Directeur van het Centrum voor de Kunsten Roermond
Ben jij geworden wat je wilde worden?
Ik heb nooit zo nagedacht over wat ik wilde “later”. Uiteindelijk ben ik naar de Kunstacademie gegaan en ben meester-edelsmid geworden. Gaandeweg ben ik docent, coördinator, waarnemend directeur geweest en later directeur. Tijdens en na de Academie heb ik de pedagogisch didactische opleiding voor buitenschoolse activiteiten gedaan. Ik ben begonnen bij de Vrije Academie, toen nog onderdeel van Kreato, als docent kindercursussen. Daarna ben ik gevraagd om cursussen edelsmeden te geven aan volwassenen. Die afdeling werd een groot succes. Toen ben ik met activiteiten gestart voor mensen met b.v. een uitkering, een verstandelijke handicap en andere doelgroepen. Ik ben de mogelijkheden van de Vrije Academie meer in de markt gaan zetten voor sociale, maatschappelijke doelen. Dat heeft voortgang gevonden in het Centrum voor de Kunsten met een muziekafdeling en een theaterafdeling. Ik ben er trots op dat ik de oude Vrije Academie, de streekmuziekschool en een alternatief theater samen heb kunnen brengen waar 80 mensen werken en duizenden mensen jaarlijks actief zijn.
Wat is aan jou niet besteed?
Nutteloze vergaderingen. Ik ben als voorzitter doelgericht.
Wat is het mooiste wat je ooit hebt meegemaakt of gezien?
De geboorte van Sacha, mijn dochter. De opening van het Centrum voor de Kunsten destijds in 1996. Ik heb ook erg genoten van de kunst en cultuurreizen die ik heb georganiseerd. Ik ben blij dat ik weer meer kan reizen in de toekomst.
Welke is je beste eigenschap?
Mijn beste eigenschap is, denk ik, dat ik altijd positief blijf. Ook als het moeilijk en zwaar is.
Zijn dromen bedrog?
Nee, je moet altijd blijven dromen dan komen ze uit. Ik denk dat als je dromen een bepaalde richting uit gaan, je dat ook bereikt. Je zet misschien wel onbewust een koers uit en ineens is je droom werkelijkheid. Zonder zweverig te worden hoor.
Bestaat echte liefde?
Zeker weten! Ik kies ook voor trouwen boven samenwonen. Ik hou van duidelijkheid. Daarom heb ik ook op tijd aangekondigd dat ik in 2012 niet mee verhuis naar de ECI.
Voor wie heb jij respect?
Eigenlijk voor alle mensen, daar ga ik in ieder geval vanuit. Maar mensen kunnen mijn respect wel verliezen.
Wat heb je van thuis meegekregen?
De belangstelling voor natuur en kunst. Mijn vader schilderde. Het was geen probleem om naar de Academie te mogen. Toch bijzonder in die tijd. Ik mocht alleen niet in Amsterdam studeren.
Hoe zie jij je toekomst?
Heel erg goed. Ik denk dat ik me wat meer beweeg door het land en over de wereld. Ik zal ook mijn eigen plek weer meer vinden. Ik vertrek nu ’s morgens uit het huis en kom ’s avonds pas terug. Dat is toch een ritme... maar ik laat het op me af komen. Ik zal nog meer mijn contacten onderhouden. Ik heb een kleinzoon, Sam, van 11 jaar en mijn moeder van 90 jaar. Overigens ga ik ook voor mijn rust. Ik wil o.a. gaan schrijven. Maar eerst moet ik voelen hoe het is om niet meer te werken. Misschien ga ik me vervelen maar dan komen juist de beste ideeën naar boven. Wie weet wat me te wachten staat?
Welke leeftijd is voor jou ideaal?
Voor mijn gevoel ben ik 38 jaar. Een mooie leeftijd. Trouwens 48 jaar ook. Er zijn ook wel mindere tijden geweest. Maar knokken in het leven hoort er bij. Je kunt geen geluk hebben zonder knokken.
Het een of het ander?
Vakantie of thuis...vakantie. Mode of sport...mode. Tent of hotel...hotel. Joggingpak of avondjurk...avondjurk. Kerst of Sinterklaas...Kerst. Kikkerbillen of kroket...kikkerbillen. Kat of hond...hond.
Foto: Peter Kessels