Ieder zijn vak

Werktuigkundige en trompettist
Door
Mar-Li Wingens
19 februari, 2007

Willy Groen (47) heeft twee passies in zijn leven. Dat is meer dan menig ander. Hij heeft een technisch beroep en hij is daarnaast artiest. Hij kan deze twee passies goed met elkaar combineren.

Hoe is het allemaal begonnen in de muziek?

Willy: “Als jongetje van twaalf kwam ik bij de plaatselijke harmonie. Dat was in de jaren zeventig, echt zware muziek werd daar gespeeld. Dat was niet mijn smaak. Dus ik ging op bandjes, opgenomen van de radio, meespelen. Dat beviel een stuk beter. Ik kreeg ook vragen vanuit de kerk, om bijvoorbeeld bij een huwelijk het Ave Maria te spelen. Zo ging het balletje rollen.”

Kom je uit een muzikale familie?

“Nee, dat kan ik niet zeggen. Het waren meer mijn vriendjes, die mij op dit idee brachten. Wij speelden toen met z’n drieën trompet in de kerk. Mijn familie heeft het trompetspelen zeker wel gestimuleerd. Ze hebben veel geduld gehad met mijn oefenen. Ze stonden achter mijn hobby, maar zouden niet blij zijn geweest, als ik er mijn beroep van had gemaakt.

Mijn vrouw en kinderen spelen allemaal een instrument. Mijn vrouw speelt orgel, mijn zoon keyboard en mijn dochter speelt gitaar en zingt in een bandje. Hard rock, heel iets anders dan haar vader!”

Ben je achteraf blij met je keuze voor je beroep?

“Ik ben heel tevreden. Als beroepsmuzikant zou ik elke avond van huis zijn.. Dat vind ik best bezwaarlijk. In mijn beroep kan ik als werktuigkundige mijn technische knobbel gebruiken. Ik werk sinds kort weer in ploegendienst en heb dan op andere tijden vrij als dat ik iedere dag van acht tot vijf zou moeten werken. Op die manier kan ik mijn werk en de muziek heel goed combineren. Ik ben vaker overdag vrij en kan dan huwelijken en begrafenissen opluisteren. Verder kan dan ook bezig zijn met mijn geluidsbanden.”

Je doet verschillende dingen in de muziek?

“Ik treedt op bij feesten zoals verjaardagsfeesten en bonte avonden, maar ook bij huwelijksvoltrekkingen in kerk of gemeentehuis. Het opluisteren van een kerstmiddag heb ik ook al eens gedaan. Mijn optredens duren ongeveer een half uur. Het is dus niet zo dat ik gedurende een hele avond speel.

Bij kerkelijke aangelegenheden heb ik een orgel nodig. Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat mijn vrouw orgel speelt. Dus we spelen samen als dit mogelijk is. Soms werk ik met muziekbanden met orgelspel.

Ik speel ook nog in een boerenblaaskapel in Zuid-Limburg en de blaaskapel van Asenray. Daar spelen we tijdens carnaval, Kerst, Sinterklaas enz.“

Hoe bereid jij je voor?

“Mensen maken hun wensen kenbaar en daarop zoek ik dan mijn repertoire uit voor die avond of middag. Veel meer optredens in een jaar wil ik niet. Ik vind het zo wel prima. Mensen benaderen mij, omdat ze via via van mij gehoord hebben. Ik doe niets extra’s om optredens te krijgen.”

Wanneer is een optreden op een feest gelukt?

“Als ik een zaal in beweging krijg. Dat is dan op de zogenaamde ‘zittende feesten’ zoals een bonte avond. Als ik ze aan het ‘schunkelen’ krijg of aan het dansen, is het goed. Ik probeer de zaal ‘aan de gang’ te krijgen.”

Deel dit artikel
Lees volgende artikel
Manana