Petra Beurskens (58) en Thea van Putten (61) blijven enthousiast over hun volksdansgroep. Een uitstervend ras. Maar wie weet, komt volksdansen opnieuw in de mode?

Hoe lang bestaat Wisselpas al?

Petra: “Zeven en twintig jaar. De club had eerst een andere naam: Svega. Vanuit deze vereniging is een nieuwe vereniging ‘Karanfil’ opgericht. Later hebben deze groepen elkaar weer gevonden en daaruit is ‘Wisselpas’ ontstaan.”

Hoe lang zijn jullie al bij deze club?

Petra: “Ik ben in eerste instantie bij Karanfil gaan dansen 21 jaar geleden toen ik vanuit het westen in Roermond kwam wonen. Het aantal leden werd steeds kleiner en de leiding werd veel te duur voor zo’n kleine groep.”

Thea: “Ik ben er al heel lang bij, eerst bij Svega en toen bij Karanfil. Later weer bij Svega dat opging in ‘Wisselpas’.

Welke dansen hebben jullie in het repertoire?

Petra: Nederlandse dansen maar ook internationaal. Er bestaan meer Nederlandse dansen dan algemeen bekend is. Behalve de klompendans zijn er nog een heleboel andere zoals: ‘Driekes man’, ‘Gort met stroop’ en nog veel meer. Ik heb nu geen lijstje bij de hand.

Thea: “Er worden ook steeds nieuwe dansen geschreven. Het hoeven geen dansen van lang geleden te zijn. Bijvoorbeeld: ‘Dubbelslag’. Er zijn choreografen die zich daar mee bezig houden.”

Hoe staat het met de leden van Wisselpas?

Thea: “We krijgen geen nieuwe aanwas van leden. Volksdansen is niet in de mode. Tegenwoordig is line-dance in en verder niets.”

Petra: “We hebben nu een kleine 50 leden in Roermond en omstreken. Er zijn nog wel andere volksdansgroepen. Soms komen we samen, bijvoorbeeld met de groep in Grathem. Maar dat komt niet vaak voor. De leeftijd van onze leden ligt rond de zestig jaar. “

Hoe vaak dansen jullie?

Petra: “Ik ga twee keer per week, op dinsdagmiddag internationale dansen en op donderdagavond Nederlandse dansen. Er zijn in totaal vier groepen.”

Thea: “De vier groepen zijn onderling iets verschillend. Er zijn bijvoorbeeld leden die heel graag Balkandansen doen. We hebben nu drie dansleidsters die ieder hun eigen specialiteit hebben. Wij krijgen les in de Donderie en in Het Trefpunt in de Jagerstraat. “

Treden jullie ook op?

Petra: “We treden vooral op met de Nederlandse dansen in bejaardentehuizen. Dat herkennen de mensen en het is altijd een groot succes. Ook als we in het buitenland optreden zoals in 2008, laten we Nederlandse dansen zien.”

Gaat het niet vervelen?

Thea: Nee, het is heerlijk!

Petra: “Het is altijd super!”