Mijn club

Dubbele Diamanten Bruiloft in één familie
Door
Mar-Li Wingens
24 september, 2009

Twee broers uit Remunj trouwden 60 jaar geleden met twee Remunjse meisjes.

Voor de wet, maar dat was toen niet echt trouwen. Echt trouwen deed je in de Kerk.

Harrie Claassen (86) en zijn vrouw Christien Claassen-Jeurissen (88) en Frans Claassen (87) en zijn vrouw Tiny Claassen Cleef (87) zien er patent uit. Ze wonen op zichzelf en doen nog (bijna) alles zelf in huis. De twee stellen komen veel bij elkaar over de vloer.

Ze verheugen zich al op het feest voor hun 60-jarige bruiloft, hoe en wat is nog een geheim. De kinderen regelen alles!

Harrie en Christien aan het woord:

Christien: Wij hebben elkaar leren kennen bij het dansen bij Krauth, toen een danszaal aan de Scheidingsweg. Het was een uitzondering als wij, meisjes, mochten gaan dansen van onze vader. Hij was daar streng in. Ik zag Harrie staan en hij keek ook naar mij. Toen hebben we afgesproken om een keer samen uit te gaan. Wij hadden thuis de Végé-winkel in Het Veld. Daar woonde ik ook toen ik Harrie leerde kennen. Hij kwam bij ons aan de deur maar nooit binnen. Tot mijn oudste zus trouwde, toen mocht hij voor het eerst binnenkomen. Daarna kwam hij altijd binnen. Als ik hem naar de deur bracht, riep mijn moeder altijd: ‘Laat die jongen naar huis gaan!’ Wij mochten niet te lang afscheid nemen.

Op zondag gingen we samen naar de kerk, dat doen we nu nog steeds.

Harrie: We hebben elkaar vlak na de oorlog leren kennen. Maar we hebben ons nooit verloofd. Dat deed je niet. Wij moesten voor de wet getrouwd zijn om een huis te krijgen. Er heerste woningnood. Toen we getrouwd waren voor de wet veranderde niets. We bleven allebei gewoon thuis wonen. Op een gegeven moment kregen we een huis waar nu de Exion is bij het pompstation, daar hebben wij gewoond. Het was een heel aardig huisje. Wij trouwden dus pas op 3 juni 1950 voor de kerk.

Christien: Wij kregen twee dochters, Marlies en Hillie. Wij hebben vijf kleinkinderen, Caimen, Gamal, Garelle en de kinderen van Hillie heten Davy en Claudia en ons achterkleinkind heet Britt.

Harrie: Ik heb 20 jaar bij de DSM gewerkt Wij namen we de zaak, de Végé over van de ouders van Christien. Dat was eigenlijk een kleine super. De winkel stond op naam van Jeurissen en dat bleef ook zo. Het was zo dat ik Jeurissen ging heten. Men noemt mij nog steeds Jeurissen en de kinderen ook!

Christien: De winkel was gevestigd in de huiskamer van ons huis. Wij hebben de winkel verbouwd en toen besloeg hij de hele benedenverdieping. Wij gingen zelf boven wonen.

Harrie: Dus eerst was de winkel in de ‘voorkamer’ en daarnaast was er nog een kleine kamer, de ‘ gooi kamer’. In 1966 hebben we de hele benedenverdieping winkel gemaakt.

Chistien: Ik heb altijd zin gehad om de zaak over te nemen. Niemand van de familie wilde dat. Harrie is nog ongeveer vijf jaar bij DSM gebleven en in die tijd deed ik de winkel met personeel.

Harrie: Het jongste zusje van Christien bleef alleen over na de dood van de ouders en zij kwam bij ons wonen en werken in de winkel. In 1960 heb ik mijn baan opgezegd en ben ook in de winkel komen werken.

Christien: Het werk werd me wat te zwaar. De winkelmeisjes gingen allemaal bij de Philips en bij naai-ateliers werken. Daar verdienden ze meer.

