Charel Cranen (59) werkt al 36 jaar bij de gemeente als kolkenzuiger (putten leegzuigen). Hij heeft een bijzondere hobby: het kweken van mussen.
Hoe komt iemand er toe om mussen te gaan kweken?
Charel: “Ik heb altijd al van vogels gehouden. Ik heb dertig jaar lang, samen met mijn broer met duiven ‘gespeeld’. We hebben alles gewonnen wat er te winnen viel. Dus dat gaf op een gegeven moment geen voldoening meer. Toen heb ik een tijdje niets met vogels te maken gehad. Dat vond ik eigenlijk maar niks. Ik had genoeg vrije tijd en wilde een nieuwe hobby maar wel iets met vogels.”
Wanneer kocht jij je eerste mus?
“Ik ging met een collega naar een beurs in Venlo gegaan en daar zag ik heel veel verschillende vogels en ook een koppel mussen. Ik heb dit koppel gekocht. Ik vond mussen kweken toch iets bijzonders. Iedereen kweekt kanaries, mijn zoon kweekt zebravinken. Ik zette mijn koppel mussen in eerste instantie bij zijn zebravinken omdat ik nog geen voliere had. Na enkele weken had mijn vrouwtjesmus (pop) drie jongen.”
En toen?
“Tegenwoordig is voorschrift dat alle jonge gekweekte vogels gerings moeten worden. Om te kunnen ringen moet je bij een vereniging aangesloten zijn. Ik ben toen lid geworden bij VVV Onze zangers en ik heb ringetjes besteld. Uiteindelijk hebben het twee jongen niet gehaald. Eén jong bleef behouden, een heel sjiek mannetje! Mij werd aangeraden om met dit mannetje naar de jaarlijkse tentoonstelling van de vereniging te gaan. Het vogeltje werd kampioen!”
Wat maakt een mus tot kampioen?
“Elke vogel heeft een standaard waar hij aan moet voldoen. Elke vogel heeft ook zijn eigen charme. Een kanarie is aantrekkelijk omdat hij voorkomt in zoveel kleuren. Maar kijk eens naar een mus, hoeveel kleuren zo’n vogeltje eigenlijk heeft! Dat kan een leek zich helemaal niet voorstellen. Toen ik kampioen werd, besloot ik om met kweken door te gaan. “
Hoe kwam je aan je vogels om te gaan kweken?
“Ik kwam bij een heer in Someren terecht. Een heel speciale mijnheer, een soort kluizenaar. Zo leeft hij nog steeds. Ik keek raar op toen ik zijn tuin vol onkruid zag en zijn woninginrichting. Ik zal het voorzichtig zeggen: het is er niet heel schoon...Ik heb toen twee koppeltjes mussen gekocht. Ik was daar om 10 uur ’s morgens en ik ging om 18.00 uur ’s avondsnaar huis. Inmiddels kom ik daar een keer per maand, voor de gezelligheid, om te lachen en ook omdat hij alles over mussen weet. We zijn vrienden geworden.”
Heb je een goed onderkomen voor je mussen?
“In het begin had ik een kleine voliere en nu is het gegroeid en ik heb nu ongeveer 200 mussen. In een goed jaar kweek ik ongeveer 100 vogels. De vogels die ik over heb gaan naar België naar iemand met een dierentuin. Daar komen ze in een grote voliere. Een mus wordt ongeveer vijf jaar dus ik vul het bestand ieder jaar aan. Mijn mussen hebben een mooi leven op die manier. Andere mensen verkopen hun vogels maar ik hoef er niets aan te verdienen.”
Op welke eigenschappen kweek jij?
“Ik ben me toe gaan leggen op kleuren. Ik kweek op kleur. Ik heb nu een vogel met lichtblauwe kleuren. De vogels moeten wel gezond blijven. Als je doorfokt, krijg je heel kleine vogels. Als het kweken goed gelukt is, is dat een kroon op mijn werk. Ik kreeg gisteren te horen dat een vogel van mij kampioen is geworden. Er waren daar 2000 vogels! Ik ben een keer Limburgs en ook al Nederlands kampioen geweest.
Wat is er zo leuk aan je hobby?
“Ik voel me een schilder die zijn kleuren mengt. Zo doe ik dat met mijn mussen ook, ik kweek ze op kleur en soms komt er een bijzondere kleur uit. Niet om te winnen en niet om te kweken maar mussen hebben me altijd al geboeid. Vaak is het zo dat het gebied waar een vogel thuishoort, deze niet gewaardeerd worden. Ze zijn ‘gewoon’. Mussen zijn brutaal maar wel heel sociaal. Ze blijven elkaar een heel leven trouw. Ik lees alles wat er maar te lezen valt over mussen en ik kijk veel naar ze, dat geeft mij rust.”