Renée Theunissen (60) verloor ongeveer twee jaar geleden haar ID-baan. Een vervelende periode volgde. Maar Renée krabbelde overeind en zij oriënteerde zich wat er zoal bestond op het gebied van vrijwilligerswerk. Zij vond twee leuke goede doelen.
Waar is je keuze op gevallen?
Renée: “Ik werk op een basisschool als assistente van de leerkrachten. Ik help mee bij de creativiteitslessen. Crea-lessen genaamd. Bijvoorbeeld knippen en plakken, armbandjes maken van touwtjes, lege doosjes beplakken met stofjes en kraaltjes. Het was leuk om te zien dat jongens de stoere kleuren uitkozen zoals bruin en grijs en de meisjes de lieve kleurtjes zoals rose en lichtblauw. Ik assisteer ook bij de computerlessen. En dat terwijl ik zelf een leek ben op de computer. Ik leer eigenlijk van de kinderen. “
In welke groepen ben je werkzaam?
“In bijna allemaal. Dinsdag begin ik bij de kleutertjes. Enig! Voor Vaderdag moesten ze hun cadeautje inpakken. Heel moeilijk voor de kinderen. Na de kleuters ga ik naar groep 5. Zij hadden bijvoorbeeld de opdracht om ‘glas in lood’ te maken van karton en doorzichtig gekleurd papier. Heel leuk geworden. Woensdag ben ik vrij. Op donderdag ben ik de hele middag in groep 4. Dan doe ik steeds heel verschillend werk. De ene keer ga ik apart zitten en bereid werk voor. Ik heb doosjes in elkaar moeten zetten die de kinderen dan later gingen beplakken en verven. Het laatste half uur help ik dan weer bij de computerles. Op vrijdag ben ik in groep 7 te vinden. Daarna weer in de computerles. Ik heb daar al echt iets van opgestoken en kan soms ook al kinderen helpen.”
Zijn de lessen heel anders dan vroeger?
“Tegenwoordig zijn de kinderen veel vrijer. Als ik aan mijn eigen schooltijd denk dan komt meteen het beeld in me op dat we keurig netjes moesten zitten. Armen over elkaar en stil zijn. Nu lopen de kinderen door de klas, de leerkrachten zijn heel gemoedelijk naar de kinderen toe. Veel minder afstand tussen kinderen en de juf of de meester. Ik heb nog geen kind gezien dat eenzaam of stilletjes in een hoekje zit. Volgens mij vinden de kinderen het leuk op school.”
Welk vrijwilligerswerk doe je nog meer?
“Ik werk ook bij ’t Paradies bij de 55 plussers. Op dinsdagavond sta ik achter de bar. Een zangkoor komt dan repeteren. Van tevoren zetten Lei (de beroepskracht) en ik de stoelen en tafels klaar. Rond acht uur komen de leden van het koor binnendruppelen. Dan kopen ze bonnen voor koffie, thee, wijn, fris of bier. Dat is gemakkelijk dan hoeft er geen geld gewisseld te worden. De pauze duurt maar van kwart over negen tot half tien. Dan moeten wel 50 mensen hun drankje krijgen. Dat is best hectisch. Ik moet ook leren hoe het koffie-apparaat werkt zodat ik het kan bedienen als ik er een keer alleen voor sta. Het apparaat moet geregeld bijgevuld worden. Best een ingewikkeld ding! Na de repetitie zetten Lei en ik de stoelen en tafels weer terug. We wassen af en ruimen alles netjes op. De kas moet geteld en er moeten dingen aangevuld worden. Soms zijn er ook nog vergaderingen in het gebouw. Daar zetten we ook stoelen en tafels voor klaar. Dan is het inmiddels rond 11 uur. De dinsdag is een lange dag en dan ben ik blij als ik naar huis kan.”
Hoe bevalt het vrijwilligerswerk?
“Ik vind het kei leuk. De leerkrachten die ik assisteer zijn hartstikke aardig en met Lei klikt het heel goed waar ik mee samenwerk op ’t Paradies. Het werk geeft mij een voldaan gevoel. Ook het contact met de mensen en met de kinderen is heel fijn. Een stuk leuker dan thuis zitten!”