Harrie: Ik was toen genoodzaakt om thuis te blijven maar ik was liever blijven werken bij DSM.

Christien: Hij moest van mij! Hij mocht van mij niet te veel aan de kassa komen. Hij liet de klanten te veel ‘opschrijven’. Dus dat ze later kwamen betalen. Dat wilde ik niet hebben. Harrie liet zich snel ompraten. De klanten waren het gewend dat mijn ouders het wel goed vonden dat er op de pof gekocht werd. Ik heb me meteen voorgenomen om dat niet te doen. Het kwam vaak voor dat er dan helemaal niet betaald werd.

Harrie: Christien was de zakenvrouw, zij is er mee opgegroeid. Vandaar dat het altijd ‘bij Jeurissen’ is gebleven en nooit ‘bij Claassen’ is geworden.

Christien: We zagen de buurt groter worden en veranderen. Er kwamen veel buitenlanders wonen. Ik heb altijd vooruit gewild. Ik had de kracht en Harrie ondersteunde mij.

Harrie: Vroeger had niemand telefoon behalve wij. Dus de hele dag kwamen mensen bij ons telefoneren: bel even de dokter! Dokter Bär zei tegen mij: ‘Laat ze in het vervolg zelf bellen want ik kom niet meer voor ieder ‘klitsketje’. We hadden een verklikker maar soms zetten de mensen deze stiekem terug! De mensen hadden weinig geld.

Christien: In 1981 zijn we gestopt met de winkel.

Harrie: Ik was 60 jaar. Ik vond het genoeg. We hebben de zaak verkocht en hebben dit huis op de Donderberg gekocht. Toen hadden we veel vrije tijd. We gingen fietsen, wandelen. Mijn hobby is de tuin. Dat doe ik nog steeds helemaal zelf, ook snoeien. Dat doe ik altijd ’s morgens. Christien kookt dan. Daarna gaan we rusten en dan gaan we wandelen of met de auto ergens naar toe. Vaak naar Vlodrop naar de Gitstapper molen.

Christien: Wij vieren het wettelijk huwelijk onder ons, alleen de kinderen en kleinkinderen. We gaan ergens eten maar dat hebben de kinderen geregeld. Wij moeten alleen de portemonnee trekken. Ik heb wel gehoord dat de burgemeester komt feliciteren! Wij vieren een groter feest als we 60 jaar voor de Kerk getrouwd zijn op 3 juni volgend jaar.

Frans (87) en Tiny (87) vertellen:

Frans: Ik heb Tiny leren kennen via een vriend. Deze vriend ‘ging’ met de zus van Tiny. Wij gingen met z’n vieren wandelen.

Tiny: Alleen wandelen hoor, we dachten ook verder niets. Dat is nu wel anders. Wij wandelden heel ver, naar Lerop en een rondje om de hele stad. Over verliefd zijn werd niet gesproken. Ik mocht van thuis niet met jongens omgaan. Een keer kwam mijn vader Frans en mij tegen. Mijn ouders vonden ons veel te jong. Ik mocht het huis niet meer uit. Een week later kwam een nichtje van mij bij ons op bezoek en zij vroeg aan mijn vader of ik een ijsje mee mocht gaan halen. ‘Niets er van’ zei mijn vader. Als ik ging huilen kreeg ik ook nog een klap voor mijn kop. Zonder dat we het hadden afgesproken kwam ik op een gegeven moment Frans toch tegen. We kwamen per ongeluk toch weer bij elkaar uit!.

Frans: Ik was toen achttien jaar. Mijn ouders woonden op de Broekhin en de ouders van Tiny op de Heinsbergerweg. Toen we elkaar opnieuw tegenkwamen hebben we wat gepraat maar Tiny moest snel naar huis, anders kreeg ze weer straf.

