Gerry Oppermann (59) Kookt drie dagen per week gemiddeld voor veertien mensen. Ze doet dat niet helemaal alleen, ze heeft gelukkig hulp.
Voor wie kook jij?
Gerry: “Ik kook voor en met mensen die het door allerlei omstandigheden niet zelfstandig in de maatschappij kunnen redden. In het sociaal pension wordt wel hard gewerkt om de mensen zover te krijgen dat ze weer in de maatschappij kunnen functioneren. Dat doe ik in een pension van het MOV, Maatschappelijke Opvang Voorzieningen.
Hoe ben je in die baan gerold?
“Ik heb acht jaar als vrijwilliger in de groep gewerkt, compleet met avond- en nachtdiensten. Toen het MOV ging groeien kwam er een vacature om de inkoop te doen. Daaruit vloeide mijn tegenwoordige baan voort, de kookbegeleiding. Ik groeide dus eigenlijk mee.”
Wat maakt jouw baan boeiend?
“Er worden mensen opgevangen van alle leeftijden en met verschillende problemen. Verder ben ik verantwoordelijk voor de inkoop en de kookbegeleiding met als logisch gevolg het bijhouden van het kasboek. Dus heel afwisselend werk en erg leuk om te doen.”
Hoe ziet jouw kookbegeleiding er uit?
“Ik bepaal het menu in zoverre dat ik rekening houd met de wensen en capaciteiten van de mensen die met mij mee koken. Er zijn mensen die maken alleen aardappelen, groente en vlees. Aan de andere kant zijn er ook mensen die alleen pasta of chili willen maken. De zogenaamde ‘gemakkelijke gerechten’. Soms lukt het om nieuwe gerechten te proberen en de mensen daar warm voor te maken. Vaste prik is dat de bewoners altijd de aardappelen schillen.”
Je leert de mensen echt iets?
“Ik zeg zelf altijd voor de grap: in mijn functieomschrijving staat dat ik de mensen een beetje mag verwennen. Dat maakt dat ik dankbaar werk heb. Dat begint met de lunch. Ik begin met werken vlak voor de lunch. Ik probeer altijd iets extra’s te doen. Bijvoorbeeld een gebakken eitje, de ouderwetse balkenbrei, een rest van het avondeten opwarmen of een kopje soep.”
Wat doe je na de lunch?
“Ik houd me bezig met de administratie, de inkoop en ik ga ook geregeld een gesprekje met de mensen aan. Vaak komen ze bij de kookpot kletsen. Op die manier krijg ik vaak een leuke band en de mensen lucht zo’n gesprekje op.”
Worden je kookkunsten op prijs gesteld?
“Eigenlijk krijg ik bijna altijd positief commentaar. De mensen zijn niet allemaal even gemakkelijk. Ze hebben geen gemakkelijk leven en ze kunnen wel eens heftig reageren. Maar het is nooit persoonlijk bedoeld. Ik vind dat ik de dankbaarste taak van alle mensen heb die daar werken.”
Wie doet de afwas van veertien mensen?
“Ik niet !”