Raymond Parlevliet (37) heeft als hobby jagen. Hij is secretaris van de vereniging en aspirant-lid. Hij vindt het heel belangrijk dat de weidelijkheids regels van het jagen in acht worden genomen.
Leg eens een en ander uit?
“Aspirant-lid ben je als je nog geen eigen jachtveld hebt maar op de wachtlijst staat om een eigen veld te krijgen. We hebben zes actieve jagers en drie aspirant jagers. Het is een kleine vereniging en dat ligt aan de grootte van het jachtveld dat we tot onze beschikking hebben. In Nederland is het verplicht om minimaal 40 hectare te hebben om met een eigen geweer te mogen jagen. De vereniging pacht jachtrecht van de gemeente of een boer over een stuk bejaagbare grond.”
Is jacht nodig?
“Dat is altijd de discussie! In Nederland is het nodig want hoe je het wendt of keert, in Nederland is nog maar weinig echte natuur. Het meeste is aangelegd. Alleen de Bieschbosch is nog echt natuurlijk. Op een gegeven moment zijn er bijvoorbeeld veel te veel wilde varkens. Op dat moment moeten we daar iets aan doen. Op de Veluwe en op de Meinweg leven wilde varkens als standwild. Buiten deze gebieden is vanuit de regering beslist dat er een zo genaamde nul stand geld. Hier mogen dan, uit verschillende belangen, geen varkens voorkomen. Dit is dan ook de taak van o.a. de Jagers om hier aan mee te werken in samenwerking met de boeren (in het kader van wildschade beperking).
Heb jij wel eens op wilde varkens gejaagd?
“Ja en ook geschoten, maar het is een ongelofelijk moeilijk te bejagen dier. Gruwelijk slim, heel erg goed van gehoor en het heeft een perfecte camouflagekleur. Als een keer een varken wordt geschoten op een bepaalde plek, zullen ze deze plek in de toekomst mijden.”
Waar jaagt de vereniging nog meer op?
“Op reeën, dat is ook een zogenaamde ‘beheersjacht’. Op grond van tellingen, mogen er een aantal reeën afgeschoten worden. Daarbij is dus de draagkracht van de biotoop van belang maar ook factoren zoals verkeersveiligheid spelen hier een rol in. Langs een drukke weg houd je de jachtdruk hoger om ervoor zorg te dragen dat daar de dichtheid van het wild minder is. Jagers krijgen aan de hand van de telgegevens een aantal registratielootjes wat overeenkomt met het aantal reeën wat geschoten mag worden. Dit betekend niet dat dit altijd gebeurd. Jacht is onvoorspelbaar en het wild is zoals het woord zelf al aangeeft echt Wild.”
Wanneer is het jachtseizoen?
“Je hebt verschillende jachtseizoenen. Grofweg kun je zeggen dat de kleine jacht loopt van oktober tot december/Januari. Dan praten we over konijnen, hazen, duiven, eenden en fazanten. Daarbuiten heb je dus je varkensafschot dat het hele jaar doorloopt.”
Wanneer ben je een goede jager?
“Een goede jager weet wat er leeft op zijn jachtgrond. Hij weet ongeveer hoeveel hazen en konijnen er leven. Waar de reeën zitten en hoeveel en of er varkens zijn. Jagers lopen ook vaak door de velden zonder geweer maar met een verrekijker. Ze letten op sporen. De jager kan aangeven hoeveel varkens of reeën hij geteld heeft. Vanuit deze gegevens kan hij dan ook een verantwoordelijk afschot plannen. Als er bijvoorbeeld maar vijf hazen zijn, schiet hij ze niet. Hij schiet zijn veld nooit leeg. Het gevolg zou dan zijn dat je de eerstkomende jaren niet kunt jagen en het is niet weidelijk. Hij verstoort nooit de balans in zijn biotoop. De weidelijkheid van de jager (eigenlijk de normen en waarden van de jager) is om te ‘oogsten’ binnen de draagbaarheid van het veld.”
Wat doe je met de opbrengst van de jacht?
“Dat eten we op! Het is altijd een mooi stukje vlees. Helemaal natuurlijk opgegroeid, het wild heeft een vrij leven gehad met eerlijke kansen. Dat gun ik mijn gezin graag. Ik heb een vrouw en drie kinderen, Yves (4), Didier (3) en Lynn (1). De huiden zou je kunnen bewaren en prepareren. Dat doe ik niet. Zo’n varkenskop aan de muur? Ik vind het wel wat. Maar mijn vrouw moet er niet aan denken!”