• THUIS!

Een huis is nog lang geen thuis. Een thuis maak je zelf door je eigen sfeer te creëren. Goede smaak is mooi meegenomen maar een eigen smaak is belangrijker. Wat de één mooi vindt is voor de ander totaal niet aanvaardbaar. In deze rubriek vertellen mensen over hun thuis en hoe dat voelt.

Thuis in het boerenleven tussen 1900 en 1955

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Thijs Abbenhuis (77) is zeer breed geïnteresseerd in van alles en nog wat. Een van zijn interesses geldt het boerenleven. De geschiedenis en alles wat er mee te maken heeft. 

Waar komt het interesse in het boerenleven vandaan?

“Ik ben opgegroeid in een buitenwijk van Heerlen en rondom waren kleine boerenbedrijven gevestigd. Daar was ik geregeld te vinden. Meehelpen met hooien en oogsten in ruil voor producten van het land. Het was hard werken maar toch komt daar de liefde voor het boerenleven vandaan. Wat ik ‘verdiende’ bij de boeren was een welkome aanvulling van de maaltijden thuis in de oorlog. Wij hadden zes kinderen. Mijn vader werkte bij het spoor.”

Vertel iets over deze speciale lezing?

“Ik vertel over het leven van de kleine boeren. Het was bijvoorbeeld de gewoonte dat de oudste zoon de boerderij erfde en de tweede zoon werd priester. De andere kinderen kregen niets. Het kwam vaak voor dat op het erf een huis gebouwd werd voor de oudste zoon. Het materiaal voor het huis was aanwezig: hout, leem en de buren kwamen meehelpen met bouwen. Als er getrouwd werd ging de bruid (liefst een boerendochter) en bruidegom op de boerenkar naar de kerk. Het werk voor man en vrouw was verdeeld, de man op het land en voor het vee en de vrouw voor het huiswerk en het verwerken van het vlees, de melk en het zorgen voor de moestuin en de boomgaard. Soms moest hulp ingeroepen worden van een mandvlechter of de smid. Ik vertel ook over de vrijetijdsbesteding. Er was weinig vrije tijd en op zondag moest er twee keer per dag naar de kerk gegaan worden. Dus er bleef weinig tijd voor leuke dingen over. Meestal was er in het dorp wel een muziekvereniging. In de lezing komt de hele cyclus van leven en dood aan bod. De gebruiken en tradities. Ik denk dat veel mensen zich daar in kunnen herkennen.”

Bent u zelf boer geworden?

“Nee, ik heb in Oranje Nassaumijn een, gewerkt. Ondergronds als werktuigkundig constructeur. Toen de mijn dicht ging, ben ik bij electriciteitscentrale P.L.E.M. gaan werken. In 1975 ben ik in Haelen gaan wonen. Dat wonen was meteen goed behalve dat de boeren hier erg op zichzelf waren en niets los lieten over hun leven.”

Hoe kwam u dingen aan de weet?

“Ik spreek veel met mensen die oude ambachten demonstreren en met oude mensen. Ik heb alle informatie keurig gedocumenteerd. Ik schrijf veel in verschillende (natuur)tijdschriften. Verder heb ik veel verzamelingen en informatie over uitgestorven beroepen zoals de mandenmaker, kuiper, bezemmaker en nog veel meer, in mijn huis heb ik zelfs een klein museum ingericht.”

Meer informatie over de dialezing op de website.

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906