezinnen met een meervoudige problematiek.

Tijdens mijn huwelijk en terwijl ik een baan had en twee kleine kindjes ben ik de opleiding

‘Management’ gaan doen en daarna de opleiding ‘Maatschappelijk Werk’.

Ik heb alles gehaald met veel hulp van mijn leraren. Theorie is niet mijn

sterkste kant. Joep en lineke zijn nu

negen en elf jaar. Ik woon tegenwoordig alleen met de kinderen.

Werken bij Bureau Jeugdzorg trok me niet vanwege de bureaucratie. Via

via diende zich mijn eerste cliënt aan, een autistische jongen. Hij

wilde meer geactiveerd worden. Hij had geen sociale contacten en hij

kwam bij ons de paarden en andere dieren verzorgen. Het is geen

echte boerderij maar wel met het huiselijke van een boerderij en

enkele dieren. ”

Ben je voor jezelf begonnen?

“Inderdaad. Er diende zich de tweede en de derde cliënt aan. Mijn

cliënten hebben allemaal een PGB, een Persoons Gebonden Budget.

Ouders beslissen zelf welke, hoeveel en waar ze zorg inkopen. Alles

gebeurde in ons huis. We maakten plek op zolder. Het was een komen

en gaan. Op een gegeven moment moest ik mensen aannemen om mee te

helpen. Er kwamen ook andere locaties bij. We hebben nu rond de 70

cliënten en 45 medewerkers.”

Hoe noem je de vorm waarin je werkt?

“Ik weet het niet! Er is geen naam voor. De ouders van onze cliënten

bepalen helemaal zelf hoe de zorg voor hun kind er uit ziet. Ook

wordt er geluisterd naar wat de kinderen zelf willen. Sommige

kinderen gaan halve dagen naar school en komen de middagen bij ons,

anderen komen in crisissituaties een paar nachten logeren, weer

anderen komen in de vakanties. We vormen altijd kleine groepjes en

leren de kinderen en jong volwassenen wat ze nodig hebben.”

Hoe kom je aan de diverse locaties?

“Ik heb drie woonhuizen gekocht in Neer en twee lokaties die ik huur. Ik wil geen instelling

worden waar alles volgens vaste regeltjes gaat. We hebben in een

locatie de kinderen tot 16 jaar ondergebracht en dan is er nog op een

andere locatie de tak jong-volwassenen die begeleiding nodig hebben.

Een aantal woont daar permanent en een aantal woont thuis en komen

overdag naar ons.Veel clienten ook uit eigen dorp. Ik kan niet hun problemen oplossen maar ik reik hun

een hand en probeer zo goed mogelijk hun

hulpvraag beantwoorden. “ Ik probeer goed grenzen aan te geven en duidelijk te zijn.

Welke zijn de criteria om bij jou terecht te kunnen?

“Die zijn er niet. Bij ons kan iedereen terecht van baby tot jong –

volwassene. Voor kinderen is het meestal een fijne

vrijetijdsbesteding en ontlasting van de ouders. Het zijn wel

allemaal kinderen met een problematiek. De zakelijke kant moet goed

geregeld worden, juist omdat we zo divers zijn. Wat de cliënt nodig heeft, proberen bij te

bieden. Het is altijd maatwerk. Dat is ook de reden waarom het nodig

is dat bij mij zoveel mensen werken.”

Komt er veel organisatie bij kijken?

“Heel wat. Vooral nu de vakantie er aan komt. Verschillende

medewerkers zijn een heel schema op aan het stellen met de wensen van

de kinderen. De een wil knutselen, de ander zwemmen en een volgende

wil leren fietsen of koekjes bakken. We gaan ook veel de natuur in.

Ik wil zelf niet alleen maar op kantoor zitten. Zo meteen heb ik

bijvoorbeeld een afspraak met een jongere die een week kwijt is

geweest en ik zie hem zo meteen. Ik ben zó blij als ik hem zie.

Soms ga ik jongeren s morgens uit bed halen als ouders het niet voor elkaar

krijgen. Of regelmatig ga ik s nachts het bed uit als er ergens in een thuissituatie crisis is.

Op dat vlak ligt mijn hart en niet bij het kantoorwerk. Dat kunnen anderen veel beter.”

Welke zijn je toekomstplannen?

“Ik heb nu sinds een tijdje mijn werk gescheiden van thuis. Ik vang

op dit moment geen kinderen in mijn huis op. Maar ik wil wel af en

toe kinderen in crisissituaties voor een week of veertien dagen bij

mij thuis opvangen. We hebben onlangs een ‘werkhuis’ gehuurd en

ingericht met een keuken waar jongeren kunnen koken en een werkplaats

voor houtbewerking enz. In de toekomst zou ik een huis willen kopen

in Portugal waar jongeren drie maanden kunnen verblijven en werken.”

Heb je nog een wens?

“Wat ik heel fijn zou vinden is als mijn dorpsgenoten uit Neer eens

bij ons kwamen kijken. Gewoon bij ons op bezoek en met eigen ogen

zien hoe het bij ons toegaat. Hierbij nodig ik de mensen van Neer van

harte uit.

Deel dit artikel

Lees volgende Ieder zijn vak
Directeur Kappers Academie Roermond
Lees volgende artikel
Sfeertje