Helian Corbey (40) woont samen en heeft een zoontje van een half jaar, Jules. Zij heeft voor haar verhuizing gezongen in een barbershopkoor in Geldermalsen. Zo’n koor bestond nog niet in Roermond. Daarom richtte Helian er een op!

Wat is een barbershop koor?

“Barbershop wordt zonder begeleiding van instrumenten gezongen. Typisch is dat de op één na hoogste stem (lead) de melodie zingt. Daarboven zet de tenor de tweede stem neer. De bass geeft het geluid een solide ondergrond. De baritone kleurt het ene moment mee met de lead en het volgende moment met de bass. Het is altijd een mannen óf een vrouwenkoor omdat ze niet allebei in dezelfde toonsoort zingen.”

Waar komt barbershop zingen vandaan?

Helian: “De barbershopstijl is afkomstig uit Amerika. Het genre is ontstaan toen Amerikaanse immigranten zich bij de kapper wilden laten knippen en de wachttijd verdreven met zingen. Er begon er een met zingen en daar werd een tweede, derde en vierde stem bij gezocht. Tegen het einde van de vorige eeuw raakte het barbershop zingen uit. Maar in 1938 bedacht een advocaat in Kansas City dat barbershop zingen toch wel erg leuk was. Korte tijd later werd de groep SPEBSQSA opgericht. Het werd een succes en het barbershop zingen verspreidde zich snel. In 1977 werd het eerste Nederlandse barbershopkoor opgericht.”

Wat komt er nog meer bij kijken?

“ Gebaren en lichaamstaal ondersteunen de zang. Soms is het een echte show. Een barbershopper hoeft niet persé noten te kunnen lezen. Wat wel een vereiste is, is gevoel voor muziek en show, een redelijke stem en de kunst om de juiste toon vast te houden.”

Welke songs zingen jullie?

“Dat kan een liedje van Doris Day zijn, een evergreen, we zijn nu gospels in aan het studeren en speciaal geëngageerde liedjes voor barbershop. Elke barbershopper heeft een standaardrepertoire. Zo kan het gebeuren op een conventie van barbershop dat koren uit alle landen ter wereld samen kunnen zingen.”

Hoe kwam je op het idee om een koor op te richten?

“Ik zong in een gemengd koor (Vocal Group Young Spirit)en dat ging ter ziele. We bleven eigenlijk over met een stuk of tien vrouwen. Ik dacht: ‘dan kunnen we misschien wel een barbershop koor oprichten.’ Inmiddels hebben we een barbershopdirigente gevonden. We hebben nu dertien leden en zijn naarstig op zoek naar nieuwe leden. Als je het eenmaal gehoord hebt, ben je aangestoken door het virus. Het is zó leuk om te doen.”

Hebben jullie plannen om op te treden?

“Jazeker, als we eenmaal goed op gang zijn en goed genoeg om op te treden, doen we dat. Dan worden we ook lid van de overkoepelende organisatie ( Holland Harmony) en gaan naar de tweejaarlijkse conventie. Vanaf januari gaan we een keer per maand een mis zingen in Horn. We werken heel hard en iedereen is laaiend enthousiast. We repeteren een keer per week in ‘t Dörpshoes in Horn, daarbij krijgen we huiswerk op. Dat doen we aan de hand van een computerprogramma. Het voordeel hiervan is dat iedereen het stuk al voor een deel beheerst. Daarnaast moet er bij bewogen worden. Je zingt eigenlijk met je hele lijf. Soms swingt het echt de pan uit!