Aeve toes

Goedendag, Bonjour, Guten Tag, Bom dia, Ni Hao, Buongiorno, Buen día, Good day, Salaam, Vitaju, God dag, Strazdvoedje. In 'Aeve thoes' komen mensen aan het woord die al jaren ergens anders op deze aardbol wonen en 'aeve thoes' in Roermond zijn. Ze vertellen over hun leven in den vreemde, over hun werk, hobby's en de cultuur waar ze mee te maken hebben.
Suzy en Annemarie Reivers, Australië
Door
Mar-Li Wingens
7 mei, 2009

Suzy (62) en Annemie (60) Reivers zijn twee zussen. Vijftig jaar geleden emigreerden zij met vader, moeder en alle zussen en broers naar Australië. Ze waren toen 11 en 13 jaar. Het was niet gemakkelijk voor het gezin en niet in de laatste plaats voor hun ouders.

Suzy en Annemie vertellen:

Suzy: Ik ben geboren in Roggel en Annemie in Maasniel. Daarna hebben we nog in Stein gewoond. Onze vader werkte toen ‘op de koel’ bovengronds als machinist. Hij had eerst een kapperszaak in Roggel. Mam kwam uit Roggel en haar meisjesnaam was Koojmans. Na de oorlog hebben ze de zaak verkocht en zijn in Maasniel gaan wonen en daarna is pap voor de mijn gaan werken. Onze ouders wilden niet dat de jongens ook in de mijn terecht kwamen en hebben besloten om te emigreren naar Australië.

Annemie: Wij hadden thuis 15 kinderen eigenlijk 16 kinderen, een broertje is met negen maanden gestorven. Suzy was nummer 8 en ik was nummer 11 in de rij.

Suzy: Het was een goed gezin. Iedereen mocht binnen komen en het was altijd : ‘schuif maar op en zet er maar een stoel bij.’

Emigreren

Suzy: Mijn oudste broer had het idee om te emigreren. Een andere broer was in het leger in Suriname. Hij liet ook weten dat hij niet meer in Nederland wilde wonen. De tijd was niet al te best en voor mijn broers was er toen alleen werk te vinden ‘in de koel’. Dat was in 1959. Mijn vader wilde dat niet voor zijn 10 jongens. Zo is het idee geboren om te emigreren. De staat stimuleerde dat toen maar pap en mam hadden geen idee waar ze aan begonnen.

Annemie: Vooral de begintijd is heel moeilijk voor ze geweest. Ze spraken geen woord Engels. Pap was 50 jaar en mam 46 jaar en dan dat hele grote gezin. Eenmaal in Australië heeft hij alle werk aangenomen dat hij kon krijgen. Hij werkte de eerste tijd op een plek waar de schapenwol aankwam en verdeeld werd en naar de verschillende fabrieken vervoerd werd. Hij moest met de zware wolbalen sjouwen. Hij was zo’n zwaar werk niet gewend.

Suzy: Dat is niet goed voor mijn vader geweest.

Wonen

Suzy: We kregen niet meteen een huis toegewezen. We kwamen in een opvangkamp te wonen. Dat bestond uit kleine golfplaten huisjes met twee of drie bedden, een nachtkastje en enkele stoelen en ieder twee legerdekens. Ons gezin bewoonde wel 7 van deze huisjes. Deze stonden niet eens naast elkaar maar verspreid over het kamp.

Annemie: We kwamen van de boot af, meteen in de trein. In onze ogen een hele oude trein. Maar dat was een hele normale trein in Australië. Na een uur of vier in de trein kwamen we in Bonnegilla aan. Dat was het opvangkamp voor emigranten uit de hele wereld. Daar hebben we zes weken gewoond met mam. Pap was al naar Melbourne vertrokken om werk te zoeken. Na zes weken zijn we naar Melbourne verhuisd en kwamen terecht in een hostel. Daar hebben we een jaar gewoond. Het leek wel wat op een camping.

Geen keus

Annemie: Voor ons kinderen was het ook niet gemakkelijk om Nederland en alle familie en vrienden achter te laten.

Suzy: Ik was liever in Nederland gebleven. Ik vond het niet leuk maar je mening werd niet gevraagd. De oudsten zagen in dat het om hun toekomst ging maar ik had heimwee. Dertien jaar is ook nog een moeilijke leeftijd.

Annemie: Een zusje van zeventien wilde al helemaal niet mee maar heeft toen toch besloten dat ze niet zonder haar familie hier wilde blijven.

School

Annemie: In de eerste zes weken gingen we niet naar een echte school, meer een opvang. Ik vond er niets aan. Het was allemaal heel anders.

Suzy: Toen we in Melbourne woonden moesten we naar een echte school. Omdat we gedurende een jaar in een opvangcentrum woonden, zaten we met wel 60 kinderen in een klas met allerlei nationaliteiten. We hebben daar niets geleerd. Het was uiteraard een katholieke school en de non stond met de zweep in de aanslag. Dat was zo in Australië.

