Moon

Graag wil ik jullie lezers, deelgenoot maken van de hoogte- en dieptepunten uit mijn leven. Ik ben Moon, 57 jaar en ik ben al 12 jaar getrouwd met Bear. Ik ben een Roermonds 'maedje', geboren en getogen, maar woon nu in een dorp in midden Limburg. Ik ben de 'boze stiefmoeder' van een jongen van 23 en een meisje van 19 jaar.
Een beetje kanker (8)
Door
Moon
30 november, 2014

Ach, is het pas gisteren dat het mij verteld is? Het lijkt wel een week geleden. Al die indrukken, die emoties, dat relativeren, die gesprekken, dilemma’s, telefoontjes. Ik heb nog een video-opname van mezelf gemaakt. Ik zei vanmorgen tegen Bert: ‘Ik schrijf een boek en daar wil ik ook een dvd bij doen. Dat heeft nog niemand gedaan, een boek met video over haar eigen dood uitbrengen....’

‘Hou op’, zei Bert boos, ‘Niet doen.’

Ik had een heerlijk weekend en ik was vastbesloten om mij het niet te laten verpesten door een beetje kanker. Ik had leuke dingen in het verschiet, vrijdag personeelsuitstapje, zaterdag met de kindertjes uit eten en zondag zussendag.

Erg vroeg arriveerde ik in het activiteitenpark om te gaan ligfietsen met de collega’s. Na lang wachten kwamen de collega’s een voor een aan en ze omhelsden me om de beurt heel lief. We zaten allen aan een houten tafel met een drankje en Margriet was de eerste die er naar vroeg. Ik stelde voor om het er even over te hebben en daarna gewoon van de dag te genieten. Ik vertelde alles over de uitslag, de reactie van mij, van Bert, over mijn moeder, (toen schoot ik even vol) en dat ik mij eigenlijk prima voelde. Ik had het al een plekje gegeven en ik kon er ook grapjes over maken. Er volgden nog een paar vragen en daarmee was de kous af.

We gingen oefenen op de ligfietsen en in het begin fietste ik geregeld een schuur in maar na een tijdje konden we de weg op.  Al na twintig minuten kwamen we een terrasje tegen, en ja, daar konden we niet voorbij gaan. Zo ging dat de hele middag en het was vrolijk en ontspannen.

We gingen met z’n allen lekker eten in een restaurantje en een collega nam afscheid. Zij kreeg een aantal potjes met geraniums erin, zodat zij daarachter kon gaan zitten.

Ik kreeg een prachtig bloemstuk van nepbloemen, omdat zij wisten dat ik geen groene maar bruine vingers heb. ‘Bij mij gaat een cactus nog dood’, lachte ik en ik bedankte ze allen hartelijk.  We bleven tot middernacht lekker kletsen en het was een leuke dag.

De volgende dag gingen we de kinderen ophalen bij de ex van Bert.  Ik had mij voorgenomen om haar apart te nemen om haar zo op de hoogte te stellen. Dat deed ik ook en ze reageerde heel aardig.

We namen  de kinderen mee in de auto en Allie vroeg gelijk: ‘Wat hadden mam en jij te bespreken in de tuin of mogen wij dat niet weten?’ ‘Daar hebben we het straks wel over met pap.’

Thuisgekomen namen we wat te drinken en Bert begon te vertellen over mijn onderzoeken en de uitslag ervan. Ik begon gelijk te relativeren en te zeggen dat het goed te behandelen is. En dat we misschien niet op vakantie zouden kunnen gaan en dat het misschien invloed kon hebben op de weekendbezoekjes. De kinderen reageerden gelaten en zeiden dat ze het heel erg vonden voor mij. ‘Maar, ‘zeiden Bert en ik, ‘Wij gaan er vrij luchtig mee om en jullie mogen altijd vragen stellen en er ook grapjes over maken, dat doen wij ook.’

Dat stelde hen wel gerust, denk ik. ‘En vanavond gaan we heerlijk Grieken met z’n viertjes en we maken er een leuke avond van.’

De broer van Bert, Job en zijn vriendin Marcia zou ook nog op bezoek komen later op de avond. We speelden een potje poker onder de luifel en het was super. Op tijd naar bed want de volgende dag ging ik naar Den Haag. In de trein zaten Klaartje en  Gerdie al. Ze vroegen hoe het met me ging. ‘Het gaat fantastisch, geweldig. Ik ben niet ziek, ik krijg mega veel aandacht, liefde, knuffeltjes, cadeautjes en noem maar op. Ik kan het iedereen aanraden.’

‘Ik zou bijna jaloers worden’, lachte Klaartje. ‘Ja, ik geniet er echt van’ zei ik en dat meende ik ook. May had een reisje in de Biesbos georganiseerd en het was wel mooi, maar had ook een hoog bejaardengehalte. Het weer was slecht en uiteindelijk belandden we in een bistrootje waar ik heerlijke sliptongetjes at. We spraken over paranormale zaken, over Char, het leven na de dood. Ik geloof wel in een leven na de dood, ik weet dat mijn vader ergens anders is, in een andere vorm en ik vind dat niet akelig of eng. Ik weet dat mensen met een bijna-doodervaring weer terugverlangen naar die andere dimensie. Misschien dat ik daarom zo makkelijk praat over leven en dood.

Wordt vervolgd.

Deel dit artikel

Lees volgende Moon
Een beetje kanker (7)
Lees volgende artikel
Grote poets