Marco van Hoof (46) is in de voetstappen van zijn vader getreden. Vader was schoenhersteller in Helmond. Marco is de enige van elf kinderen die voor dit vak heeft gekozen.
Waarom heb jij voor het vak gekozen?
“Ik ben nu de derde generatie, mijn grootvader, vader waren ook al ‘sjoester’. Ik doe het nu al negen en twintig jaar. Ik kom oorspronkelijk uit Helmond en mijn vader kende de heer Van de Kerkhof in Roermond, waar ik de zaak van heb overgenomen. Van de Kerkhof had geen opvolger en hij wist dat mijn vader elf kinderen had. Hij dacht dat er wel één tussen zou zitten die in het vak wilde. Dat was ik dus.”
Ben je snel hier gewend?
“Ik voelde me meteen thuis. Ik spreek ook gewoon Roermonds dialect. Mijn vrouw Monique is ook van hier. We hebben inmiddels twee dochters, Luna en Kika. Ik heb nooit naar Heldmond terug gewild.’
Heb je het vak van je vader geleerd?
“Nee, dat niet. Ik heb de vakopleiding in Den Bosch gevolgd. Toen ben ik in de leer gekomen bij Van de Kerkhof.”
Wat vind jij het leukste aan je vak?
“Ik denk het werken met mijn handen. Als het niet schoenhersteller was geworden, was ik wel iets anders met mijn handen gaan doen. Schoenen maken was vertrouwd, de reuk... Als mijn broers en zussen op bezoek komen, willen ze eerst ruiken....het leer, dat ruikt naar vroeger.”
Is er veel veranderd in de loop der jaren?
“Vaktechnisch eigenlijk niet veel. Er zijn wel veel nieuwe, moderne materialen bijgekomen. De machines zijn ook moderner maar eigenlijk niet veranderd. Je moet toch iedere schoen in de hand nemen en de machines draaien allemaal rond. Maar de principes zijn hetzelfde gebleven. Zelfs een leest gebruik ik nog af en toe, wel geïntegreerd in de machine. Omdat er andere materialen gebruikt worden, gebruik je andere verbindingstechnieken.”
Zijn alle schoenen te herstellen?
“Negen en negentig procent. Maar ik zeg het wel als het niet meer de moeite waard is. Over het algemeen krijg ik alleen dure schoenen in mijn handen. Een schoen is duur door het materiaal dat gebruikt is, de naaitechnieken en schoenen van bepaalde merken! Soms betaal je alleen de naam, niet de kwaliteit.”
Welk soort schoenen draag je zelf?
“Ik heb veel schoenen en ik draag het liefste Australische schoenen, die ik ook verkoop. Dat zijn hele sterke schoenen met een ruige uitstraling en ook Engelse, wat gekledere schoenen. Mijn vriendin Monique gaat over de verkoop van de schoenen. Dat doen we een beetje er bij.”
Hoe zie jij de toekomst van de schoenhersteller?
“Goed, ik denk dat het alleen maar beter wordt. Alleen jammer dat er weinig of geen animo voor het vak is. Door de vergrijzing vallen veel schoenmakers weg. Er is meer aanbod van schoenen en minder schoenherstellers. Terwijl je tegenwoordig een ondernemer bent met alles er op en er aan. Je zit niet meer ambachtelijk te werken met een kanarie in een kooitje. Als de kanarie dood omviel, wist de schoenmaker dat er kwalijke dampen van lijm waren vrij gekomen!”