Mijn club

Speelgroep Gelre
Door
Mar-Li Wingens
3 december, 2007

Ton Hensen (51) is onlosmakelijk verbonden aan de speelgroep. Hij is sinds 1989 voorzitter van de oudste toneelvereniging in Roermond. Opgericht in 1945. De groep kende ups en downs, maar bleef dankzij het enthousiasme en de inzet van de leden altijd overeind.

Wat houdt dit voorzitterschap in?

Ton: “Eigenlijk alles! Normaal gesproken maakt een voorzitter van een vereniging het beleid uit en houdt in de gaten dat alle leden hun werk doen. Klaar! In dit geval ligt het iets anders. Vanaf het begin van mijn voorzitterschap ging ik bijvoorbeeld meehelpen de stukken uitzoeken die we wilden spelen, zorgen voor het decor, ik hielp mee het decor op te bouwen in het theater. Ik zit er met hart en ziel in, dat is mijn definitie van het voorzitterschap!””

Mooie herinneringen?

“In 1995 vierden we het 50-jarig bestaan van Gelre. Hans Cremers deed de regie. We voerden ‘De barg’ van Moliére op. Ik kreeg de hoofdrol toebedeeld. De productie is geregeld door alle leden. Ik hielp onder andere ook mee om het decor op te bouwen. Ik had gewoon geen rust voordat alles in orde was.”

Hoe ga je tegenwoordig te werk?

“Ik heb me in positieve zin toch wat teruggetrokken. Ik kreeg wat gezondheidsproblemen en dan moet je wel. Toen hebben we een productiegroep opgericht. Mensen die de speelgroep een warm hart toedragen, hebben nu de zorg voor het werven van donateurs, programmaboekjes maken, requisieten verzamelen, kostuums maken enz. Er komt veel bij een opvoering kijken en nu is de werkverdeling een stuk beter. Maar soms bemoei ik me er toch nog ‘tegenaan!’”

Welke waren jullie grote successen?

“De Barg’ was een groot succes. Ook enkele mensen van de vereniging van amateur toneelspelers zijn komen kijken. Wat ik me daarvan herinner is dat zij onder de indruk waren dat wij De Oranjerie twee keer 750 zitplaatsen, vól kregen. Menige amateurvereniging blijft steken bij 100 toeschouwers en vaak bij vijftig! Ik praat niet eens over de professionele verenigingen die soms voor 60 toeschouwers spelen.”

Waar treden jullie tegenwoordig op?

“Voor 1980 waren dat in de Oranjerie met ‘August, August’ en ‘De wijze kater’. In 1996 zijn we verliefd geworden op het CK theater. Tussen haakjes, heel erg zonde als dat zou verdwijnen. In het CK theater staan we te spelen voor ongeveer 300 personen. Dus we mogen niet klagen voor een kleine amateurvereniging met een hele kleine achterban. Daar bedoel ik familie en vrienden van de spelers mee.”

Waar doe je het allemaal voor?

“Voor meerdere dingen: voor je eigen plezier en om te laten zien wat je hebt ‘gemaakt’. Natuurlijk ook voor de lach en de traan van de toeschouwer. Het leukste is om te zien dat iets wat alleen op papier bestaat, in te vullen. Je krijgt een rol en geef daar maar eens ‘handen en voeten’ aan.”

Is er genoeg nieuw talent?

“Ik heb veel waardering voor de oude bezetting. Bijvoorbeeld Marcel Wingens, Riet Rietra, en Jo Maasen. Zij speelden in de tijd dat ik er bij kwam, een tijd van grote hoogten voor de speelgroep. Dat was van zo grote kwaliteit dat je er bijna niet bovenuit kon. Daarna kwam dus een moeilijke periode. Toen ik voorzitter werd heb ik voorgesteld om de mensen weer te laten lachen. Er bestaan hele goed komedies. Daar gaan we voor. Daarbij laten wij de stukken in het Roermondse dialect vertalen. Ons eerste stuk was van de engelse schrijver Cooney, ‘Dao geit de broed’. Dat is twee keer opgevoerd in de Azijnfabriek. Dat maakte dat de leden weer plezier kregen in het spelen.

Wij hebben nu 12 of 13 leden. Het is natuurlijk het leukste als alle leden een rol in een stuk hebben en dat is niet mogelijk met 25 leden. Maar talent is natuurlijk altijd welkom.”

Deel dit artikel

Lees volgende Mijn club
Midden Limburgse Kegel Bond
Lees volgende artikel
Professional Oranizer