Dusanka Timmermans (32) heeft lange tijd in de zorg gewerkt. De helpende handen aan het bed. Toen zij zelf ziek werd, moest zij een andere weg inslaan. Het bleef ‘zorg’ maar dan anders.
Wat houdt jouw beroep in?
Dusanka: “Letterlijk het beginpunt van alle zorg. De huishoudelijke zorg wordt bij ons geregeld. De verpleging en verzorging maar ook de uitleen van medische hulpmiddelen. Zoals de rolstoel, krukken enz. We bieden ook artikelen aan die gekocht kunnen worden. Dat kan zijn een hoog-laag bed of een sta-op stoel, het urinaal, eigenlijk alles op dit gebied is te koop in onze winkel. Daarbij is het ook een kantoor waar mensen advies krijgen als er hulp nodig is bij de verzorging van een man, vrouw, kind. Het is een heel breed aanbod en daarom ook zo interessant.”
Wat heb je hiervoor gedaan?
“Ik heb in de wijk gewerkt als verzorgende. Ik was gewoon ‘de zuster’ die alles deed. Tegenwoordig is het allemaal heel gespecificeerd werk. Er zijn diverse aandachtsgebieden. Ik heb de Opleiding voor Dienstverlenende en Verzorgende Beroepen gedaan. Ik heb mijn stage in verzorgingscentra gedaan. Daar had ik met bejaarde patiënten te maken . In de wijk kreeg ik te maken met patiënten van alle leeftijden. Dat was soms confronterend als ik patiënten van mijn eigen leeftijd of kinderen moest verzorgen. Dit heb ik ongeveer 15 jaar gedaan.”
Hoe ging het verder?
“Ik raakte in verwachting van onze zoon. Na de geboorte waren de verschillende diensten niet meer zo aantrekkelijk. Ik ben gaan solliciteren en kwam bij een zorginstelling in Midden-Limburg terecht. Daar ben ik een combinatie gaan doen als verzorgende en ik deed ook huishoudelijk werk bij de patiënt. Op een gegeven moment was die combinatie niet meer mogelijk. Ik moest kiezen of alleen verzorgen of alleen huishoudelijk werk. In dezelfde periode werd ik ziek en ik moest vier operaties ondergaan. Toen kwam mijn huidige baan op mijn pad.”
Was de keus snel gemaakt?
“Eigenlijk wel. We begonnen daar met drie nieuwe medewerksters. Een fris begin maar wel even aftasten hoe en wat. Inmiddels doe ik dit werk al anderhalf jaar. Iemand komt bijvoorbeeld bij ons binnen die in de nabije toekomst een nieuwe heup krijgt. De vraag is wat deze patiënt na de operatie nodig heeft. Dat zijn zeker krukken, een toiletverhoger, eventueel een rolstoel. Dat is allemaal gratis vanwege de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Mensen zeggen wel eens dat het allemaal niet goed geregeld is in Nederland maar ga maar eens naar het buitenland! Ik ben op dit moment een opleiding commercieel medewerker aan het volgen. Dat hoort er tegenwoordig allemaal bij.”
Doen jullie ook het onderhoud van de hulpstukken?
“Ja zeker. We hebben een logistiek centrum. Zij zorgen voor het vervoer, voor de reiniging en dat alles verpakt wordt volgens de normen. Maar ook voor de reparatie. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat iemand een ongeluk krijgt door ondeugdelijk materiaal. Soms is er wel eens een tekort aan materiaal maar dat is in de regel hoogstens maar mensen enkele dagen dat men moet wachten. Het gaat met pieken en dalen. Soms is er een periode waarin heel veel kinderen geboren worden. De bedverhogers zijn dan niet aan te slepen. In de vakantie periode gebeuren veel ongelukken met sporten en kunnen we soms niet alle krukken die nodig zijn meteen leveren. Meestal kan ik de hulpstukken toch regelen via een ander filiaal.”
Hoe lang mag je iets lenen?
“Dat gaat altijd in blokken van twee of drie maanden en maximaal een half jaar. Daarna moeten de hulpstukken terug. De mensen krijgen van ons daarover bericht. Zo nodig wordt de periode verlengd. Als het een blijvende situatie betreft dan adviseren wij om bij de gemeente een aanvraag voor het desbetreffende hulpmiddel te doen. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning is daar de aangewezen weg voor. De gemeente komt dan bij de mensen thuis en er wordt een rapport gemaakt over situatie. Mensen moeten altijd een aanvraag doen bij de verzekeraar en daarna krijgt men uitsluitsel of een hulpstuk vergoed wordt. Het ligt aan het soort verzekering of dat het geval is.”