Aeve toes

Goedendag, Bonjour, Guten Tag, Bom dia, Ni Hao, Buongiorno, Buen día, Good day, Salaam, Vitaju, God dag, Strazdvoedje. In 'Aeve thoes' komen mensen aan het woord die al jaren ergens anders op deze aardbol wonen en 'aeve thoes' in Roermond zijn. Ze vertellen over hun leven in den vreemde, over hun werk, hobby's en de cultuur waar ze mee te maken hebben.
Marij Niessen-Houben, Nieuw-Zeeland
Door
Mar-Li Wingens
5 februari, 2009

Marij Niesen-Houben (55) geboren in Roggel en opgegroeid als dochter van ‘de bekker’. Al op jonge leeftijd geëmigreerd naar Nieuw Zeeland. Ze was ‘aeve thoes’ bij haar familie.

Marij vertelt:

Mijn vader maakte de bekende ‘Roggelse Krakelingen’ en wij kinderen hielpen vaak mee in de bakkerij en in de winkel. We hadden thuis zes kinderen en het was erg druk. Ook met de winkel en de bakkerij er bij. Mijn moeder werkte mee in de winkel dus wij hadden toen al een werkende moeder. Alle kinderen hielpen mee, vooral met kermis was het heel druk. Vlaaien bakken, Roggelse krakelingen inpakken. Af en toe bak ik in Nieuw Zeeland nog vlaaien naar het recept van pap. Vooral rijstevlaai en botervlaai. We hadden een leuk gezin maar de kinderen onderling hadden niet zoveel contact omdat we naar kostschool gingen. Door kostschool en intern wonen bij het werk en verschil in leeftijd, viel het gezin enigszins uit elkaar. Later hebben we elkaar weer bewust opgezocht.

School

Ik ben in Roggel naar de lagere school gegaan. Ik was een heel braaf en verlegen meisje. Daarna ben ik naar kostschool gestuurd in Mariabosch, Baexem. Mijn twee oudste zusjes gingen ook naar kostschool. Wij moesten rustig kunnen leren en dat was thuis niet goed mogelijk. Daar ben ik vier jaar geweest. Het was maar zeven km van huis! Ik ging dan ook ieder weekend naar huis en ook alle vakanties. Het was een leuke tijd. Slapen in zogenaamde ‘chambrettes’. Dat zijn een soort kamertjes maar de muren reiken niet tot het plafond. Je kon er over heen kijken in de chambrette van een ander meisje. Dat mocht natuurlijk niet. Maar wij sliepen helemaal boven op zolder en de nonnen sliepen een etage lager. Het bidden viel wel mee, we moesten één keer per week naar de H. mis. Ik heb mijn MULO-diploma gehaald. Niet met de hakken over de sloot maar gewoon goed.

En toen

Wij waren vrij om te doen wat we wilden na school maar we moesten wel allemaal één jaar thuis blijven om te helpen. Ik moest nog 16 jaar worden en ik was dus toch nog te jong voor een vervolgopleiding. Ik wilde graag de verpleging in. Een jaar later was ik nóg te jong en toen ben ik in de ziekenverzorging gegaan in Sittard. Dat was intern. Alle verpleegsters hadden een kamer in een flatgebouw. Na een jaar verhuisde je dan naar een echte flat aan de overkant van het ziekenhuis. Zeker voor die tijd was ik dus al jong het huis uit. Ik heb twee jaar in de ziekenverzorging gewerkt en toen kreeg ik alsnog de kans om in de verpleging te gaan. Maar dat wilde ik niet meer. Er was toen een teveel aan mensen in de ziekenverzorging en toen heb ik nog een jaar op Roncalli gewerkt in Roermond. Daarna ben ik op Sint Anna in Heel gaan werken. Op verschillende afdelingen.

De liefde

Ik had inmiddels mijn toekomstige man leren kennen. Hij komt uit Kessel-Eik. We hebben elkaar voor het eerst ontmoet in Roggel bij de kerk met Carnaval. Eigenlijk hebben we elkaar al leren kennen toen ik 15 jaar was. Hij nodigde mij uit om te gaan dansen in het dorp. Ik ging mee en hij betaalde de garderobe. Je moest daar je jas afgeven en betalen. Dat vond ik heel bijzonder. Na een tijdje heb ik het uitgemaakt. Na ongeveer een jaar of vier hebben we elkaar weer getroffen en een jaar later waren we verloofd.

Emigreren

Het idee om te emigreren kwam al snel boven. Mijn man wilde dat heel graag. Ik had ook al met het idee gespeeld. Hij deed de HTS in die tijd. Hij had een tante in Nieuw Zeeland en ik had een tante in Amerika. Ik had van kind af aan het idee om naar tante Lena in Amerika te gaan. Wij wilden puur om het avontuur emigreren. We leerden een gezin uit Nieuw Zeeland kennen die hier op vakantie waren. Toen besloten we om naar Nieuw Zeeland te verhuizen. Dat was in 1974.

