Mijn club

Rijvereniging en Ponyclub Posterholt
Door
Mar-Li Wingens
26 februari, 2008

Dorien (22) en Jo Reynders (54) zijn vader dochter en tevens fervent lid van de rijvereniging. Ze besteden heel veel tijd aan paardrijden en bestuurlijke activiteiten.

Hoe is de liefde voor paarden begonnen?

Jo: “Het is niet bij mij begonnen maar bij mijn twee dochters. Ze gingen op een gegeven moment paardrijden en van daaruit kwam ik in aanraking met de club. Ik werd bestuurslid. Mijn dochters waren toen negen en elf jaar.”

Hoe ging het verder?

“ Mijn vrouw en ik zagen dat de kinderen hun hart verpand hadden aan paarden. Het was geen hobby die drie dagen zou duren. Op een gegeven moment hebben we een eigen pony gekocht. Wij hadden plek aan huis voor de Shetlandpony. We hadden een stal en een wei. Maar toen wilden de meisjes wedstrijd gaan rijden en kregen ze privé-les en ze werden lid van de Rijvereniging.”

Wat is daar het voordeel van?

Jo: “De club beschikt over een eigen terrein om te springen en een bak voor de lessen. Ook zorgt de club dat er aan concoursen meegedaan wordt.’

Dorien: “Je kunt van het terrein gebruik maken om te oefenen. Wij wonen vlak bij dat terrein. Meestal ga ik met mijn paard in de trailer daar naar toe omdat we door het dorp moeten langs een basisschool. Het paard zou kunnen schrikken van de drukte en dat is te gevaarlijk.”

Waar ga je rijden?

Dorien: “Een aantal keren per week gewoon thuis in de bak. Daarnaast enkele keren per week op het clubterrein en op zondag, als we geen wedstrijd hebben, gaan we het bos in. Dan rij ik wel 15 kilometer op Amber, zo heet mijn paard. Ik doe mee aan wedstrijden dressuur, mijn zusje doet mee aan springconcoursen. Mijn paard is nu acht jaar, relatief jong en ik moet hem alles zelf leren. Met hem doe ik nog niet mee aan wedstrijden op het hoogste niveau. Dat was wel zo met mijn pony.”

Is het een dure sport?

Dorien: “Ja, het kost veel geld. Niet alleen het voer en de verzorging maar de vee-arts moet je er niet te vaak bij moeten hebben. Het is heel fijn dat mijn paard bij mijn ouders kan staan.”

Vertel iets over de club?

Dorien: “We hebben ongeveer 35 tot 40 leden. De meeste leden hebben een eigen paard.”

Jo: “Ik ben tegenwoordig voorzitter. Dat houdt in de zorg dat het terrein in orde blijft, het organiseren van activiteiten voor de leden, de vergaderingen voorzitten. Jaarlijks organiseren we een groot concours. Twee dagen wedstrijden, een dag voor pony’s en een dag voor paarden. Dressuur rijden en springen. Onlangs zijn we met de club twee dagen naar Selle in Duitsland geweest naar een groot hengstenspringen. Heel gezellig.”

Hoeveel tijd besteed jij aan je paard?

Dorien: “In de zomer rijd ik zeker vijf keer per week. In de winter iets minder. Ik heb sinds kort een full time baan. Ik heb gezondheidswetenschappen gestudeerd. Ik kom nu pas om half zes thuis. Dan moet ik eten en daarna mijn paard verzorgen en rijden. Ik heb verder nergens tijd voor. Ik ga niet uit, maar daar heb ik ook geen behoefte aan. Ik doe ook nog het secretariaat voor de club en voor ponyclub op provinciaal niveau. Mijn zusje studeert in Utrecht, zij komt ieder weekend en iedere woensdag naar huis voor haar paard.”

Vaak wordt het paard ingeruild voor een vriendje?

Dorien: “Bij mij niet, dat weet ik zeker. Er gaat zoveel energie in het verzorgen en de wedstrijden zitten en ik het er zóveel plezier in. Dat blijft!”

Deel dit artikel

Lees volgende Mijn club
Bruno Grüning Vriendenkring
Lees volgende artikel
Vergeten