Ieder zijn vak

een eigen dierenspeciaalzaak
Door
Mar-Li Wingens
30 april, 2006

Francie Simons (44) wist al vanaf haar kindertijd dat ze later iets met dieren wilde doen.

Ben jij een echte dierenvriend?

Francie: “Altijd geweest. Als kind vroeg ik steeds om een eigen dier te mogen hebben. Toen mocht ik uiteindelijk kleine dieren zoals een cavia en een hamster op mijn kamer houden. Later hielp ik een vriendin een dag in de week in haar dierenwinkel.”

Heb je nu ook eigen dieren?

“Wij hebben een papegaai. Hij gaat iedere dag mee van Venlo, waar we wonen, naar Roermond, naar de winkel. s’ Morgens precies om acht uur roept hij: ‘Koffie!’. Behalve op zondag. Dan laat hij ons uitslapen. In de winkel zegt hij tegen de klanten: ‘Zaese nieks?’ Een papegaai is een heel intelligent dier en ze kunnen wel tachtig jaar worden. Hij heeft wel veel aandacht nodig. Het is geen gemakkelijk dier om te houden. Ik heb ook nog twee honden en vijf katten. De hondjes gaan ook altijd mee naar de winkel.”

Wat vind jij een belangrijk onderdeel van je vak?

“Het adviseren van de klanten hoe ze met dieren om moeten gaan. Ieder dier heeft een speciale aanpak nodig, zeg maar opvoeding nodig. Een dier moet luisteren of het nu een kat of een hond is. Ze moeten weten wie de baas is. Verder zie ik als mijn taak om mijn klanten te adviseren over de juiste voeding.”

Is er een opleiding nodig voor jouw vak?

“Bijvoorbeeld voedingsleer en medicijnenkennis. Ik verkoop alleen maar dieren in mijn winkel waar ik verstand van heb. Ik ga van het dier uit en kijk of een bepaald dier bij de mensen past die het aan willen schaffen. Daarom heb ik geen slangen , leguanen en vogelspinnen in de winkel. Daar heb ik niks mee. Als mensen bijvoorbeeld een papegaai willen kopen geef ik ze, naast persoonlijke voorlichting, eerst eens een boek mee naar huis. Kunnen ze eerst eens rustig bekijken of ze zoveel tijd aan het dier willen besteden.”

Welke dieren heb je in de winkel?

Vooral konijnen, hamsters, muisjes, vogels en tropische vissen.

Als zo’n konijntje al wat langer in de winkel is en het wordt verkocht, moet ik wel eens een traantje laten.

Volgende maand zijn de fretjes er weer. Deze diertjes hebben een consequente opvoeding nodig. Net als de hond. Ik informeer de mensen daar heel goed over.”

Als je thuis komt, willen de katten nog aandacht. Heb je daar dan nog zin in?

“Altijd. Ik heb wel een electronische kattenbak aangeschaft. Deze laat het afval automatisch in een reservoir verdwijnen. Op die manier kunnen de katten altijd in een schone bak hun behoeften doen. Ik heb één kat teveel verwend. Zij mag mee naar bed. Om elf uur kijkt ze me indringend aan en moet ik mee naar boven. Daar krijgt ze zes snoepjes. Niet meer, niet minder. Dat weet ze heel precies. Ik zou me een leven zonder dieren niet voor kunnen stellen!”

Deel dit artikel

Lees volgende Ieder zijn vak
horeca-ondernemer
Lees volgende artikel
De Azijnfabriek