Moon

Graag wil ik jullie lezers, deelgenoot maken van de hoogte- en dieptepunten uit mijn leven. Ik ben Moon, 57 jaar en ik ben al 12 jaar getrouwd met Bear. Ik ben een Roermonds 'maedje', geboren en getogen, maar woon nu in een dorp in midden Limburg. Ik ben de 'boze stiefmoeder' van een jongen van 23 en een meisje van 19 jaar.
Een beetje kanker (9)
Door
Moon
7 december, 2014

Ik heb het hele weekend een beetje struisvogeltje gespeeld, ik wou niets weten van mijn ziekte, ik ben het internet niet opgegaan om dingen op te zoeken, zoals ik normaal zou doen,  omdat ik bang was alleen maar negatieve  ervaringen tegen te komen.

Die aandacht en die liefde die ik nu krijg dat  is net een lekker warm bad, daar krijg ik zo veel energie van, heel raar. Maar ik voel me niet ziek, eerder euforisch.

Ik zei nog tegen Bert: ‘Ik hoop niet dat die aandacht ophoudt, binnenkort, anders moet ik weer wat nieuws  verzinnen.’ De telefoon rinkelt voortdurend, mailtjes van vrienden en familie, twee bossen bloemen van het werk, zoveel. Ik ben niet bang, ik voel me beter dan ooit. Ik voel dat ik het aankan, ik ben strijdlustig, ik troost mensen en soms choqueer ik hen door mijn morbide humor. Maar dit is nu echt, dit is mijn reactie. Ik ben ook niet van plan om mij te gedragen zoals anderen het verwachten van een kankerpatiënt.

De andere kant van de medaille is mijn lieve Bertje. Hij komt nu op de tweede plaats, zijn gevoelens worden door iedereen verwaarloosd:  hij is de toeschouwer, ik ben de ster. Hij voelt zich klote, rot en verdrietig. Hij begrijpt ook niet hoe ik zo luchtig over zoiets ernstigs kan doen, en misschien begrijp ik dat zelf ook niet helemaal, maar hij staat alleen in zijn verdriet. En dat doet mij weer verschrikkelijk veel pijn. Ik heb dan ook iedereen gevraagd om ook aan hem te vragen hoe het is, de partner wordt vaak vergeten.

Gisteren hebben we uitleg gekregen van de bestralingsarts over de operatie en het wordt een als- als- als verhaal. Als de poortwachtersklier onaangetast is krijg ik zeven weken bestraling en kunnen we op vakantie. Is de kanker uitgezaaid dan moeten alle klieren eruit gehaald worden en dan krijg ik chemotherapie en daarna bestraling. Ik hoor tien dagen na de operatie of het uitgezaaid is of niet.

Dit is bijna niet te bevatten dus heb ik mijzelf voorgenomen om het te beschouwen als een hindernisbaan. De eerste hindernis is de operatie zelf. De tweede is het bestralen of de chemo.

Of er nog meer hordes genomen moeten worden is nog onduidelijk. Daar wil ik niet aan denken. Het is niet meer in mijn handen: ik ben overgeleverd aan de Goden en aan de huidige techniek en kennis. Ik geef mij over aan de vakman/vakvrouw. Ik moet wel. Ik moet sterk en optimistisch blijven, dit zal mijn genezingsproces wellicht beïnvloeden.

Ook heb ik het gevoel dat ik kracht van boven krijg, van mijn vader. Ik ben niet verschrikkelijk bang voor de dood,  ik wil alleen niet bij Bert weg. Ik wil oud met hem worden en het laatste wat ik wil is hem verdriet doen. Maar dat is onvermijdelijk want hij kan hier heel slecht mee omgaan. Hij wil zelf met oplossingen komen, als man zijnde, hij vindt het moeilijk om het los te laten en aan anderen over te geven.  Na die voorlichting bij de chirurg voelde hij zich nog ellendiger. Maar misschien is het wel een wisselwerking:  volgende week donder ik wellicht in elkaar en voelt hij zich beter. Wie zal het zeggen? Ik heb hem wel beloofd niet meer zo uitbundig te zijn. Ik laat nu een paar traantjes, de eerste sinds woensdag, slechtnieuwsdag. Ik huil niet om mijzelf, maar om mijn mannetje.

Donderdag was mijn laatste werkdag. Toevallig werkte Jet er, die twee jaar geleden een tumor in haar hoofd en hals had weg laten halen. Zij vertelde ook zo vrolijk en nuchter over hoe ze dat had beleefd, ook een beetje zoals ik, niet bang, afwachtend, optimistisch, zich niet gek laten maken door anderen. En zij had iets dat veel levensbedreigender was dan een beetje borstkanker.

Ik kreeg van de bewoners een zelfgemaakte kaart en ik nam uitgebreid afscheid van hen. Misschien zou het wel drie maanden duren eer ik hen weer zou zien. Ook mijn collega en de stagiaires namen hartelijk afscheid. Ik was niet geëmotioneerd of zo maar klaar voor de volgende hindernis. Maar eerst nog de oogoperatie. Die verliep ietsje minder comfortabel dan de eerste, maar was oké. Mijn zicht is nu fantastisch: de kleuren zijn zo mooi, vooral paars en lila. Ik sta bij het gasfornuis het vlammetje te bewonderen en in de natuur ben ik als een kind in een speelgoedwinkel

Die operaties aan mijn ogen hebben in ieder geval ervoor gezorgd dat ik niet meer bang ben en dat ik veel meer vertrouwen in dokters heb gekregen. Alles heeft zijn reden.

Wordt vervolgd.

Deel dit artikel

Lees volgende Moon
Een beetje kanker (8)
Lees volgende artikel
Facelift