Jan Ermens (75) kwam in 1965 in Roermond wonen en hij werd in dat jaar ook lid van deze hengelsportvereniging. Hij werd ook al snel secretaris en dat is hij nog steeds vol overgave. Zoals voor de meeste hengelaars is de instandhouding van de natuur een belangrijk aspect in deze sport.

Vertel iets over de vereniging?

Jan: “Onze vereniging bestaat dit jaar 60 jaar. Dat hebben we begin dit jaar gevierd in ons verenigingslokaal. Ons onderkomen aan Mijnheerkens delen we met een andere vereniging, de Gaomblaozers. Ons ledental schommelt altijd tussen 130 tot 150 leden. We zijn de kleinste vereniging in Roermond en we streven er niet naar om groter te worden. Wij willen onze leden allemaal persoonlijk kennen en zo de sfeer vergroten. Ieder jaar vallen er leden af en komen er nieuwe leden bij. Dat houdt elkaar in evenwicht.”

Waar streeft het bestuur naar?

“Wij proberen al onze leden, wedstrijdvissers en recreatieve leden minstens een keer per jaar te ontmoeten. Meestal is dat twee keer per jaar tijdens de ledenvergadering en tijdens het afhalen van de visvergunningen. Daar is nagenoeg het hele bestuur bij aanwezig en er kunnen vragen gesteld worden. Er zijn vaak nieuwe wetten aangenomen door ons overkoepelend orgaan.”

Waarom deze nieuwe regels?

“Deze regels zijn allemaal ten behoeve van de sport bedacht en aangenomen. Ons land wordt steeds drukker en er zijn in Nederland al zo’n 400.000 georganiseerde sportvissers, de zwartvissers dus niet meegeteld. Dat vergt veel bestuurlijk werk om dat in goede banen te leiden en de natuur te behouden.”

Waar wordt gevist in Roermond?

“Meestal vist een vereniging op een vaste locatie. Sommige verenigingen hebben een eigen water maar onze vereniging heeft dat niet. De gemeente Roermond heeft water waarin gevist kan worden. Dat water huren wij en andere visverenigingen. Dat zijn bijvoorbeeld de havens La Bonne Aventure, de Maashaven, de Willem Alexanderhaven en de vijvers op de Donderberg en de Wijher. Ook in de Maas en de Roer kan gevist worden. Hengelsporters zijn individueel bezig maar soms zoeken groepjes elkaar op om samen te vissen.”

Zijn er genoeg plekken om te vissen?

“Er is maar een bepaalde capaciteit en vissers staan toch minstens 15 meter van elkaar. Bijvoorbeeld een vijver heeft maar een bepaalde grootte en kan maar een bepaald aantal vissers plaats bieden. De functie van de visplekken die de gemeente aanbiedt zijn industrieel en het vissen is een nevenfunctie. De hengelsport heeft het recreatief medegebruik van deze plekken. Wij mogen daar vissen als we er op toezien dat het onderhoud gedaan wordt. Dat wij de leefomgeving van de vis niet aantasten maar juist stimuleren, beter maken. Er is bijvoorbeeld maar 2 procent van de vissers die de vis mee neemt en niet terug gooit. Meenemen en opeten mag natuurlijk altijd.”

Hoe bent u visser geworden?

“Ik heb het vissen van mijn vader geleerd. Wij woonden toen in de buurt van Helmond en gingen op de fiets naar Griendsveen om te vissen. Dat is een mooie herinnering. Zo mooi, dat ik er nog steeds af en toe terug ga om in deze natuur te vertoeven. Daar heb ik ook mijn grootste vis gevangen, een karper.”

Op welke vis wordt hier in de omgeving gevist?

“Dat is meestal blankvis dus voorns, baars, snoekbaars, karpers. Vroeger vingen we ook paling maar die is er niet meer. Tegenwoordig mag je het hele jaar vissen, vroeger had je een gesloten tijd als de vissen kuit schoten. Tegenwoordig is er in deze tijd een beperking van aas. Daarbij wordt de meeste vis teruggegooid, dus we vissen nooit te intensief in een water. Vissen hebben wel rust nodig.”