Thijs Hannen (50) woont Aan de Rijksweg en heeft twee passies: muziek en archiveren. Deze twee passies kan hij prima uitleven in aan de ene kant zijn hobby en aan de andere kant zijn werk als archivaris in Roermond.
(In deze passies kan hij zich prima uitleven met aan... Mag het werk vooraan komen?.)
Waar ben je dirigent van?
“Op dit moment van twee koren, een in Echt en een in ’t Paradies in Roermond. Allebei gemengde koren. Het koor in Echt is een oude liefde, Vivace genaamd. Daar was ik al bij voor ik mijn studie begon. Verleden jaar ben ik gevraagd om als dirigent terug te komen. Het ging niet zo goed met het koor. Te weinig leden en ook in financieel opzicht ging het minder. Ik heb eerst overlegd met mijn vrouw omdat er veel tijd in gaat zitten. Ik heb toegezegd en inmiddels gaat al beter met het koor. Er komen nog steeds nieuwe leden bij.”
Vertel eens over het ouderenkoor in ’t Paradies?
“Ik wil dat de voorstellen over welke stukken we zingen, vanuit het koor komen. Zij dragen zelf de liedjes aan. Ik heb geen enkele voorkeur. Van mij mag het van gregoriaans tot jazz en van blues tot pop zijn. Nu zijn we met vastelaovendliedjes bezig. De Munsterpleinwals onder andere. Maar ook Down by the riverside. Ik heb het koor ook wel eens laten improviseren. Het Paradieskoor is gemengd en heeft nu 25 leden. Wij repeteren een keer in de veertien dagen op maandagmiddag van 14.00 tot 15.30 uur. Nieuwe leden zijn van harte welkom.”
Wat is jouw muzikale achtergrond?
“Ik ben instrumentalist. Ik speelde hoorn, bugle, trompet en bastrombone. Bij de noodzakelijke wijziging van Fanfare naar Brassband ben ik overgestapt naar het ‘zwaar koper’, dus bastrombone en tuba. Ik heb altijd privélessen gehad.”
Zat muzikaliteit in de familie?
“Mijn vader was een goede zanger. Ik ben van mijn zesde jaar met muziek bezig en ik ben met een hoorn begonnen. Ik was lid van de fanfare in Merum, de huidige Brassband. Wij woonden in Merum en er werd in mijn jeugd goed gecontroleerd of ik wel iedere dag oefende door de buurt. Het kon zijn dat een buurtbewoner tegen mij zei: ‘ik heb je gisteren niet horen oefenen!’.
Hoe ben je dirigent geworden?
“Mijn vader zong geweldig maar kon geen noten lezen. Na een optreden van zijn koor, het Hertens Mannenkoor, in Swalmen gingen ze nog wat drinken. In dat café werd ook nog wat gezongen en ik zong uit volle borst mee: ‘So ein tag so wunderschön wie heute’. Ik zong vrij hoog en dat viel de koorleden op. Zij vroegen mij om bij het koor te komen. Vooral toen zij hoorden dat ik noten kon lezen. De meeste koorleden konden dat niet. Tijdens een optreden in Neer, ben ik ingevallen voor de dirigent. Dat werd goed ontvangen. Toen wilde ik er ook een opleiding gaan doen voor dirigent in Beek, Dat was een 3-jarige avondopleiding.”
Is het dirigeren een uitdaging?
“Een koor kun je vergelijken met een voetbalteam. Je moet samenwerken en het beste er uit proberen te halen. Je moet mensen enthousiasmeren. Daar gaat meer tijd inzitten dan in de repetities. Als je een muzikaal probleem tegenkomt moet je dat aanpakken en door ermee bezig te zijn wordt het probleem al wat kleiner. Als een moeilijkheid overwonnen is, geeft dat voldoening én wil je aan anderen laten horen wat je weer geleerd hebt
Wat doe je nog meer?
“Ik kan het dirigeren prachtig combineren met mijn baan bij het archief in Roermond als archiefinspecteur. Ik ben twee studie’s tegelijk gaan doen op mijn 40ste levensjaar in Amsterdam om archivaris én Informatiemanager te kunnen worden. Dat was zwaar, ook voor mijn vrouw Francetta. Ik ben nu archivaris vanaf 2003. De kick is om mensen goed te kunnen helpen bij hun zoektocht. Daar gaat aan vooraf, het ordenen, opruimen en indelen om het gemakkelijk terug te kunnen vinden. Het digitaliseren van het materiaal is mijn specialiteit. Wij geven mensen iets extra’s qua zelfstandig gebruiken van de digitale bronnen. Wij maken de informatie in het archief ook digitaal, steeds toegankelijker. Dat is een belangrijke opgave.”