Leon Gilissen (59) is een verenigingsmens. Hij is lid van diverse verenigingen. Hij is onder andere secretaris van Stereac sinds 1998.

Vertel eens welk soort club het is?

Leon: “In 1968 waren er ontgrindingen ter hoogte van De Rosslag. De grond was gedeeltelijk eigendom van de gemeente Herten. Bij deze ontgrindingen kwamen gelden vrij. Later kwamen er weer revenuen vrij toen de jachthaven daar werd aangelegd. De gemeente Herten onder aanvoering van de toenmalige burgemeester, besloten om dit geld niet zomaar in een grote pot te gooien. Het plan was toen om dat geld te reserveren voor de toekomst. De rente van dit vrijgekomen kapitaal wordt ieder jaar gebruikt voor Hertense stichtingen en verenigingen.”

Welke zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor deze subsidie?

“Het mogen geen religieuze of politieke verenigingen zijn. Dat moet je niet te eng zien. We hebben wel eens vrijwilligers gesubsidieerd die een jubileumfeest van de kerk organiseerden. Het is soms een dilemma, wie krijgt iets en wie niet?”

Wie krijgen wel geld?

“Verenigingen zijn soms heel gemakkelijk in geld vragen. Muziekverenigingen vragen dan geld voor instrumenten die versleten zijn. Maar zo werkt het dus niet. Dat hadden deze verenigingen vooruit kunnen weten en daarop moeten inspelen. Als verenigingen een feestje willen geven zeggen we: ‘Betaal zelf je feestje maar!’ Wij springen in als er knelpunten zijn en bijzondere gelegenheden. Stel een vereniging viert een jubileum en geeft bij die gelegenheid een boek uit. Aan dat jubileumboek willen we wel bijspringen maar we dragen niet bij aan het feest zelf.”

Hoeveel hebben jullie te besteden per jaar?

“Niet zo veel, dat ligt tussen de 2500 en 3000 euro per jaar. Daar profiteren dan 12 of 13 verenigingen van. Dus de bedragen zijn niet hoog. We kunnen moeilijk een of twee verenigingen uitkiezen die we steunen. Dan krijg je scheve gezichten. Maar nu komt het er eigenlijk op neer dat veel verenigingen een fooi van ons krijgen. Vroeger viel er meer geld te verdelen en was het iets gemakkelijker.”

Moet het misschien toch anders in de toekomst?

“Héél, heel misschien moeten we, in samenspraak met de wijkraad in Herten, het hele kapitaal in één groot project stoppen. Een project dat lange jaren aan de gemeenschap van Herten ten goede komt. Daar wordt heel voorzichtig over gedacht maar er is nog helemaal niets over besloten. Het is een idee!”

Aan welk soort project moeten we dan denken?

“Stel, er wordt een nieuwe sporthal in Herten gebouwd. Wij kunnen dan daar bijvoorbeeld een jeugdhonk bij realiseren. Van zo’n soort project heeft Herten vele jaren plezier.”

Herten is erg gegroeid, horen de nieuwe wijken er ook bij?

“Je hebt nu de Meulenberg, een geheel nieuwe wijk, binnenkort Oolderveste. De vraag is: zijn dat Hertense mensen? Het vervaagd een beetje en je kunt niet meer zo kneuterig kijken naar dat kleine Herten. Het is nu Roermond. We gaan geen vereniging in Maasniel subsidie geven. Maar er zijn ook verenigingen in Herten waarbij de leden voornamelijk uit andere delen van Roermond komen. Dan hebben we een dilemma. Het geld is eigenlijk speciaal bedoeld voor Herten. “