Moon

Graag wil ik jullie lezers, deelgenoot maken van de hoogte- en dieptepunten uit mijn leven. Ik ben Moon, 57 jaar en ik ben al 12 jaar getrouwd met Bear. Ik ben een Roermonds 'maedje', geboren en getogen, maar woon nu in een dorp in midden Limburg. Ik ben de 'boze stiefmoeder' van een jongen van 23 en een meisje van 19 jaar.
Een beetje kanker (7)
Door
Moon
23 november, 2014

Na een goede, maar korte nachtrust stond ik vanmorgen op tijd op om naar de oogarts te gaan voor de controle van mijn ‘nieuwe’ oog.

Bert zat al voor de computer dit verslag te lezen. Ik kuste hem goedemorgen, draaide een shagje en zette koffie. Ik ging me aan de tafel opmaken. ‘Ik mag het toch wel lezen?’ vroeg hij. ‘Jazeker, dat had ik al eerder gezegd. Best emotioneel, he?’ Hij knikte.

‘Weet je Bert,’ begon ik aarzelend, ‘Waar ik mij het meeste zorgen over maak is de mogelijkheid dat ik longkanker heb en dat het uitgezaaid is naar de borst. Als ik longkanker heb, dan is het een bekeken zaak, borstkanker overleef ik wel, maar iets aan mijn longen....’

‘Och, Moon’ zei Bert geagiteerd ’Ga je daar in Godsnaam geen zorgen om maken, bovendien geloof ik niet dat kanker zo maar oversteekt naar een ander deel. Volgens mij gaat dat via het lymfesysteem’.

‘Mmm, misschien wel, maar ik moet mijn angsten ventileren, dan zijn ze uit mijn hoofd, uit mijn systeem, en dan kun jij dingen relativeren of mij troosten.’

‘Bij mij werkt dat niet zo.’ Bert boog zijn hoofd. ‘Ik ben meer van kop-in-het-zand. Het kostte mij al ongelofelijk veel moeite om tegen mij leidinggevende te zeggen dat het misschien ‘niet goed’  zou zijn.’ Hij vertelde hoe fijn hij vannacht was opgevangen door bepaalde collega’s en de gesprekken die ze hadden gehad. Ik was blij dat hij op het werk zoveel steun ontving, want in zo’n mannenwereldje is dat, denk ik, toch een uitzondering.

‘Luister Moon’  zei hij. ‘Wij hebben nu samen kanker, niet jij alleen, maar wij samen. En samen komen we er ook wel uit. Alleen jij, zal de beslissing moeten nemen of je de borst laat amputeren of niet. En ook al ben ik een borstenman, dat mag geen enkele invloed hebben op je beslissing.’ Ik was lichtelijk ontroerd door zijn reactie en ik bedacht me dat ik toch wel vreselijk geboft heb met zo’n man.

Ik keek in de spiegel en schoot in de lach: ‘Verdorie, krijg ik nieuwe ogen en een kunsttiet. Waar moet dat eindigen?’ Ik moest gaan en ik repte me naar de oogafdeling. Marij, de receptioniste kende ik nog van vroeger. Toen ze vroeg hoe het ging zei ik: ‘Niet zo goed.’  Ik vertelde het en ze zei: ‘Ik heb altijd gezegd, amputeren die hap, dan ben ik er vanaf.’

‘Ik zie wel’  zei ik opgewekt.

Ik was snel aan de beurt en de oogarts vroeg hoe het ging en ik vertelde dat er gisteren borstkanker geconstateerd was. ‘Oh, wat vervelend’ , zei hij. ‘Kan de oogoperatie vrijdag dan wel doorgaan?’ vroeg ik. ‘Ik zie niet in waarom niet.’ Alles was prima in orde met mijn eerder geopereerde oog.

Thuis zat Bert nog in dezelfde positie als een half uurtje geleden. ‘Ben je nu al terug?’ vroeg hij. ‘Yes, alles is oké’ antwoordde ik vrolijk.

Er waren een paar e-mailtjes binnengekomen, een van mijn werk en een van Annelies, mijn schoonzus. Zij adviseerde mij toch een amputatie te overwegen omdat ze al vaker meegemaakt had dat de kanker terug kwam. Ik neem deze adviezen gewoon ter overweging mee, maar ik denk dat de oplossing van dit dilemma zich vanzelf wel aandient. Bert ging slapen.

Gelukkig kreeg ik mijn andere zus aan de telefoon te pakken. Ze reageerde heel kalm en gelaten en stelde veel vragen. Op het laatst zei ze dat ze het toch heel erg emotioneel vond.

Tante May belde op. Zij was ervaringsdeskundige en nadrukkelijk vertelde ze me dat het allemaal niets op de kous had. Zij adviseerde mij een borst besparende operatie te ondergaan. En vooral om het niet aan iedereen te vertellen, want dan kreeg je van iedereen ongewenst advies.... Ik vond dat wel komisch.

Even later belde de afdeling opname op voor de operatie aan mijn borst. Ze hadden de dertigste in gedachten. ‘Nee, zei ik, ‘Dan heb ik al een oogoperatie.’ Sjonge jonge, wat loopt alles toch weer heerlijk doorelkaar. Mijn vader zou gezegd hebben: ‘Maar je hebt geen saai leven, Moon.’

Dan maar de week erna, op 6 juni. Ach, laat ook maar gaan, dan hebben we het gehad.

Wordt vervolgd.

Deel dit artikel

Lees volgende Moon
Een beetje kanker (6)
Lees volgende artikel
Tot op het bot