Claudia Nijsen (40) heeft samen met haar man Jannie (42) een viskraam. Ze staan op vaste dagen op drie vaste locaties in Roermond. Claudia is niet op haar mondje gevallen, houdt van een goede grap maar ze is zeer zeker geen ‘viswijf’.

Hoe zijn jullie ‘in de vis’ terecht gekomen?

Claudia: “Per toeval. Ik heb acht jaar in de kraam van de vishandel gewerkt. Part-time. Toen de toenmalige eigenaar ging stoppen, kregen wij de mogelijkheid om de kraam over te nemen.”

Wat deed je nog meer?

“Ik werkte op de kermis met Jannie. Wij stonden op kermissen met verschillende attracties . We hebben onder andere een rups gehad (waar vroeger de onkuisheden in gepleegd werden!), kindervliegtuigjes en een inktvis. In 1997 is de loods afgebrand waar onze attracties in de winterberging stonden. Toen hadden we niets meer. Na twee jaar zijn we opnieuw begonnen. Het hart van Jannie ligt op de kermis maar met het hart kun je geen rekeningen betalen. We moesten realistisch blijven. Ik ga graag met mensen om. Daarom vind ik het werk in de viskraam ook heel leuk.”

Zijn er ook voordelen aan verbonden?

“We werken dicht bij huis. We hebben de weekenden vrij. Het is wel zwaar werk maar je hebt een stabiel en regelmatig leven. Ons ‘winkeltje’ is een wagen, een viskar. Hoe je het noemen wilt. Daarom is het mogelijk om op verschillende locaties te staan. Ik werkte dus al acht jaar in de viskraam en nu werken Jannie en ik er samen.”

Werkt Jannie ook met plezier?

“In het begin was het wel wennen. Nu vindt hij het hartstikke leuk. Dit jaar in mei hebben we de wagen officieel overgenomen. Thuis hebben we een koeling en een vriescel. Wij krijgen onze vis gewoon uit Volendam. Morgenvroeg om zeven uur staat onze leverancier weer met de verse vis voor de deur. We hebben de naam Vishandel Dulles aangehouden. Die eer komt die man gewoon toe, vind ik. Hij heeft hier veertig jaar met zijn vis gestaan.”

Welke vissoorten verkopen jullie?

“Niet alles. We zijn geen winkel. Wij kunnen ons niet specialiseren, daar hebben we de ruimte niet voor. Wij verkopen de standaardartikelen. Maatjes, paling, gebakken vis, kibbeling, garnalen. Ook verse vis maar geen uitgebreid assortiment. Maar als iemand speciale wensen heeft, kan hij altijd bij ons bestellen.”

Wordt er meer vis gegeten tegenwoordig?

“Dat weet ik niet. Vis wordt wel goed gepromoot. Het is gezond. Aangeraden wordt om twee keer per week vis te eten.”

Wat maakt jullie werk speciaal?

“De humor. Bij ons is heel veel humor aan de kar. Soms denk ik wel eens: ‘wat moeten andere mensen wel niet denken van ons’. We hebben klanten die al veertig jaar bij ons hun vis kopen. Ik ken ze dus ook al acht jaar. Een mop is nooit weg. Wij zijn niet formeel. Daarbij heb ik zelden slechte zin. Als ik dat had, zou ik het nooit laten merken. Van de tien klanten weet ik van acht wat ze komen kopen. Ze hoeven niets te zeggen, ik pak het zo in!”

Wat vinden jullie kinderen van de viskar?

“Wij hebben twee dochters, Jamie (22), zij woont samen en we worden opa en oma en Joan (17) is de andere dochter. Ze leren allebei nog. Ze hebben allebei al gezegd dat ze ons nooit zullen opvolgen. Ze zeggen: ‘het stinkt!”