Toen brak de oorlog uit en ik kwam nog steeds niet bij Tiny thuis. Ik kwam tot aan de voordeur. Ik mocht voor het eerst thuis komen toen de ouders van Tiny 25 jaar getrouwd waren. Een zusje zei, laat die jongen toch binnen komen. Toen was onze verkering eigenlijk officieel.

Tiny: Frans mocht echt niet iedere dag komen, Eerst alleen op zondag en later ook op woensdag. Doordat de oorlog uitbrak zijn we pas na tien jaar kunnen trouwen. We kennen elkaar dus nu 70 jaar!

Frans:We hebben nog steeds niet genoeg van elkaar. Anders hadden we het niet zolang met elkaar uitgehouden.

Tiny: En als we wél genoeg van elkaar hadden, zou ik niet weten wat ik moest doen!

Tiny: Voor de wet trouwen op het stadhuis stelde toen niets voor. Wij gingen daarna bij ons thuis koffie drinken met een stuk vlaai . Dat was alles.

Frans: We zijn op 1 oktober 1949 voor de Kerk getrouwd, in de Kapel in het Zand. Het was een mooie bruiloft. Bij ons thuis hadden we negen kinderen en bij Tiny vijf. Wij hebben ons feest gewoon thuis bij Tiny gehouden. Dat was toen zo. Heel gezellig. Veel plezier gehad. We deden spelletjes.

Tiny: We zongen bijvoorbeeld het lied van Piet Hein en dan mocht je ‘Hein’ niet zingen. Wie dat wel per ongeluk deed, van diegene werd de stropdas afgesneden of de nylon kousen kapot gemaakt. Iedereen die mee deed wist dat en hadden oude kousen aan en oude stropdassen om.

Frans: Mijn vader snapte daar niets van en zei kwaad: “We gaan naar huis! Hij had niet begrepen dat het maar een spelletje was. We hebben er later erg om gelachen.

We hadden kamers gehuurd aan de Spoorlaan Noord. Wij woonden beneden en een ander stel woonde boven.

Tiny: De bovenburen hadden geen kraan. Zij moesten bij ons in de keuken water komen halen. Het was een heel grote keuken en tevens de badkamer. Ook van de buren!! Er stonden twee fietsen in de gang. Daar zijn ook onze twee zonen geboren. Dat zijn John en René. We hebben daar zeven jaar gewoond. Toen zijn we vertrokken naar de Sumatrastraat op De Kemp. Toen een nieuwe buurt en we hebben daar tien jaar gewoond. Toen zijn we in de Mozartstraat op de Donderberg gaan wonen. Toen ook een nieuwe buurt. Daar wonen we nu al 42 jaar. Wij hebben heel fijne buren aan allebei de kanten. Als het nodig is staan ze voor ons klaar. Ze gaan bijvoorbeeld met me mee naar het ziekenhuis als ik onderzoek moet laten doen. Daar zijn we heel dankbaar voor.

Frans: Ik heb 40 jaar bij Van Gend en Loos gewerkt als loodsbaas en besteller. Ik heb veel kou geleden in de loods maar niet vaak verkouden geworden. Ik heb altijd met plezier gewerkt.

Tiny: Ik was huisvrouw en moeder. Ik had wel af ten toe een baantje als hulp in de huishouding. Ook bij mijn schoonzus Christien ging ik helpen. Toen werkten vrouwen niet buitenshuis. We gingen ook niet op vakantie, wij wandelden veel en ik winkelde graag. Inmiddels is onze zoon John al 35 jaar getrouwd. Wij hebben twee kleinkinderen, Jolanda en Marco. René is vrijgezel.

Frans: Op 1 oktober als we 60 jaar voor de kerk getrouwd zijn, vieren we een groot feest. Maar het is een verrassing, wij weten niets behalve dat er levende muziek komt.

Deel dit artikel

Lees volgende Mijn club
Leeskring Centrum De Kapel