Ieder zijn vak

Zangpedagoge
Door
Mar-Li Wingens
1 januari, 2008

Ineke de Groot (45) is geboren in Groningen. In 1990 in Roermond terecht gekomen door haar partner die hier zijn bedrijf heeft. Dit deel van Nederland is heel muziekminnend. Kortom een mooie bodem om te gedijen.

Waarom ben je zangpedagoge geworden?

Ineke: “Ik heb altijd graag en veel gezongen, ook al als kind. Na mijn middelbare school ben ik geschiedenis gaan studeren. Ik maakte die keuze omdat ik er eigenlijk niet aan dacht om van zang mijn beroep te maken. Ik kwam er achter dat ik niet blij van geschiedenis werd. Het ging eigenlijk over de steeds weerkerende fouten die de mensheid maakt. Na twee jaar ben ik auditie gaan doen op het conservatorium.”

Was je ook al bezig met muziek maken?

“Ik zat in diverse jazzbandjes als zangeres. Dat moet je natuurlijk durven. ik had daar geen last van. Wel natuurlijk van wat plankenkoorts. Ik zag het meer als een uitwisseling van plezier. Benjamin Zenden, dirigent van Bostom Philharmonic Orcherster., geeft bedrijfstrainingen op hoog niveau, Hij zei ooit: ‘muziek is een cadeautje’. Dat heb ik onthouden en dat zeg ik ook tegen mijn kinderen. Van muziek maken krijg je energie en je geeft energie door aan je publiek.. Je publiek ontvangt een energie-cadeautje. Het maakt mensen blij. Het is een andere vorm van iets geven.”

Maken jullie kinderen ook muziek?

“Mijn kinderen Gita (9) en Claire (7) spelen piano en viool. Ze hebben ook helemaal geen schroom om voor publiek te spelen. Mijn partner heeft ook een aantal jaren conservatorium gedaan. Zijn vader en grootvader waren ook al bekende figuren in de muziekwereld. Grootvader heeft onder andere het bekende lied “De Wielewaal’ geschreven! We zijn thuis inderdaad veel met muziek bezig.”

Is zingen een talent?

“Ja, maar je moet er wel iets voor doen. Je moet er in groeien. Je moet je stem ontwikkelen. Ik ben het conservatorium gaan doen maar dat was bepaald niet gemakkelijk. Dat heeft te maken met je voor opleiding, maar ook met je ontwikkeling als mens. Ik heb jaren les gehad van iemand die dacht dat ik een sopraan was. Achteraf gezien ben ik een mezzo-sopraan. Soms kom je er pas na een hele tijd achter wat de docent precies bedoeld. Ik had erg weinig basis op muziekgebied en daarbij maak je als jong mens ook nog een grote ontwikkeling door. Ik denk datje op het conservatorium leert samenwerken en contacten legt. Je leert daar niet het hele vak.”

Wie zijn jouw leerlingen?

“Bijvoorbeeld Susan Zeegers, een fenomenale stem. Dat was al zo toen ze bij mij binnenkwam. Zij heeft nu conservatorium gedaan en zij kan met haar bestaande stem goed verder. In mijn geval moest ik me een stuk techniek eigen maken. Ik kan heel goed les geven. Ik weet bijvoorbeeld wat je niet moet doen. Ik vind ook het heel leuk om les te geven. Aan mensen die in het vak zitten en aan mensen in bands en koren. Ik ben verbonden aan het CK, daar geef ik ook les. Het moet klikken tussen mij en de leerling. Dat is belangrijk.”

Treed je zelf ook nog op?

“Ik heb twee jaar geleden een concert gegeven in het CK. Een concert voorbereiden duurt maanden. Ik ben op dit moment te veel met andere dingen bezig,, de tijd ontbreekt. Als ik zing is dat klassiek. Operastukken, Verdi, het Duitse, Italiaanse of Franse lied, Vivaldi.”

Wat ik het mooie vind aan zang is dat je je eigen instrument bent en dat je er energie krijgt. Het regenereert je lichaam. Je stelt je lichaam open voor de ademhaling. Daarom hebben mensen die in een koor zingen zoveel energie na het zingen. Het doet iets met je als mens.

Deel dit artikel

Lees volgende Ieder zijn vak
Transpersoonlijk therapeut
Lees volgende artikel
Wat spaart u?