Ik ben 10 jaar
Ik zit op judo
Ik heet Imke
Ik ben 7 jaar
Ik zit ook op judo
Sjoerd vertelt:
Ik heb twee zusjes, Imke en Maud.
Imke zit ook op de judoclub in Nunhem. Maud is vijf jaar en is meer een type voor dansen en zo’n soort dingen.
Ik ben in Nunhem op judo omdat mama het een leuke club voor ons vond. Zij heeft in Nunhem gewoond. Ik heb daar een hele goede vriend gevonden,
Ik heb de groene band en een stukje van de blauwe band. Je begint met de witte band, daarna de gele, dan de oranje en daarna groen. Ik heb groen en ben op weg naar de blauwe. De laatste is de bruine band. Vorig jaar heb ik meegedaan aan een toernooi. Ik heb verloren van een vriendje maar we hebben wel de hele mat schoongeveegd. Imke en ik gaan iedere week trainen op woensdag. Imke van half zes tot kwart over zes en ik van zeven tot acht uur. Mama brengt ons, maar ik ga dan eerst naar mijn vriend en ik blijf daar ook eten. Dan gaan we samen naar de training en na afloop haalt mama mij op. Ik vind voetballen met vrienden ook leuk.
Ik zit op De Brink op school. Gym en ICT vind ik de leukste vakken. Ik vind school best gemakkelijk en daarom zit ik met nog enkele vrienden op Spaans en dat soort dingen. Thuis speel ik spelletjes op de game-boy. Mijn beste vrienden zijn Rick, Wouter, Daan, Bart, Roy en Luuk. Wij komen ook altijd bij elkaar op verjaardagsfeestjes. Het laatste feestje was op Kitskesberg, Daarvoor hebben we een speurtocht gehouden. We hebben ook een keer een klimmuur beklommen. Ik kwam maar tot de helft want het is écht hoog.
Imke aan het woord:
Ik zit ook op de Brink op school en ik zit nu ongeveer een jaar op de judoclub. Ik heb daar vriendjes gekregen maar die zie ik alleen op de club. Thuis kijk ik graag naar de tv, Pokémon vind ik het leukste programma. Op school vind ik gym en rekenen fijn. Mijn beste vriendin heet Amber. Wij bouwen graag hutten en we maken elkaar op met make-up. De ogen, nagels lakken. Voor het slapen moet ik er van mama alles afhalen. Toen ik jarig was, zijn we naar het bos gegaan. Daar was een doolhof. Mijn zusje was verdwaald. Ik was er het eerste uit en toen ben ik teruggegaan en mijn zusje kwam me toen achterna.