Mevrouw Gerda Beurskens van de Hamstraat kent iedereen. Zij is niet weg te denken uit de binnenstad. Zij woont al vanaf haar geboorte in hetzelfde huis. Mevrouw Beurskens nam de zaak van haar vader over in 1964, een zaak in hoeden en petten, sokophouders en manchetknopen.
Bent u nog niet van plan om op uw lauweren te gaan rusten?
Mevrouw Beurskens: “Ik heb klanten uit Haarlem, uit de Achterhoek, uit Noordwijk, uit Amsterdam, uit alle windstreken. Ze zeggen tegen mij:’mevrouw, blijf alstublieft werken, we kunnen nergens meer deze hoeden en petten kopen!’ “Ik krijg mijn hoeden en petten uit Italië en Duitsland. Uit Frankrijk krijg ik de echte franse baretten. Tja, het kan morgen afgelopen zijn met mij. Maar de Munsterkerk sluit een paar maanden in verband met de renovering. Dus ik moet wel blijven leven omdat ik nu niet in deze kerk terecht kan voor mijn begrafenis, ha ha”
Is de zaak iedere dag open?
“ Nee, op maandag ben ik dicht, als het erg warm is doe ik ook de deur op slot en gewoon als ik geen zin heb! Dan ga ik lekker naar de overkant op het terrasje een slagroomgebakje eten. Ik ben gek op slagroom. En dan doe ik ook nog slagroom in de koffie! Maar zoals bijvoorbeeld gisteren, had ik het zo druk dat ik niet eens naar een verjaardagsfeest kon gaan. Constant klanten. Vanmiddag heb ik pas een klant gehad, O, daar gaat de bel...”
Wat doet u in uw vrije tijd?
“ Op zondag en maandag neem ik altijd twee of drie dames mee in mijn auto. Dat is soms wel wat lastig omdat ik maar een tweedeursauto heb en dan zeg ik: ’Jullie hebben niet genoeg gebeden want ik heb geen nieuwe auto gewonnen in de lotto. Dus we moeten het er maar mee doen!’ “We lachen er maar mee. Op zondag gaan we naar Haelen naar de Vogelmolen, dan voeren we eerst de eenden. De eenden kennen mijn auto al, dan komen ze al aanwaggelen. Je gelooft het niet als je het niet gezien hebt! Daarna gaan we een hapje eten in het restaurant. Op maandag gaan we naar het Boshotel, tenminste in de winter. In de zomer gaan we naar de Veerman. Als het in de zomer mooi weer is dan sluit ik de winkel, dan komt er toch geen mens. Dan bel ik de dames op en dan gaan we naar een leuke lokatie en we eten daar ook een hapje. Ik kook niet meer zelf. Ik ga een paar keer per week bij het Godshuis eten of ik ga naar een restaurant. Ik heb al mijn pannen weggedaan!”
Kunt u zich voorstellen om ergens anders te wonen?
“ Nee, ik heb hier mijn hele leven gewoond. Heel vroeger was het één huis met de buren, dat zie je aan de gevel. In de oorlog is een dakkapel er af geschoten. Dat is erg jammer, want het was een hele mooie dakkapel. Dat zie je nog bij de buren. Na de oorlog was er geen geld om zo’n dakkapel te herbouwen. Mijn huis is ook kleiner dan dat van de buren, Hun gang en trappenhuis ligt eigenlijk in mijn huis. Ik heb ook nog een buitentoilet. Ik zou niet weten waar ik dat anders zou moeten plaatsen.”
Welke wensen hebt u?
“ Een vierdeursauto, een Fiat. Heerlijk met een open dak. Ik rij altijd Fiat. Ik ben gekeurd en ik mag nu weer drie jaar rijden. Ik lees alles zonder bril en ik doe ook de boekhouding zonder bril. Ik hoop verder dat we een mooie zomer krijgen, overdag heerlijk de zon en ‘s nachts wat regen.”