Voorbereiding

We hadden totaal geen begrip wel soort land het eigenlijk was waar we naar toe gingen. Alleen dat het aan de andere kant van de wereld lag. Mijn verloofde Bert kreeg een baan aangeboden als werktuigbouwkundige door de mensen die we hadden leren kennen. De man was manager van het bedrijf. Het was een baan op de tekenkamer waar grote elektriciteits transformators werden ontworpen. Maar hij moest wel onderaan beginnen met werken op de fabriek. We hebben meteen alle papieren aangevraagd om te kunnen emigreren naar Nieuw Zeeland. Amerika was toen heel moeilijk om toegelaten te worden. We konden kiezen uit Nieuw-Zeeland, Australië en Canada.

Trouwen

Voor we vertrokken moest er ook nog eerst getrouwd worden. We waren dan wel verloofd maar ik was niet zo bezig geweest met de uitzet. Toen ben ik heel bewust dingen gaan kopen die ik echt mee wilde. Bijvoorbeeld een mooi servies, alles 12-delig. Ik heb het dit jaar pas weg gedaan! Geen meubels, behalve een beetje antiek. We woonden nog allebei thuis. Tussen de beslissing om te gaan en het daadwerkelijke vertrek zat een jaar. In juni 1975 zijn we getrouwd. Bert was dat jaar de eerste prins Carnaval in Kessel-Eik (Hij is eigenlijk nooit officieel afgetreden tot 2001), afgestudeerd van de HTS.

Het vertrek

Ik was heel opgewonden maar ik heb wel nog een cursus Engels gevolgd. De leraar leerde ons wat Nieuw-Zeelandse afkortingen, wat ons heeft geholpen. We zijn met de boot gegaan, dat was tevens onze huwelijksreis. De reis duurde vijf weken. Toen kwamen we aan in Auckland.

Het begin

We hadden een flatje voor 25 dollar (50 gulden toen) per week, gemeubileerd. We moesten alleen een bed kopen. We hadden twee kisten zo groot als een eenpersoons bed en een kleinere kist uit Nederland meegenomen. Daar zat ons hele hebben en houden in. De kisten hebben we nog gebruikt als tafel en van een kist heeft Bert een boekenkast gemaakt. Die kast heeft nog lang gefunctioneerd in onze garage voor het gereedschap.

Wennen

Mijn eerste indruk was dat alles anders was. Vreemd. Alles was zo groot. Iedereen was heel relaxed. De kleding van de mensen was niet up to date. Oude modellen auto’s reden rond. De huizen hadden alle kleuren, zoals in België. Het is een prachtig land. Wij wonen op het Noordereiland. Daar zijn veel bossen, heuvelachtig en in het zuiden en midden van het noorder eiland zijn bergen waar geskied kan worden. In Auckland hebben we normaal gesproken geen sneeuw wel lichte vorst. De zomers zijn warm zo rond de dertig graden. Ook geregeld regen en het land is heel groen.

De mensen

Ze zijn heel aardig en geduldig als ze weten dat je emigrant bent. Ik werd meteen opgenomen. Ik vond een baan in een winkel, een kleine supermarkt. Daar heb ik anderhalf jaar gewerkt. Daarna gaan werken in een vrij grote supermarkt. Daar bleef ik een jaar en toen kreeg ik een baan aangeboden op kantoor van de elektriciteitsbond. Na ongeveer vier jaar kreeg ik onze eerste zoon, Lorence, nu 29 jaar en toen kwam Justin, nu 27 jaar. Inmiddels hadden we een huis gekocht.

Tot de jongste zoon ruim vier en half jaar was, heb ik ‘s avonds gewerkt als gastvrouw op de paardenrenbaan. Daarna begonnen met boekingen aan nemen voor de restauranten van de paarden renbaan tijdens de schooltijden van de jongens.

Heimwee

Mijn man kreeg op een gegeven moment heimwee. Dat was na de geboorte van onze eerste zoon. Ik ben toen naar Nederland gekomen met het idee om te kijken wat de mogelijkheden waren om terug te komen. We waren van plan om de bakkerij van mijn vader over te nemen en daar café-restaurant van te maken. Mijn vader raadde het ons heel erg af. Na goed overleg hebben we er vanaf gezien en het heimwee ging ook weer over.

Tegenwoordig

Ik heb 17 jaar part-time en full-time bij de paardenrenbaan gewerkt. Nu doe ik totaal iets anders. Ik kreeg de kans om bloed te gaan prikken voor een groot laboratorium. Het leukste is het contact met de mensen. Daar werk ik nu 8 jaar. Na een jaar kreeg ik de baan als “second in charge” (soort subhoofd) aan geboden in een gedeelte van Auckland. Heel gevariëerd werk. Voornamelijk administratief. Af en toe nog eens invallen met bloedprikken als er personeel tekort is.

Mijn man werkt op de tekenkamer van een grote zaak waar ze stellingen maken voor warenhuizen en fabrieken en bibliotheken.

Wij wonen nu al vijf jaar buiten Auckland op het platteland. In een nieuw huis in een nieuwe buurt. Heel milieuvriendelijk gebouwd.

Onze oudste zoon woont in Bristol in Engeland en de jongste woont op het Zuidereiland. En werkt in de bouw.

Terug

Nee, wij komen niet terug, alleen voor vakantie. Ons thuis is in Nieuw Zeeland. Ik kom geregeld op vakantie, Bert is drie keer op vakantie geweest.

Deel dit artikel

Lees volgende Aeve toes
Riet Vijsma-Van Hooijdonk, Amerika
Lees volgende artikel
Inboedelservice