Ik wilde al snel niet meer naar school. Toen ik veertien jaar was, ging ik van school en zocht een baantje.

Annemie: Ik moest natuurlijk nog op school blijven, ik was pas 11 jaar, Toen ik veertien was, ging ik ook van school en bleef thuis in de huishouding. Achteraf vind ik het jammer dat ik niet door heb geleerd. De jongere kinderen in ons gezin wenden wel, ze pasten zich snel aan.

Werk

Suzy: Mam heeft me meegesleept op zoek naar werk. Ik heb allerhande baantjes gehad. In Melbourne woonde een Nederlandse priester, Pater Maas, hij hielp de emigranten. Ik moest in het huishouden werken bij mensen. Maar ik wilde heel veel niet! Maar mijn moeder gaf niet op. Eindelijk had pater Maas een baan voor mij gevonden in een kindertehuis. Daar heb ik een jaar gewerkt.

Eigen huis

Suszy: Een oudere broer had op een gegeven moment zoveel geld verdiend dat we een huis konden kopen. Niet heel groot maar een stuk beter dan het hostel. Enkele zusjes werkten inmiddels buitenshuis en kwamen alleen in het weekend thuis. Toen heb ik mijn baan opgezegd en ben voorgoed thuis in ons eigen huishouden gekomen.

Annemie: Met 16 jaar heb ik werk gevonden in een fabriek. Dat beviel me wel.

Suzy: Melbourne is groot en wij woonden toen aan de rand van de stad.

Vriendjes

Suzy: De vriendjes kwamen vanzelf. Trouwen ook. We zijn allemaal met verschillende nationaliteiten getrouwd. We zijn multi culti! We hebben nu in de familie een Poolse, een Pools-Duitse, een Italiaan, een Maltees, een Hongaar, een Duitser, een Ier, een Engelse een Australiër en enkele Nederlanders. We hebben wel tien verschillende nationaliteiten in de familie. Ik ben met een man getrouwd die oorspronkelijk uit Egypte kwam en heb vijf kinderen en zes kleinkinderen.

Annemie: Ik was getrouwd met een Hongaar en heb twee kinderen.

Dialect

Suzy: We zijn op een broer na, allemaal bij elkaar in de buurt blijven wonen. Pap en mam zijn inmiddels overleden. Pap is 70 jaar geworden en mam 80 jaar. Omdat wij allemaal veel contact met elkaar hebben en onderling nog altijd Limburgs dialect spreken, hebben we dat nooit verleerd. Toch wonen we nu al bijna 50 jaar in Australië.

Annemie: Als wij allemaal bij elkaar zijn, zitten de aangetrouwden in de huiskamer en wij in de keuken. Zij verstaan ons toch niet. Maar meestal spreken we toch gewoon Engels.

Familie

Suzy: Wij zijn nu op bezoek in Nederland bij onze familie. Onze moeder kwam uit een gezin van 10 kinderen en pap van 8 kinderen. Wij hebben het contact met ooms, tantes, neven en nichten altijd onderhouden. Mam en pap zijn ook geregeld hier op vakantie gekomen. Familieleden van hier bezoeken ons ook geregeld.

Spijt

Suzy: mam en pap hebben ons dat nooit verteld maar.....we hebben achteraf van onze familie hier gehoord dat zij Nederland en de familie erg gemist hebben. Wij denken dat het voor onze ouders beter was geweest als ze hier gebleven waren.

Annemie: De toekomst van de kinderen ging bij hun vóór.

Suzy: Ik heb heel lang gedacht: Ik ga terug naar Nederland. Maar ja, je leert je man kennen en er komen kinderen! In 1986 ben ik voor het eerst terug geweest.

Terug

Suzy: Ik ben altijd lid van een Hollandse club gebleven, Ik ben altijd Nederlands blijven spreken, ik ga kaartspelen bij de Hollandse club. Als er iets ‘Nederlands’ te doen is, gaan we daar naar toe.

Annemie: Sommige van onze kinderen hebben ook dat ‘Nederlandse’ gevoel en sommige niet. Een zoon van mij woont tegenwoordig in Leeuwarden. Hij heeft een Nederlands meisje getroffen. Hij woont nu voor een jaar in Leeuwarden en daarna komen hij en zijn vriendin naar Australië voor een jaar. Daarna beslissen ze waar ze gaan wonen.

Suzy: Och, die eerste keer dat ik hier op vakantie kwam, was mooi! Als ik geen man en kinderen had, dan wist ik het wel. Ik kom iedere keer weer ‘thuis’.

Annemie: Ik ook! Dat gevoel heb ik nog steeds.

Suzy: Alles lijkt klein, de huizen, de tuinen. Maar dat is toch niet erg? Ik vind het gezellig.

Annemie: Ik vind dat als alles zo groot is en ver uit elkaar, dat is niet gezellig. Klein vinden wij juist leuk.

Suzy: Er is altijd een soort heimwee gebleven.

Deel dit artikel
Lees volgende artikel
Een kadoshop