• JEUGD

Ik heet Fin

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Ik ben 9 jaar. Ik zit op zeilen en judo.

Ik leer zeilen bij Watersport Vereniging Ascoa in Swalmen. Dat doe ik nu ongeveer een half jaar. Mijn zus Sam was er al bij en mijn broer en ik wilden er ook bij. Soms vind ik het moeilijk om het zeil er in te zetten. Dan weet ik niet meer hoe het touw op de katrol moet. Om te leren zeilen moet je natuurlijk eerst leren zwemmen. Mijn zeilleraren zijn Hay, Susan, Danielle, Wouter, Ans en Tom. Wij leren zeilen op een optimist. Zo heet een boot van dit soort. Er zit een zwaard op om op evenwicht te blijven en een roer aan de achterkant om te kunnen sturen. In de Optimist passen een of twee personen. De leraar vaart in een speedboot in de buurt om aanwijzingen te geven. Het allerleukste vind ik vrij zeilen. Dan mogen we doen wat we willen maar we houden ons wel aan bepaalde regels. Als het hard waait gaan we niet zeilen. Dat is te gevaarlijk. In mijn groep zijn we met negen kinderen. Wij zeilen in Asselt. Een keer per week komt de groep bij elkaar om te zeilen, maar alleen in de zomer. Mijn zus en mijn tweelingbroer Raf en ik zelf zeilen, papa en mama niet. Mama heeft vroeger wel gezeild. Ik wil graag leren om een heel rondje over de plas te zeilen.

Ik zit ook op judo. Dat doe ik in de zomer en in de winter. Ik hou van sporten. Op judo doen we soms spelletjes, trucjes en wedstrijden. 

We gaan op kamp met de zeilclub. We slapen dan in een grote tent. We zeilen overdag en we hebben ’s avonds een barbecue. Dit jaar is dat op 23 en 24 augustus. Mijn vrienden slapen dan naast mij en mijn broer Raf en de vriendinnen van Sam, mijn zus, slapen naast haar. Onze groepen slapen wel apart. Mijn zus zit in een groep met oudere kinderen. 

Ik ga na de vakantie naar groep 6 op basisschool Lambertus in Swalmen. Ik vind het vak woordenschat heel leuk. Daar ben ik goed in. Volgend schooljaar krijg ik een meester en een juffrouw. Mijn beste vrienden van school zijn Bastiaan. Hij zit ook bij mij op zeilen. Wij voetballen samen, spelen verstoppertje. Wij wonen bij elkaar in de buurt. Ik wil later dierendokter worden.

Ik ben de helft van een tweeling, mijn broer heet Raf. Wij zitten bij elkaar in de klas en we doen sommige dingen samen en andere dingen niet. Raf zit niet op judo. Wij zeilen wel allebei. Het is fijn om samen te spelen en het niet fijn als we ruzie hebben. Ik ben twee minuten ouder dan Raf.

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906