Manager van een Boerderij met een beetje meer
Hilde Mesman (40) heeft een groot hart. Ze wijst niemand de deur die
hulp nodig heeft. Ze zegt zelf dat ze een echte ‘mama’ is, niet
alleen van haar eigen kinderen Joep en Lineke maar van alle kinderen
en jong-volwassenen die zij onder haar hoede heeft.
Wat doe je precies?
Hilde: “Het is geen ‘zorgboerderij’ maar een boerderij met een beetje
meer. Ik doe het op mijn eigen manier. Ik luister om te beginnen heel
goed naar de kinderen en jongeren. Ze hebben allemaal speciale zorg
nodig. Die zorg is voor iedereen verschillend.”
Hoe is een en ander begonnen?
“Mijn hart ging altijd al speciaal uit naar pubers. Moeilijk?
Misschien, maar mij heeft het altijd aangetrokken. Om zelfstandig te
kunnen werken heb je opleidingen nodig. Ik had alleen huishoudschool
en middelbare opleiding. Daarna heb ik 14 jaar in gespecialiseerde thuiszorg gewerkt,
gezinnen met een meervoudige problematiek.
Tijdens mijn huwelijk en terwijl ik een baan had en twee kleine kindjes ben ik de opleiding
‘Management’ gaan doen en daarna de opleiding ‘Maatschappelijk Werk’.
Ik heb alles gehaald met veel hulp van mijn leraren. Theorie is niet mijn
sterkste kant. Joep en lineke zijn nu
negen en elf jaar. Ik woon tegenwoordig alleen met de kinderen.
Werken bij Bureau Jeugdzorg trok me niet vanwege de bureaucratie. Via
via diende zich mijn eerste cliënt aan, een autistische jongen. Hij
wilde meer geactiveerd worden. Hij had geen sociale contacten en hij
kwam bij ons de paarden en andere dieren verzorgen. Het is geen
echte boerderij maar wel met het huiselijke van een boerderij en
enkele dieren. ”
Ben je voor jezelf begonnen?
“Inderdaad. Er diende zich de tweede en de derde cliënt aan. Mijn
cliënten hebben allemaal een PGB, een Persoons Gebonden Budget.
Ouders beslissen zelf welke, hoeveel en waar ze zorg inkopen. Alles
gebeurde in ons huis. We maakten plek op zolder. Het was een komen
en gaan. Op een gegeven moment moest ik mensen aannemen om mee te
helpen. Er kwamen ook andere locaties bij. We hebben nu rond de 70
cliënten en 45 medewerkers.”
Hoe noem je de vorm waarin je werkt?
“Ik weet het niet! Er is geen naam voor. De ouders van onze cliënten
bepalen helemaal zelf hoe de zorg voor hun kind er uit ziet. Ook
wordt er geluisterd naar wat de kinderen zelf willen. Sommige
kinderen gaan halve dagen naar school en komen de middagen bij ons,
anderen komen in crisissituaties een paar nachten logeren, weer
anderen komen in de vakanties. We vormen altijd kleine groepjes en
leren de kinderen en jong volwassenen wat ze nodig hebben.”
Hoe kom je aan de diverse locaties?
“Ik heb drie woonhuizen gekocht in Neer en twee lokaties die ik huur. Ik wil geen instelling
worden waar alles volgens vaste regeltjes gaat. We hebben in een
locatie de kinderen tot 16 jaar ondergebracht en dan is er nog op een
andere locatie de tak jong-volwassenen die begeleiding nodig hebben.
Een aantal woont daar permanent en een aantal woont thuis en komen
overdag naar ons.Veel clienten ook uit eigen dorp. Ik kan niet hun problemen oplossen maar ik reik hun
een hand en probeer zo goed mogelijk hun
hulpvraag beantwoorden. “ Ik probeer goed grenzen aan te geven en duidelijk te zijn.
Welke zijn de criteria om bij jou terecht te kunnen?
“Die zijn er niet. Bij ons kan iedereen terecht van baby tot jong –
volwassene. Voor kinderen is het meestal een fijne
vrijetijdsbesteding en ontlasting van de ouders. Het zijn wel
allemaal kinderen met een problematiek. De zakelijke kant moet goed
geregeld worden, juist omdat we zo divers zijn. Wat de cliënt nodig heeft, proberen bij te
bieden. Het is altijd maatwerk. Dat is ook de reden waarom het nodig
is dat bij mij zoveel mensen werken.”
Komt er veel organisatie bij kijken?
“Heel wat. Vooral nu de vakantie er aan komt. Verschillende
medewerkers zijn een heel schema op aan het stellen met de wensen van
de kinderen. De een wil knutselen, de ander zwemmen en een volgende
wil leren fietsen of koekjes bakken. We gaan ook veel de natuur in.
Ik wil zelf niet alleen maar op kantoor zitten. Zo meteen heb ik
bijvoorbeeld een afspraak met een jongere die een week kwijt is
geweest en ik zie hem zo meteen. Ik ben zó blij als ik hem zie.
Soms ga ik jongeren s morgens uit bed halen als ouders het niet voor elkaar
krijgen. Of regelmatig ga ik s nachts het bed uit als er ergens in een thuissituatie crisis is.
Op dat vlak ligt mijn hart en niet bij het kantoorwerk. Dat kunnen anderen veel beter.”
Welke zijn je toekomstplannen?
“Ik heb nu sinds een tijdje mijn werk gescheiden van thuis. Ik vang
op dit moment geen kinderen in mijn huis op. Maar ik wil wel af en
toe kinderen in crisissituaties voor een week of veertien dagen bij
mij thuis opvangen. We hebben onlangs een ‘werkhuis’ gehuurd en
ingericht met een keuken waar jongeren kunnen koken en een werkplaats
voor houtbewerking enz. In de toekomst zou ik een huis willen kopen
in Portugal waar jongeren drie maanden kunnen verblijven en werken.”
Heb je nog een wens?
“Wat ik heel fijn zou vinden is als mijn dorpsgenoten uit Neer eens
bij ons kwamen kijken. Gewoon bij ons op bezoek en met eigen ogen
zien hoe het bij ons toegaat. Hierbij nodig ik de mensen van Neer van
harte uit.