Marco Slieker (31) gaat wekelijks ‘grotten’. Dat wil zeggen dat hij speleoloog is en afdaalt in de wondere wereld van de grotten. Dat doet hij samen met clubleden.
Vertel iets over je club?
Marco: “Speleo Limburg is een onderdeel van Speleo Nederland met vier ‘afdelingen’ waarvan Limburg er één is. Speleo Limburg heeft drie en tachtig leden. Speleo Nederland telt 200 tpt 300 leden. Dat is een vrij kleine groep en zij zien dingen die bijna niemand anders ziet. Maar een vereniging heeft natuurlijk nieuwe aanwas nodig. Vooral jonge mensen. Vaak is het zo dat mensen niet weten dat deze club bestaat. Dus we kunnen wel wat bekendheid gebruiken. Je kunt in principe al lid worden vanaf veertien jaar. Je moet wel een verstandig iemand zijn die zich aan de veiligheidsvoorschriften houdt, maar dat moet iedereen.”
Wat is er leuk aan speleologie?
“Je moet niet denken dat je in een donker gat kruipt en dat is het dan. Er komt veel meer bij kijken. De leden komen bij elkaar, je bouwt een vriendenkring op. Daarbij komt de hele organisatie om het ‘grotten’ heen. Een tot twee keer per maand gaan we een grot in. Soms in Limburg of België net over de grens. Dat zijn dagtripjes of gewoon op de vrijdagavond. Maar we gaan ook naar Zuid-Frankrijk. Daarbij zijn grotten nog heel weinig onderzocht. Ruw geschat zijn pas 30 procent van alle grotten op de wereld bekend.”
Heb je een grot na één keer wel gezien?
“Nee, dat is niet zo. Je ziet steeds nieuwe dingen. Kijk, boven de grond wandel je ook vaak op dezelfde wegen en je ziet dan steeds andere dingen. Zo is het met grotten ook. Ik hou me dus bezig met foto’s maken in de grotten. Vooral van actiefoto’s van andere leden. Maar je kunt je ook de dieren bestuderen die in de grotten leven of je brengt de grotten in kaart of je vervolgd de stroom van het water, de hydrologie. Dat zijn allemaal verschillende takken van de sport. Dat allemaal naast het klimmen en afdalen.”
Hoe groot zijn grotten?
“Dat varieert van vijf meter tot 600 km, dat is de langste grot ter wereld. In België zijn grotten van vijf of zes kilometer. Veel grotten zijn afgesloten en worden beheert door verenigingen. Wij krijgen dan de sleutel als we er in willen. Je moet wel een bewijs overleggen dat je een basiscursus heb afgelegd in de speleologie. Daarbij moet je een verzekering hebben voor reddingskosten.”
Is het een gevaarlijke sport?
“Je moet niet zomaar een grot ingaan zonder enige kennis. Mensen die eens een kijkje willen nemen, bieden wij een kennismakingscursus aan, een soort snuffeltocht.
Af en toe hoor je dat een grot volstroomt met water zodat de terugweg geblokkeerd wordt. In dat geval moet je wachten tot het water weer gezakt is. Wat je altijd bij je moet hebben is warme kleding en eten. Je kunt ook putten of afgronden tegenkomen. veiligheid staat bij ons op één.”
Wat was jullie laatste meest interessante tocht?
“In Zuid-Frankrijk de Saint Marcel. Daar hebben we een zogenaamde ‘doorsteek’ gemaakt van ongeveer vijf km. We zijn eerst 100 meter afgedaald, daarna door horizontale gangen met kaart en kompas bij een andere uitgang gekomen. Het hele grottenstelsel omvat vijf en vijftig km.”
Is het een dure sport?
“Je hebt je uitrusting nodig en daar kun je vele jaren mee voort. Als je mee gaat naar andere locaties, kost dat natuurlijk geld. Maar we doen alles low budget. Dat reisje naar Zuid-Frankrijk kostte met reiskosten en verblijf 180 euro. Daarbij komt de contributie van 64 euro per jaar. Dan krijg je ook het clubblad en je hebt toegang tot het materiaaldepot."