• MOON

Graag wil ik jullie lezers, deelgenoot maken van de hoogte- en dieptepunten uit mijn leven. Ik ben Moon, 57 jaar en ik ben al 12 jaar getrouwd met Bear. Ik ben een Roermonds "maedje", geboren en getogen, maar woon nu in een dorp in midden Limburg. Ik ben de "boze stiefmoeder" van een jongen van 23 en een meisje van 19 jaar.

Een beetje kanker (14)

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Moon krijgt elke dag bestraling in het Maastroo in Maastricht.

Omdat ik mij toch wel vaak heel erg down voel, stelde de bestralingsarts voor om een gesprek met Maatschappelijk Werk te hebben om eens over mijn gevoelens te praten.

In de wachtkamer zat een lief, bleek, oud mannetje enorm te kuchen. Ik bood hem een paar dropjes aan en hij accepteerde die dankbaar. Hij vertelde dat hij bestraling kreeg voor de longkanker, maar dat hij er niet veel geloof meer in had.

De maatschappelijk werkster was een aardige vrouw, iets ouder dan ik. Ze vroeg en vroeg, ontrafelde en probeerde te doorgronden. Uiteindelijk kwam ik erachter dat ik toch wel heel erg bang was. Mijn verstand zei dat er niets met me aan de hand was en dat alles wel meeviel, maar die knoop in mijn buik zei dat ik alles ontkende.  Ik moest de waarheid en mijn gevoelens onder ogen zien. Mijn grootste angst was dat ik niet kon stoppen met roken en dat ik dat daarom ook niet wilde. Ik vond het een verhelderend gesprek en we spraken af dat ik vaker een praatje kwam maken. Ik kwam terug in de hal waar alle taxichauffeurs zaten te wachten. Ik gebaarde mijn chauffeur dat ik klaar was. Hij keek mij wat bevreemd aan maar liep toch naar de ondergrondse garage om zijn auto te halen. Ik liep naar buiten en daar stond mijn taxi op me te wachten. Ik stapte snel in: ik had de verkeerde chauffeur naar beneden gestuurd. Ik moest daar erg om lachen.

Twee derde deel van de behandelingen heb ik achter de rug. De borst is pijnlijk, vooral de tepel en onder de borst zit nu een open wondje. Er zitten rode pukkels op en de kleur wordt steeds donkerder.  Ik heb er  speciale, hele dure pleisters voor gekregen. Elk weekend ben ik blij dat het huidweefsel een beetje rust krijgt en ik ook. Ik ben erg vermoeid als ik terugkom en lig dan meestal een paar uurtjes op de bank te slapen.

Afgelopen weekend hadden we twee familiefeesten en ik was erg verkouden en grieperig. De familie van Bert had mij al lang niet meer gezien en een voor een kwamen de tantes met een medelijdend gezicht naar mij toe om te vragen hoe het met mij was. Ik zei dat ik meer last van de griep had, dan van de kanker. Na de vijfde tante had ik het wel gehad. God, wat voelde ik mij toen een kankerpatiënt. Toch werd het nog gezellig met een potje boerengolf en andere spelletjes. Maar we moesten ook nog naar mijn familie, naar de jaarlijkse reünie. Het was precies een jaar na de dood van mijn vader. Ik heb veel aan hem gedacht en met hem gepraat in mijn gedachten. Ik merk dat ik hem erg mis, steeds meer eigenlijk en eergisteren kwam dat gevoel er met bakken uit toen ik alleen thuis was. Wat was het toch een lieve man en zo grappig. Iedereen zat in de nieuwe serre en mijn nichtjes vroegen belangstellend naar mij en ik vertelde over de bestraling en ik liet hun de geschilderde lijnen zien en de markertjes. Ze reageerden geschrokken. Helaas moest ik verschrikkelijk hoesten en ik kon geen woord meer uitbrengen. Daarom moesten we voortijdig naar huis.

Wat ben ik ziek geweest de afgelopen week. Ik had spierpijn in mijn buik van het hoesten en af en toe ging ik ervan over mijn nek. Hoofdpijn, keelpijn, oorpijn, overal pijn. De huisarts schreef mij antibiotica voor en ik dacht natuurlijk weer dat ik longkanker zou hebben. Die gedachte vormde weer een knoop in mijn buik. Als super verslaafde roker kon ik het roken niet helemaal laten maar het was minimaal, een paar trekjes per dag. En dan begon ik weer te blaffen, verschrikkelijk, en dan was ik weer volkomen uitgeput. Zo kwam ik weer bij de maatschappelijk werkster terecht: bang voor longkanker, bang voor een hoestaanval, verdrietig over mijn vader en dood-en doodmoe. Ik had eerst getwijfeld of dat gesprek wel nodig was, maar zodra ik haar zag begonnen de tranen te stromen. Ze was geweldig en opgelucht en vastbesloten liep ik haar kamertje uit.

Wordt vervolgd.

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906