Ieder zijn vak

Modiste
Door
Mar-Li Wingens
17 december, 2009

Gemma Rulkens (54) is al verschillende jaren bezig met hoeden maken en zich daarin bekwamen. Het is een vast gegeven en zij wil er alles van weten en ook toepassen. Daarnaast is zij lerares wat ze ook met veel plezier doet.

Hoe wordt iemand modiste?

Gemma: “Het was een zoektocht. Van origine ben ik huishoudkunde-docent (tegenwoordig heet dat zorg en welzijn)

In 1986 ben ik gestart met een handweefcursus in Tilburg en in 1988 ben ik begonnen met een cursus costumiere, coupeuse, modevaktekenen en hoedenmodiste. Dat is me zo goed bevallen dat ik de leraressenopleiding, waar ik toen ook mee bezig was, heb laten vallen.”

Hoe ging de zoektocht verder?

“Ik heb een jaar lessen gevolgd bij een particuliere hoedenmaakster . Daarna anderhalf jaar lessen gevolgd bij een mevrouw die veel ervaring had bij een groot hoedenconfectiebedrijf. Daar heb ik veel technieken geleerd. Toen ben ik naar Soest gegaan naar Marianne Jongkind. Daar heb ik twee jaar lang ervaring opgedaan in het hoeden maken. Marianne Jongkind is de absolute top in Nederland wat hoeden betreft.”

Was je opleiding toen afgerond?

“Ik vond van niet en ik ben naar Londen vertrokken naar het College of Fashion. Daar heb ik les gehad van Dann Bassem die samenwerkte met Robert Summerville en hij werkte voor ‘The queen’. Ik ben steeds textielcursussen blijven volgen en heb allerlei certificaten behaald.“

Wat trekt jou zo in dit vak?

“Ik wilde me verder bekwamen maar ook omdat ik heel nieuwsgierig was naar de materie. In 1998 kwam iemand met de vraag of ik ook een hoedje of hoofdbedekking kon maken voor mensen die door ziekte hun haar verloren zijn. Daar ben ik me toen in gaan verdiepen, eigenlijk tot op de dag van vandaag. Ik ben me in deze materie gaan bekwamen met behoud van mijn eigen stijl. Dat vind ik belangrijk. Ik heb nog steeds nieuwe ideeën.”

Wat zijn specifieke voorwaarden voor een goede hoofdbedekking?

“Bijvoorbeeld dat de stof ‘ademt’ natuurlijk is. De hoofdbedekking moet behaaglijk zitten en de pasvorm moet perfect zijn. De hoofdbedekking moet bij de persoon passen, bij de stijl van kleden. Een sportief iemand, krijgt een sportieve hoofdbedekking. Als iemand ’s avonds uitgaat of naar een feest, kan de persoon ook haar hoofdbedekking aanpassen. Sommige mensen kiezen voor een hoofdbedekking naast hun pruik. Op dit moment kunnen mensen bij mij kiezen uit ongeveer 30 modellen.”

Vertel iets over je andere vak?

“Ik geef het vak ‘Verzorging’ in Panningen op het Bouwens van de Boije College aan tweede jaars. Daar ben ik ook mentor en ik vind het heel erg leuk. Ik heb 10 lesuren en ben in mijn 34e lesjaar. In dit vak moet je ook bijblijven en je steeds blijven ontwikkelen. Dat hebben mijn beide passies gemeen.”

Deel dit artikel
Lees volgende artikel
Bijbenen