Wout Jaspers (10) en Jens Finn Olsen (10) zijn de allerbeste vrienden. Ze hebben allebei gekozen om als hobby toneel te spelen en niet bijvoorbeeld voor een voetbalclub. Dat is opmerkelijk voor jongens van 10 jaar!
Waarom hebben jullie gekozen om toneel te gaan spelen?
Wout: “Ik vind het leuk om mensen te laten lachen. Dat vind ik het belangrijkste. Ook om dan applaus te krijgen. Als ik dan op het toneel sta, ben ik ook heel blij.”
Jens: “Toneelspelen is heel erg leuk. Ik wilde het graag leren. Daarbij hou ik van carnaval.”
Welke rol spelen jullie dit jaar?
Wout: “Ik speel de leeuw. Een hele bange leeuw. Hij denkt dat hij achtervolgd wordt maar dat is gewoon zijn eigen staart. Ik ben zelf ook een beetje bang voor verschillende dingen. En het komt toch allemaal altijd goed, net als bij de leeuw.”
Jens: “Ik ben de blikkenman. Hij denkt dat hij geen gevoel heeft. Ik heb het pak moeten passen. Het was nog niet af maar ik hoop dat het wel stevig wordt.”
Waar gaat het toneelstuk over?
Wout: “Over sommige delen van ‘De tovenaar van Oz’. Maar wel anders.”
Jens: “Er komt ook carnaval in voor.”
Hebben jullie grote rollen?
Jens: “Wij hebben allebei een hoofdrol. We hebben best veel tekst. Maar het applaus maakt het allemaal de moeite waard.”
Wout: “We doen nu voor het derde jaar mee. Er zijn veel meisjes en maar weinig jongens die toneel spelen. Misschien vinden jongens het niet stoer. Dat is helemaal niet zo. Het is juist heel spannend om alleen op het toneel te staan voor zoveel mensen. Dat moet je durven.”
Hebben jullie last van plankenkoorts?
Wout: “Ja, heel veel. Ik voel het in mijn buik. Ik probeer dan aan iets anders te denken.”
Jens: De laatste keer zijn we de tekst samen door gaan lezen. Wel drie keer. Toen ging het wel weer.”
Hebben jullie ook ergens anders toneel gespeeld?
Jens: “Op het CK. Maar de juf was wel een beetje streng.”
Wout:”Joke van BAS is niet streng, juist heel leuk. Zij studeert alles met ons in en maakt ook nog onze toneelpakjes.”
Spreken jullie goed dialect?
Jens: Ik spreek thuis Engels en op school Nederlands. Nu ben ik dialect aan het leren.”
Wout: Wij spreken thuis Nederlands maar ik kan ook al dialect spreken. Dat leert Joke ons ook nog.”
Vertel eens iets over jullie vriendschap?
Jens: “Wij zijn de aller, allerbeste vrienden. Wij hebben eigenlijk dezelfde fantasie. Daarom klikt het zo goed, denk ik.”
Wout: “We waren vier jaar toen we vrienden werden. Ik denk dat we áltijd vrienden blijven. We zitten bij elkaar in de klas en nu gaan we samen op scouting.”
Wat willen jullie later worden?
Wout: “Ik wil dokter worden of misschien psychiater of archeoloog. Ik speel ook gitaar.”
Jens: ‘Ik wil musicalster worden. Ik weet niet of ik goed kan zingen. Maar dat kun je leren. Ik wil ook misschien iets met tekenen gaan doen.”