Jan Ottenheim (42) heeft samen met zijn vrouw Ria (40) een slagerij in de binnenstad. Hij woont met vrouw en dochter Judith (13) en zoon Niels (11) boven de zaak. Is ambachtelijk slager een uitstervend ras? Waarom heb je voor het vak van slager gekozen? "Ik kom oorspronkelijk van Haelen en bij een vriend van mij hadden ze een slagerij. Ik bracht daar als kind veel tijd door. Ik hielp regelmatig en leerde daar eigenlijk wat het vak inhoudt. Het is een ambachtelijk vak, dat trekt mij aan. Ik ben via het leerlingenstelsel het vak gaan leren. Het slagersvak komt in mijn familie niet voor." Hoe ging het verder? "Tijdens mij opleiding liep ik stage en ik zag toen al dat ik ook wel voor mezelf wilde beginnen. Maar zo ver was het nog niet. Op een gegeven moment ben ik samen gaan wonen met Ria, getrouwd, kinderen gekregen. Mijn vrouw heeft een heel andere opleiding gedaan maar wilde wel samen met mij een slagerij beginnen." Toen hebben jullie een zaak overgenomen? "Ja, Beljouw in de Neerstraat. Daar hebben we ook gewoond. De gemeente had andere plannen met het huis en de straat en toen zijn we verkast naar de Schoenmakerstraat. Daar heb ik geen spijt van. Ik vind het heel prettig om boven de zaak en in het centrum te wonen. Een nadeel is wel het parkeren. Onze bezoek moet, ik weet niet waar, de auto parkeren" Wat is het verschil tussen vlees uit jouw slagerij en vlees van de supermarkt? "Ik maak alles zelf en de kwaliteit van het vlees verschilt. Ik kan niet concurreren met de prijs van de supermarkt maar wel met de kwaliteit. Aan kwaliteit hangt een prijskaartje. Ik koop vlees van een kleine leverancier die eerlijk vlees levert. Dat proef je." Er zijn nog maar twee slagerijen in de binnenstad. "Ja, het wordt steeds moeilijker. Ook door de regelgeving. Je weet niet waar ik allemaal aan moet beantwoorden. Ik voel me af en toe meer boekhouder dan slager. Dat is jammer." Wat maakt dan dat je toch ambachtelijk slager wilt zijn? "Ik heb liefde voor het vak. Het is leuk om te zien dat mijn klanten steeds betere klanten worden. Dat komt omdat het een goed product is, dan eten mensen meer. Mijn kant en klare stamppotten zijn echt zelfgemaakt, met echte aardappelen. Mijn ham is op de ouderwetse manier gemaakt. Dat is niet voor de helft water. Mijn braadworst bestaat uit goed vlees. Ik sta pal achter mijn product." Hoe zie je de toekomst? "Eigenlijk niet zo rooskleurig. De overheid maakt het ons moeilijk. Er zijn té veel regeltjes waar ik aan moet voldoen. Dat kost veel tijd, geld en energie. Daarbij gaat het slecht met de economie. Van de andere kant zullen er altijd mensen zijn die een goed stukje vlees willen en daar ook voor willen en kunnen betalen."