Mijn club

Hengelsportvereniging Ons Genoegen
Door
Mar-Li Wingens
14 mei, 2010

Piet Schmitz (65) vertelt graag over zijn hengelsport. Hij kan zo meeslepend over het vissen vertellen dat je het zelf ook (bijna) wilt gaan doen. Ons Genoegen heeft wel 3000 leden in deze omgeving. De opa van Piet heeft meer dan 80 jaar geleden de vereniging mede opgericht, De vader van Piet is voorzitter geweest evenals Piet. Tegenwoordig zit een zoon van Piet in het bestuur en zijn kleinzoon is ook al een fervente visser. Dus dat zit wel goed!

Waarom ben je gaan vissen?

Piet: “Het is een ontspannende sport, je zit rustig aan het water en de wedstrijden zijn heel spannend. Ik vis al vanaf mij 11e of 12e jaar. Mijn vader was voorzitter van de visclub. Ik ben zelf ook voorzitter geweest. Op een gegeven moment heb ik gezegd: ‘nu wordt het tijd dat een jonger iemand het voorzitterschap overneemt.’ Zij hebben andere ideeën en kunnen veel beter met computers omgaan. Ik ben ook een tijd penningmeester geweest.”

Waar vis jij voornamelijk?

“De laatste tijd vis ik graag in de vijver bij de Roerdomp. Er zit genoeg vis maar het gaat mij toch om het gezellige samen met kameraden een ‘potje aajhoren’. Ik ben ook wel in Posterholt bij de vijver geweest. Dat is hét van jé! Daar worden echt dikke vissen gevangen. Maar het is niet het belangrijkste om zo groot mogelijke vissen te vangen het is: hoe meer, hoe beter. Vooral bij wedstrijdvissen. Daarbij gaat het om het gewicht en om het aantal gevangen vissen. Bij wedstrijden vissen we meestal in de Maas aan de Willem-Alexanderhaven. Soms vissen we met 25 man en een andere keer met 45 man.”

Wat maakt dat iemand een goede visser is?

“Het ligt aan de plek waar je zit, of je vlakke grond in het water hebt, het voer speelt mee. Toen ik nog aan veel wedstrijden mee deed, had ik thuis een soort apotheek, allerlei potjes en flesjes met venkel, koriander, hennep, allemaal kruiden. Maar ook maden en wormen. Ik heb daar een aparte koelkast voor. Sommige vissers hebben een eigen recept en als ze dit klaarmaken, mag niemand kijken.”

Hoe zit het met het visseizoen?

“In de winter eten vissen bijna niets en als het water weer warmer wordt in de vijvers, beginnen ze weer te eten. Tegenwoordig mag je het hele jaar door vissen. Vroeger was er een gesloten seizoen en dan mocht je van 1 april tot 31 mei niet vissen. De gevangen vissen worden eigenlijk altijd terug gegooid. De aalscholvers zijn de rovers, die zien we liever niet. Het is een beschermde vogel, dus je kunt niets doen. Deze vogels eten onnoemelijk veel, wel twee keer hun eigen gewicht aan vis per dag. Als er dan zo’n 1000 vogels neerstrijken op de Maas of de grintgaten, dan vissen wij vissers achter het net.”

Is er verschil tussen nu en vroeger?

“Het is net of vissen slimmer worden. Om te ontkomen aan de aalscholvers duiken ze naar de diepte en ontkomen op die manier. Of ze duiken tussen de waterplanten. De vissers gooien de vis terug om de visstand op peil te houden. De vis is niet meer echt lekker vanwege de vervuiling van het water. Maar ik moet zeggen dat het de laatste jaren wel verbeterd is. Het water is weer helder geworden maar dat is weer niet gunstig voor de visser. De vissen zien de visser dan duidelijk aan de kant zitten en vermijden hem. Als het water vuil is, zien vissen hem niet zitten. Vooral als de visser donkere kleding draagt. Je zult een visser niet snel in een wit T-shirt zien vissen. Ook het voer is niet licht gekleurd maar op dit moment vist iedereen met donker voer. Zo wordt ook vermeden dat roofvissen het voer van verre al zien. Zó slim zijn vissen!”

Hoe was het vroeger?

‘Ik heb ooit een brasem gevangen van twee en een halve kilo. Meestal vis ik op witvis. In Roermond zeggen we daar ‘rutsen’ tegen. In het Nederlands heten ze blanke voorn. Vanaf mijn 25e levensjaar heb ik iedere zaterdag en zondag aan het water gezeten. Ook in de winter. Dan moesten we soms wachten tot er een schip voorbij kwam en het ijs brak. Dan konden we onze hengel uitwerpen. We hadden het vaak koud ondanks onze warme kleding. Mensen zeiden vaak: ‘Daar zitten weer een paar gekken!’ We hadden eenvoudige hengels en die bonden we op onze fiets. Tegenwoordig hebben we heel speciaal visgereedschap. Ik kan nu mijn hengel met één hand vasthouden, 9 meter lang met een super dun snoer en hij is oersterk.”

Deel dit artikel

Lees volgende Mijn club
Campinggasten
Lees volgende artikel
Ik heet Henny