• UIT DE TIJD

Foto's uit een ver verleden vertellen vaak een verhaal. De geschiedenis van een hele familie of van meer leden van een familie. Het is een tijdsbeeld.

De familie Mooren

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Vincent Mooren (64), de jongste van elf kinderen vertelt over zijn familie.

Het hele gezin

De foto is gemaakt door fotograaf Korffmacher in 1956 ter ere van de 25-jarige bruiloft van mijn ouders. Op de foto zie je vader en moeder met alle kinderen: Frits, Mathieu, Wim, Gemma, Bertha, Jeanne, Loek, Paul, Katrijn, Leo en Vincent. Mijn ouders en Leo zijn inmiddels overleden. In die tijd woonden we op de Godsweerderssingel 31(de nuuje Boulevard). Dat huis heeft mijn vader zelf gebouwd na de oorlog. Daarvoor woonden we op de Willem II Singel en helemaal in het begin van het huwelijk was ons adres Charles Ruysstraat 4. Vader kwam oorspronkelijk uit Neer en moeder uit Helden.

Werk

Vader was eigenlijk onderwijzer. Later werd hij procurist bij Lampe (Teeuwen) op de Bergstraat. Een groothandel in stoffen en fournituren die hij later heeft overgenomen. Hij werkte veel en hard. Mijn moeder trouwens ook. Een huishouden runnen met zoveel kinderen is gewoon hard werken. We hadden wel altijd een hulp in huis. Het was een zeer katholiek gezin. Vader ging bijna elke morgen naar de H. mis. Wij hadden een eigen bank in de kerk met koperen plaatje met onze naam. Wij kinderen moesten natuurlijk ook naar de kerk en na afloop vroeg vader waar de preek over ging. Om zeker te weten dat we er ook waren geweest. De katholieke opvoeding stond voorop. Mede daardoor is er een periode geweest dat zeven kinderen tegelijkertijd op kostschool zaten.

Kostschool

Drie meisjes zaten in Grubbenvorst bij de Ursulinnen en vier jongens bij Sint Louis in Weert. Je kunt je zoiets nu niet meer voorstellen! Ik moest naar kostschool omdat met mij geen land te bezeilen was. Ik was recalcitrant. Ikzelf heb mijn tijd op kostschool als heel positief ervaren. Ik ben juist heel dankbaar dat ik daar heb mogen zijn. Daar kwam ik in aanraking met muziek, literatuur en cultuur. Broeder Wendel was een fijne man en hij heeft mij heel veel geleerd.

Vader en moeder

Vader was een bon vivant. Hij was lid van het mannenkoor. Hij ging geregeld bridgen met vrienden. Wij kinderen ‘vraten van alles uit’. Kattenkwaad. Wel heel anders dan tegenwoordig. Eigenlijk heel onschuldig. Ik was de jongste en mijn vader en moeder waren toen eigenlijk altijd moe. Ze hadden niet echt aandacht voor mij. Moeder was druk met het huishouden en had weinig oog voor het wel en wee van mij. Het was een struise vrouw, wilde altijd alles goed doen maar was wel gemakkelijk te beïnvloeden. Wat andere mensen vonden en dachten was voor haar belangrijk. Vader was de baas maar eigenlijk besliste moeder.

Fijne jeugd

Mijn oudste broer en ik schelen zeventien jaar in leeftijd. Ik was zeven toen mijn oudste broer ging trouwen. Een broer bepaalde als ik naar bed moest. Wij voedden elkaar eigenlijk op. Ik kijk met genoegen terug op mijn jeugd omdat ik veel plezier had met alle kinderen in de straat. Denk aan de familie Raeven, Cillekens, Theunissen en alle andere kinderen in de buurt.

Thuis

Het was een groot gezin maar als je zegt dat het ook een warm gezin was... nou nee. Dat is misschien ook niet mogelijk met zoveel kinderen. Moeder heeft mij nooit naar bed gebracht of een kusje gegeven. Nooit! In die tijd was dat heel gewoon maar ik heb in mijn latere leven daar toch last van gehad. Vader was consequent maar rechtvaardig. Als wij bij vader moesten komen dan wist je hoe laat het was. Hij heeft mij nooit geslagen, dat niet. Maar we moesten aankloppen op de deur van het kantoor. Wachten tot hij; ‘jaaa’ zei. Als je dan binnenkwam zat hij achter zijn bureau te schrijven. Hij schreef gewoon door met zijn kroontjespen. Hij keek niet op terwijl hij zei: ‘zo jong, waar höb ik geheurd?’ Je moest jouw kant van het verhaal vertellen en dan was hij wel heel democratisch in zijn antwoord:’ Nu zal ik je vertellen wat ik heb gehoord.’ Een straf was bijvoorbeeld knopen tellen in het magazijn.

Toen ik achttien jaar was, wilde ik met alle geweld thuis weg. Mijn vader zei: ‘ Je komt wel terug.’ Dat moet je niet tegen mij zeggen...Ik heb mijn spullen gepakt en heb drie dagen op de berg bij de kazerne geslapen. Maar ik ging niet terug.

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906