Ieder zijn vak

Mimakker
Door
Mar-Li Wingens
10 september, 2010

Ans van Hoesel (55) verandert op slag van persoon als zij haar schmink opdoet, haar simpele clownskleren aantrekt. Haar mimiek, haar houding, ze ineens niet meer Ans maar BEppIE, de clown.

Vertel iets over dit initiatief?

“De stichting heet Mimakkus en wij als clowns heten Mimakkers. We willen eigenlijk van de naam ‘clown’ af omdat men vaak denkt aan gek doen. Maar wat wij doen is contact leggen met mensen. Clinic clowns zijn er voor kinderen die in het ziekenhuis liggen en Mimakkers zijn er voor dementerende mensen en mensen met een geestelijk beperking.”

Hoe ben jij Mimakker geworden?

“Ik doe al tien jaar, samen met mijn vrouw Rica, acties voor de Clinic clowns. We stonden vaak op markten om de Clinc clowns onder de aandacht te brengen. Ongeveer zes jaar geleden ben ik een opleiding voor Clinci clown in Tilburg en in Aerle-Rixtel gaan doen. Toen kwam ik in aanraking met Mimakkus en ik ben daar eens informatie gaan vragen. Ik ben gaan kijken hoe het er aan toe ging. Maar ik had niets met oude mensen...dacht ik!”

En toen?

“Gaande de weg, ik ben enkele keren gaan kijken, werd het steeds leuker. Ik smolt eigenlijk. Toen heb ik twee workshops gevolgd want je mag niet zomaar beginnen. Ondanks dat ik al een opleiding afgesloten had, ben ik aan de opleiding tot Mimakker begonnen. Dat was pittig. Af en toe heb ik een traantje gelaten omdat ik dacht dat ik het nooit zou leren. Gelukkig heeft mijn vrouw mij altijd gesteund. Je komt helemaal bij je diepste gevoel en het heeft me rijker gemaakt als mens.”

Wat maakt Mimakkers zo bijzonder?

“Het doet veel met de mensen, want dáár doe je het voor. Het gaat om contact maken. Met sommige mensen heb ik direct contact en soms zit ik wel een kwartier naast iemand en probeer te ‘spiegelen’. De meeste mensen hebben heldere momenten en dan heb je echt contact. Enkele maanden geleden was ik bij een mevrouw die tegen mij zei: ‘ga weg, eng mens’. Ze was bang voor mij. De laatste keer dat ik haar zag, bleef ze al gewoon zitten toen ze me zag. Dat betekent dat ze me aanvaardt. Een mijnheer liep altijd weg als hij me zag. Vandaag nam hij een spekkie van me aan en gaf me tot twee keer toe een hand.”

Heb je een vast programma?

“Nee, ik kan nooit van tevoren zeggen hoe iets loopt. Ik trek mijn clowns kleren aan en zet meestal een rustig muziekje op. Ik maak mezelf helemaal leeg, daar heb ik een methode voor. Positieve energie, rust in mezelf krijgen. Dan ga ik naar de mensen toe. En al ben ik al 100 keer bij dezelfde mensen geweest, ik kom binnen alsof het de eerste keer is. Ik kijk verwonderd naar ze en de meeste mensen reageren daarop. Wat de mensen mij aanreiken wat reactie betreft, daar speel ik op in. Ik ga echt geen grapjes maken of gek doen. Het is belangrijk dat ik de mensen in hun waarde laat. Ik geef ze complimentjes over hun uiterlijk en laat ze daarbij in de spiegel kijken. Dan moeten ze vaak lachen. Ik probeer maatjes met ze te worden, gewoon op gelijk niveau. Ik ga ook altijd ‘door de knieën’ zodat we ook letterlijk op gelijk niveau zijn. Echt samen zijn, samen lachten maar ook schelden of kwaad zijn. Ik probeer dan die boze bui om te buigen naar een betere bui. Soms moet ik zoeken op welke manier ik contact kan maken. Bij een jongen met een verstandelijke beperking kwam ik er achter dat zachtjes blazen over zijn gezicht een glimlach tevoorschijn toverde. “

Hoort een clown niet bij kinderen?

“Je moet een clown als een archetype zien. Oude mensen herkennen een clown, net als een pastoor of een verpleegster. Het is een herkenningsmiddel voor demente mensen.

Is het je werk?

“Ik hoop er mijn werk van te maken. Ik heb nu vier opdrachten uitgevoerd in een groep in Heythuysen. Ik ben volop bezig met solliciteren. Ik zou het liefste in vaste dienst in bijvoorbeeld een verpleeghuis komen en als het niet anders kan blijf ik free lancer.”

Deel dit artikel

Lees volgende Ieder zijn vak
Kleuradviseur
Lees volgende artikel
Onrustig