Lex Vervuurt (aad-prins van De Uul) is in zijn nopjes met zijn appartement. Hij woont daar vanaf 1996. Waarom en hoezo hij daar graag woont, vertelt hij met verve.
Waar woon je precies?
Lex: “Ik woon boven het Indisch restaurant. Vroeger was dat de winkel van Smeets met rieten meubelen. Toen was het één wooneenheid. Nu zijn het vijf appartementen. Waarvan de eigenaren van het restaurant er een bewonen, het grootste. Dat heeft vijf slaapkamers. Mijn appartement heeft twee slaapkamers. Ik had de eerste keus en heb gekozen voor het grootste van de overige vier appartementen.”
Als je uit het raam kijkt wat zie je dan?
“ Ik kijk uit op de Shell bij de Roerbrug, ik zie de Kapellerlaan en verder kan ik een stukje van de nieuwe tunnel zien, Daarbij ligt het Zwartbroekplein aan mijn voeten.”
Het je last van het verkeer?
“Helemaal niet. Overal is dubbel glad geplaatst. Ik hoor alleen de sirenes van de brandweer en de ziekenwagens. Het is een druk plein maar dat stoort totaal niet. Er is altijd wel wat te zien. Dat is wat ik graag wil. Ik woon overal dichtbij en ik werk in de stad. Dus ik heb geen auto meer nodig. Als ik ergens naar toe wil, ga ik met de trein. Ik heb een kortingskaart. Ideaal!”
Hoe is de indeling van je ruimte?
“ Ik heb een huiskamer van acht en een halve meter bij vijf en een halve meter. Een keuken van drie bij twee meter. Maar koken doe ik niet, daar heb ik een hekel aan. Ik maak dingen warm of stop ze in de magnetron. Dus de keuken is groot genoeg. Dan heb ik een trap in de kamer en boven zijn twee slaapkamers en een berging en de douche.”
Wat doe je met de tweede slaapkamer?
“De computer staat daar en ik bewaar daar mijn papieren. Ik ben voorzitter van Swift handbal. Daar heb ik aardig wat werk aan. Het is een echte werkkamer. Daarbij heb ik een flink balkon. Het prettigste is de lichtinval. Altijd zon, daar word ik vrolijk van.”
Waar heb je hiervoor gewoond?
“Op de Vismarkt in de Voorstad. Maar ik heb twee keer last van hoog water gehad. Daar bovenop kwam ook nog de aardbeving. Het huis verkeerde toen in zeer slechte staat. Toen hield ik het voor gezien.”
Hoe ben je ingericht?
“Een allegaartje. Gemakkelijke stoelen, boeken, Het past niet allemaal bij elkaar. Maar ik voel me thuis. Ik spaar clowns. Ik heb van een vriendin een vitrinekastje gekregen, daar staat mijn verzameling in. Dat is het enige wat nog aan mijn prinsschap herinnert. Ik ga nu met Vasteloavond als einzelgänger. Ich ’sjpeel mien sjpeel’.
Heb je je hele leven in Roermond gewoond.
”Bijna, Mijn ouders en wij, kinderen hebben vier jaar in Horn gewoond. Verschrikkelijk. Ik was iedere dag in de stad. Ik kon niet wennen. Mijn ouders hebben in 1976 de bakkerij van Brummans overgenomen. De hele familie was blij om terug te zijn in Roermond. Hier ga ik nooit meer weg.”