Als je ouder bent, alleenstaand en toch op jezelf wilt blijven wonen, kun je kiezen om samen met een of meerdere ouderen één huis te delen. Ieder heeft zijn eigen kamers en eigen spullen. Maar in tijden van nood ben je niet alleen.
Lilian (71) en Joom (72) zijn neef en nicht van elkaar en zij hebben het goed geregeld.
Lilian vertelt hoe alles reilt en zeilt.
Hoe kwamen jullie op het idee om in één huis te gaan wonen?
Lilian: “ Wij woonden allebei op de Donderberg. Joom in een huis en ik in een flat. We wilden allebei graag in de stad wonen. Wij zijn geboren en getogen in Roermond.
Wij wonen niet samen. Wij bewonen ieder onze eigen verdieping en regelen ieder onze eigen huishouding. We koken apart, we doen apart de boodschappen, we eten ook niet samen. Joom kookt ‘s middags en ik ‘s avonds.”
Doen jullie ook dingen samen?
“ Ja, we drinken gezellig samen koffie. We delen de tuin. De keuken ook, maar we hebben wel ieder onze eigen koelkast, kookgerei en servies. Als ik bijvoorbeeld frites maak, maak ik wat meer. Joom ruikt dat dan en dan krijgt hij ook een portie. Dat vind ik prima. Ook als ik bezoek heb en Joom wil een kop koffie of thee meedrinken, kan dat vanzelfsprekend. Maar we zijn allebei erg op onze privacy gesteld.”
Heb je hobby’s?
Lilian: “Ik heb altijd veel gelezen. Jammer genoeg zijn mijn ogen zo slecht geworden dat ik alleen nog maar gesproken boeken kan ‘lezen’. Daarbij heb ik gelukkig vriendinnen die mij voor komen lezen. Verder hou ik erg van muziek. Daar kan ik echt van genieten. Ik vind het prettig om mensen om mij heen te hebben en ik krijg dan ook veel bezoek. Ik ga graag naar rommelmarkten en zit zoveel mogelijk in de tuin met mooi weer. Liefst met familie en vrienden. Ik vond het ook altijd leuk om van de tuin een lusthof te maken. Maar dat wordt mij ook te zwaar. Dat komen nu Corrie en Jo voor mij doen. Zij hebben groene vingers”
Doe jij nog alles zelf in huis?
“ Nee, ik ben zeer slechtziend en heb nog een aantal mankementen. Daarom krijg ik hulp bij het poetsen. Boodschappen doen, koken, afwassen en de was doen, dat kan ik nog allemaal zelf.”
Hoeveel kamers heb je tot je beschikking?
Lilian: “ Ik woon op de begane grond. Daar heb ik een huiskamer en in het verlengde daarvan een serre. De serre is mijn slaapkamer. De huiskamer is ongeveer 18 meter lang. Daar kan ik al mijn spullen in kwijt. Ik hou van mooie prullaria, vooral die ik vind op rommelmarkten.”
Ga je ooit in een bejaardentehuis wonen?
“ Nooit! Tenminste dat hoop ik niet. Ik wil heel graag op mezelf blijven. Eigen baas zijn en doen wat ik wil. Het grote voordeel van wonen zoals ik dat doe is dat er iemand in huis is als de nood aan de man is. De ander kan dan altijd een arts bellen. Dus de kans is heel klein dat ik dagen of weken na mijn dood pas gevonden word.”